Operation Manual
29
BEDIENINGSTOETSEN
Toets voor naald
omhoog/omlaag
Auto-lock-toets
Achteruitnaaitoets
Achteruitnaaitoets
Indien de steken 01-16, 30-60 (C10), 01-16,
30-79 (C20) zijn geselecteerd, zal de machine
achteruit of een versterkte steek naaien op een
lage snelheid als de toets achteruit naaien is
ingedrukt. De machine naait vooruit nadat de toets
is losgelaten.
Een pijl “ ” op het informatievenster geeft aan
dat achteruit wordt genaaid.