Operation Manual

31
2.1.2
Aanwijzing
2:
Een
NiCd/NiMH
-
accu
waarvan de ladingstoestand
onbekend is
,
moet of eerst tot
minstens 1/2 C
worden geladen
-
om zeker te zijn
van de Delta
-
Piek
-
uitschakeling
-
of eerst geheel
worden
ontladen.
2.2 Discharge
E
en aangesloten accu wordt ontladen totdat de ontlaadsluitspanning is bereikt zoals die
in
het Setup
-
menu
werd
ingesteld.
De van de accu afgenomen restcapaciteit wordt daarb
ij gemeten en kan in het
display
worden
weergegeven. Aan het eind van het programma is de accu volledig ontladen.
Na het ontladen wordt in dit programma een melding getoond die aangeeft om welke redenen het laden
werd beëindigd. De volgende meldingen zijn
mogelijk:
Umin.dis.reached
: D
e minimaal toelaatbare (ingestelde) aaccuspanning werd bereikt.
max.temp.reached
: D
e maxima
a
l
toelaatbare (ingestelde) accutemperatuur
werd
bereikt.
2.2.1
Aanwijzing
:
Bij het ontladen van een accu met een spanning van min
der dan
1,5V (
bijvoorbeeld de
NiCd
-
en
NiMH
-
acc
u’
s
met één cel)
,
is het mogelijk dat de ingestelde ontlaadstroom niet gehaald wordt
omdat de weerstand in de keten
Accu+Contacten+Laadkabel
s
te hoog is.
In dat g
eva
l wordt de
ontladen capaciteit toch goed b
erekend omdat voor de berekening van de gemeten ontlaadstroom
wordt
uitgegaan
(
en niet van de ingestelde ontlaadstroom
)
.
2.3 Discharge
-
Charge
Een aangesloten accu wordt eerst geheel ontladen en de accucapaciteit gemeten.
Na een ingestelde pauze (Service p
ause) wordt de accu vervolgens weer helemaal opgeladen.
Na beëindigen van het laden schakelt het apparaat over op onderhoudsladen
(
zie
Aanwijzing
2.1.1).
2.3.
1
Aanwijzing
1
:
De betekenis van
Service pause
is al in hoofdstuk
1.2
.2
uitgelegd
.
2.3.2
Aanwij
zing
2:
Dit programma moet altijd worden gebruikt als een
NiCd/NiMH
-
accu
met onbekende
ladingstoestand opgeladen moet worden en wanneer daarbij een laadstroom van minder dan
1/2C
we
rd
gekozen.
In dat geval wordt het laadproces na de berekende laadtijd uitg
eschakeld.
2.4 Charge
-
Discharge
-
Charge
Een aangesloten accu wordt eerst opgeladen. Na een ingestelde pauze wordt de accu weer ontladen en
de accucapaciteit gemeten om daarna, na een volgende
pauze
, weer met het laden van de accu te
beginnen.
Na beëindigen
van het laden schakelt het apparaat over op onderhoudsladen (zie
Aanwijzing
2.1.1,
2.1.2
en
2.3.1)
.
2.5 Cycle
Een aangesloten accu wordt
automatisch
elke
1min
-
30
dagen ontladen
en aansluitend weer geladen.
D
it programma is bij uitstek geschikt om model
bouwacc
u’
s of motorfietsacc
u’
s te laten overwinteren of fit
te houden. Een optimale verzorging van de acc
u’
s is gegarandeerd en een lange leve
nsduur. Het aantal
ontlaad
-
/laad
cycli, de servicepauzes en cycluspauzes worden in het setup
-
menu ingesteld.
2.5.1
Aanwijzing
:
De betekenis van
Service pause
en
Cycle pause
werd
in hoofdstuk
1.2
uitgelegd
.
2.6
Forming
Een aangesloten accu wordt automatisch zolang ont
laden
en weer
geladen totdat het apparaat geen
capaciteitstoename (tot 10%)
meer meet
of totdat he
t ingestelde aantal cycli is doorlopen. Dit betekent
dat tenminste twee ontlaa
d
-
/
laadcycli
moeten worden
doorlopen om een resulta
a
t
(capaciteitstoename)
te
kunnen
vast
stellen. Dit programma moet worden
gebruikt
om nieuwe acc
u’
s die al langere tijd in opsla
g
zijn opnieuw te formeren. Door dit
former
ingsproces
worden de acc
u’
s in de regel weer