Operation Manual
Informatie over de statuslampjes op het
bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel van het apparaat bevinden zich zes lampjes die de status van het apparaat
aangeven. In de tabel hieronder vindt u meer informatie over de lampjes.
Werking van de lampjes Beschrijving
Alle lampjes zijn uit. Het apparaat is uitgeschakeld.
Het sluimerlampje
brandt. Het apparaat bevindt zich in de sluimermodus (energiebesparingsmodus).
Het sluimerlampje
knippert. De sluimermodus wordt geactiveerd of uitgeschakeld.
Het sluimerlampje
is uit. Het apparaat bevindt zich niet in de sluimermodus en de sluimermodus wordt niet
geactiveerd of uitgeschakeld.
Het voedingslampje
brandt. Het apparaat is ingeschakeld.
Het voedingslampje
is uit. Het apparaat ontvangt geen stroom van de voedingsadapter.
Het gereedlampje
brandt. Het apparaat is online en gereed om gegevens te ontvangen.
Het gereedlampje
knippert. Het apparaat heeft een opdracht onderbroken of ontvangt geen gegevens meer.
Het gereedlampje
is uit. Het apparaat staat in de pauzestand en kan geen gegevens ontvangen. Mogelijk is
het apparaat door een gebruiker in de pauzestand gezet, maar er kan zich ook een
fout hebben voorgedaan.
Het gegevenslampje
brandt. Het apparaat heeft verwerkte gegevens gebufferd en wacht op nieuwe gegevens, of
het apparaat staat in de pauzestand. Wanneer het waarschuwingslampje ook knippert,
heeft zich een fout voorgedaan en wachten gegevens op verwerking.
Het gegevenslampje
knippert. Het apparaat ontvangt of verwerkt gegevens.
Het gegevenslampje
is uit. Er zijn geen gegevens die door het apparaat moeten worden verwerkt.
Het waarschuwingslampje
brandt.
Er heeft zich een kritieke fout voorgedaan in het apparaat. Op het display ziet u om
wat voor fout het gaat.
Het waarschuwingslampje
knippert snel.
Er heeft zich een probleem in het apparaat voorgedaan waarvoor de gebruiker moet
ingrijpen. Er zit bijvoorbeeld papier vast of er is een klep open.
Het waarschuwingslampje
is uit. Er heeft zich geen fout voorgedaan.
OPMERKING: op het display wordt informatie over de status en over fouten weergegeven.
84 Hoofdstuk 8 Problemen oplossen










