Operation Manual

BEKNOPTE PROGRAMMEER HANDLEIDING
1. Met de 6 cursor op een specifieke
dag (de cursor begint altijd met 1)
drukt u op de + knop om de
betreffende dag van de week als
beregeningsdag te aktiveren. Druk
op de – knop om de beregening voo
r
die betreffende dag te annuleren. Na
het indrukken van de + of
knop gaat de cursor automatisch naar de volgende
dag.
2. Herhaal stap 1 totdat alle gewenste dagen zijn gekozen. De gekozen dagen
worden met een 6 afgebeeld om hun status als ON aan te geven. De laatste 6
is de laatste beregeningsdag van dat programma.
Specifieke Dagen van de Week instellen om te beregenen
De looptijden per station instellen
1. Zet de draaiknop op RUN
TIMES.
2. Druk op de + of knop om de
looptijd van het station te
veranderen.
3. Druk op de Ö knop om naar
het volgende station te gaan.
4. Herhaal stap 3 en 4 voor ieder
station.
5. U kunt de looptijd van de
stations instellen tussen 1
minuut en 4 uren.
6. U kunt van programma wisselen terwijl u op hetzelfde station blijft, we
raden u echter aan om een programma af te ronden voordat u naar het
volgende programma gaat.
Beregeningsinterval instellen
1. Met deze functie kunt een
beregeningsinterval van 1 tot 31
dagen instellen. Met de 6 cursor
op dag 7 drukt u op de * knop
totdat de twee kalendersymbolen
en een knipperende 1 in het
display verschijnen.
2. Druk op de + of
knop om het aantal dagen tussen de beregeningen in te bepalen
(1 tot 31). Dit wordt de interval genoemd.
De computer zal de beregening van het gekozen programma uitvoeren op de volgende
Start Tijd en zal daarna met de ingestelde interval beregenen.
A
utomatic
Wanneer u klaar bent met programmeren zet u de
draaiknop op AUTOMATIC om alle ingestelde
programma’s en starttijden automatisch uit te laten
voeren. Er vindt geen beregening plaats wanneer de
draaiknop niet in de AUTOMATIC stand staat.
Dagen van beregening instellen
1. Zet de draaiknop op WATER
DAYS.
2. De computer zal de zeven dagen
van de week afbeelden met een 6
symbool of een 6 symbool boven
het nummer van de dag. Het 6
symbool geeft aan dat er op die dag
beregend wordt en het 6 symbool
geeft aan dat er op die dag niet
beregend wordt.
BEKNOPTE PROGRAMMEER HANDLEIDING
1. Met de 6 cursor op een specifieke
dag (de cursor begint altijd met 1)
drukt u op de + knop om de
betreffende dag van de week als
beregeningsdag te aktiveren. Druk
op de – knop om de beregening voo
r
die betreffende dag te annuleren. Na
het indrukken van de + of
knop gaat de cursor automatisch naar de volgende
dag.
2. Herhaal stap 1 totdat alle gewenste dagen zijn gekozen. De gekozen dagen
worden met een 6 afgebeeld om hun status als ON aan te geven. De laatste 6
is de laatste beregeningsdag van dat programma.
Specifieke Dagen van de Week instellen om te beregenen
De looptijden per station instellen
1. Zet de draaiknop op RUN
TIMES.
2. Druk op de + of knop om de
looptijd van het station te
veranderen.
3. Druk op de Ö knop om naar
het volgende station te gaan.
4. Herhaal stap 3 en 4 voor ieder
station.
5. U kunt de looptijd van de
stations instellen tussen 1
minuut en 4 uren.
6. U kunt van programma wisselen terwijl u op hetzelfde station blijft, we
raden u echter aan om een programma af te ronden voordat u naar het
volgende programma gaat.
Beregeningsinterval instellen
1. Met deze functie kunt een
beregeningsinterval van 1 tot 31
dagen instellen. Met de 6 cursor
op dag 7 drukt u op de * knop
totdat de twee kalendersymbolen
en een knipperende 1 in het
dis
play verschijnen.
2. Druk op de + of
knop om het aantal dagen tussen de beregeningen in te bepalen
(1 tot 31). Dit wordt de interval genoemd.
De computer zal de beregening van het gekozen programma uitvoeren op de volgende
Start Tijd en zal daarna met de ingestelde interval beregenen.
A
utomatic
Wanneer u klaar bent met programmeren zet u de
draaiknop op AUTOMATIC om alle ingestelde
programma’s en starttijden automatisch uit te laten
voeren. Er vindt geen beregening plaats wanneer de
draaiknop niet in de AUTOMATIC stand staat.
Dagen van beregening instellen
1. Zet de draaiknop op WATER
DAYS.
2. De computer zal de zeven dagen
van de week afbeelden met een 6
symbool of een 6 symbool boven
het nummer van de dag. Het 6
symbool geeft aan dat er op die dag
beregend wordt en het 6 symbool
geeft aan dat er op die dag niet
beregend wordt.