Operation Manual
126 Werken met multimedia
De volgende tabel bevat een lijst met de algemene opties in het scherm
Camera–instellingen:
Menu Functie
Zelfontspanner
Selecteer de optie voor de zelfontspanner bij het maken van
opnamen: uit, 2 seconden of 10 seconden. Als u 2 of 10 seconden
selecteert, wordt de opname gemaakt 2 of 10 seconden nadat
u op de knop CAMERA of ENTER hebt gedrukt.
Opslag
Selecteer waar u de bestanden wilt opslaan. U kunt de bestanden
opslaan in het hoofdgeheugen of op een opslagkaart.
Ambiance
Dit menu omvatde volgende opties:
• Witbalans. Selecteer een instelling voor de witbalans die past bij
de belichtingsomgeving, zoals Fluorescerend, Nacht, enzovoort.
• Effect. Kies een speciaal effect om toe te passen op uw foto´s
of videoclips, zoals Grijstinten, Sepia, enzovoort.
Opname–
instellingen
Dit menu omvatde volgende opties:
• Resolutie. Selecteer de gewenste foto– of videogrootte.
• Kwaliteit. Selecteer het JPEG–beeldkwaliteitsniveau
(Basis, Normaal, Fijn en Zeer fijn) voor alle genomen foto´s.
• Tijdstempel. Selecteer Aan om een datum/tijdmarkering
in te voegen op de genomen foto. Deze optie verschijnt
alleen in de modi Foto en Sport.
Opnamemodus
Schakel tussen verschillende opnamemodi zoals Foto, Video en Foto
contactpersoon. Zie “Opnamemodi” eerder in dit hoofdstuk voor meer
informatie over deze modi.
Geavanceerd
Toegang tot meer instellingen om de functies van de Camera
of Videorecorder aan te passen. Zie de volgende sectie,
“Geavanceerde instellingen”, voor meer informatie.
Sjabloon
Selecteer een sjabloon (alleen in de modus Fotothema).
Sportinstellingen
Dit item verschijnt als u gebruikmaakt van de Sportmodus,
diede
volgendeopties omvat:
• Frequentie. Geef de sluitertijd op door te kiezen voor
Langzaam, Normaal of Snel.
• Snapshots. Kies 3 of 5 beelden voor een foto.










