Operation Manual
120 Werken met multimedia
Pictogrammen en indicatoren voor de cameramodus
Het scherm Camera [foto]
3
1
4
7
5
6
8 9 10
2
1 Opnamemodus. Geeft de huidige opnamemodus aan
2
Zoomfactor. Geeft de huidige zoomfactor aan. Druk de NAVIGATIETOETS
omhoog of omlaag om de zoomfactor te verhogen of te verlagen.
3
Camera–instellingen. Klik om het scherm Camera–instellingen te openen.
4 Resolutie. Geeft de foto– of videogrootte aan voor de huidige
opnamemodus. Zie de tabel in “In– en uitzoomen” voor de lijst
met beschikbare resoluties.
5 Opslaglocatie. Geeft aan waar de gemaakte foto´s en videoclips
worden opgeslagen. Het pictogram geeft het hoofdgeheugen
van de telefoon aan, het pictogram geeft de opslagkaart aan.
6 Indicator voor resterende opnamen. Bij Foto, Foto contactpersoon,
Foto thema en Sport geeft dit aan hoeveel foto´s u nog kunt maken
op basis van de huidige instellingen. In de modi Video en MMS–video
geeft dit de tijdsduur aan die nog kan worden opgenomen. Tijdens
het opnemen van video geeft dit de resterende tijdsduur aan.
7 Afbeelding weergeven. Klik om het programma Afbeeldingen
enźvideo’s te openen.










