Operation Manual

Uw telefoon beheren 63
4.5 Uw telefoon beveiligen
Uw telefoon heeft verschillende beveiligingsniveaus. U kunt de
telefoon beschermen tegen onbevoegd gebruik door een zogenaamde
PIN–code (Personal Identification Number) in te stellen voor het voeren
van gesprekken. De eerste PIN–code krijgt u van uw serviceprovider.
Bovendien kunt u het toetsenblok of de complete telefoon vergrendelen
om onbevoegd gebruik te voorkomen.
Inschakelen van de SIM PIN–code (Personal Identification Number)
1. Klik in het beginscherm op Start > Instellingen > Beveiliging.
2. Klik op SIM PIN–code inschakelen.
3. Voer uw PIN–code in en klik op Gereed.
Opmerking Als u wilt annuleren zonder de SIM PIN–code in te schakelen,
klikt u op Annuleren.
Uitschakelen van de SIM PIN–code
1. Klik in het beginscherm op Start > Instellingen > Beveiliging.
2. Klik op SIM PIN–code uitschakelen.
3. Voer uw PIN–code in en klik op Gereed.
De SIM PIN–code wijzigen
Vergeet niet om uw PIN–code ergens te noteren. Als de SIM PIN–code
is geactiveerd, moet u deze PIN invoeren om de telefoon te ontgrendelen.
1. Klik op Start > Instellingen > Beveiliging.
2. Klik op PIN2 wijzigen.
3. Voer bij Oude PIN–code de huidige PIN–code in.
4. Voer de nieuwe PIN–code in, bevestig deze en klik op Gereed.
Het toetsenblok vergrendelen
Met de toetsenblokvergrendeling wordt de werking van het toetsenblok
uitgeschakeld. Dit is een handige functie om bijvoorbeeld te voorkomen
dat de telefoon zichzelf inschakelt in uw jaszak en er onbedoeld toetsen
worden ingedrukt.