LASERJET PRO 100 COLOR MFP M175 Naslaggids
Installatie van HP Smart Install Het product bevat de HP Smart Install-installatiesoftware voor Windows. De software gebruikt de USB-kabel om USB-, netwerk- of draadloze verbindingen te installeren. 1. Sluit de bij het product meegeleverde USB-kabel aan op een computer en het apparaat. 2. Volg de instructies op het scherm. Maak de USB-kabel alleen los als u hier de instructie voor krijgt. Het kan een paar minuten duren voor het HP Smart Install-programma wordt gestart.
HP webservices U schakelt HP webservices in of uit via het bedieningspaneel van het apparaat. 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu HP webservices te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om Infoblad afdrukken te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Volg de instructies op het infoblad van HP webservices om HP webservices in te schakelen of te verwijderen. .
Kopieerkwaliteit wijzigen De volgende instellingen voor kopieerkwaliteit zijn beschikbaar: ● Aut. selectie: Gebruik deze instelling als u de kwaliteit van de kopie niet erg belangrijk vindt. Dit is de standaardinstelling. 4 ● Gemengd: Gebruik deze instelling voor documenten met zowel tekst als afbeeldingen. ● Tekst: Gebruik deze instelling voor documenten die uit voornamelijk tekst bestaan. ● Afbeelding: Gebruik deze instelling voor documenten die uit voornamelijk afbeeldingen bestaan. 1.
Scannen via HP Scan-software (Windows) 1. Dubbelklik op het pictogram HP Scan op het bureaublad. 2. Selecteer een scansnelkoppeling en pas desgewenst de instellingen aan. 3. Klik op Scannen. OPMERKING: Klik op Geavanceerde instellingen voor toegang tot meer opties. Klik op Nieuwe snelkoppeling maken om een set met aangepaste instellingen te maken en deze op te slaan in de lijst met snelkoppelingen.
De printcartridges vervangen Wanneer een printcartridge het einde van de levensduur nadert, kunt u doorgaan met afdrukken met de huidige printcartridge totdat de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is. Zodra een HP printcartridge vrijwel leeg is, geldt de Premium Protection Warranty van HP niet meer voor dit onderdeel.
3. Pak de oude printcartridge bij de middenhendel vast en verwijder de cartridge. 4. Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking. Plaats de gebruikte printcartridge in de verpakking voor recycling. VOORZICHTIG: Houd de printcartridge aan de randen vast om beschadiging van de cartridge te voorkomen. Raak de rol op de printcartridge niet aan. 5. Pak beide kanten van de printcartridge vast en schud deze zachtjes heen en weer om de toner gelijkmatig in de printcartridge te verdelen. 6.
. Pak de printcartridge bij de middenhendel en plaats deze in het apparaat. OPMERKING: Vergelijk het kleurlabel op de printcartridge met het kleurlabel in de carrouselsleuf om er zeker van te zijn dat de kleur van de printcartridge overeenkomt met de positie op de carrousel. VOORZICHTIG: Als er toner op uw kleding komt, dient u deze er met een droge doek af te vegen en de kleding in koud water te wassen. Als u warm water gebruikt, maakt de toner een permanente vlek in de stof. 9.
Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten Na verloop van tijd kan er zich vuil ophopen op de glasplaat van de scanner en de witte, plastic achtergrondplaat, wat een negatieve invloed op de prestaties kan hebben. Voer de volgende procedure uit om de glasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat te reinigen. 1. Zet het product uit met de aan-uitschakelaar en haal het netsnoer uit het stopcontact. 2. Open het deksel van de scanner. 3.
Papiergebruik begrijpen Dit apparaat ondersteunt verschillende papiersoorten en andere afdrukmaterialen die voldoen aan de richtlijnen in deze gebruikershandleiding. Papier of afdrukmateriaal dat niet aan deze richtlijnen voldoet, kan een slechte afdrukkwaliteit, meer papierstoringen en vroegtijdige slijtage van het product tot gevolg hebben. Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van HP dat is ontworpen voor laserprinters of multifunctioneel gebruik.
Materiaalsoort Doen Etiketten ● Gebruik alleen etiketbladen waarvan het beschermblad niet zichtbaar is tussen de etiketten. ● Gebruik etiketten die plat liggen. ● Gebruik alleen volle vellen etiketten. ● Gebruik uitsluitend transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik in kleurenlaserprinters. ● Leg de transparanten op een glad oppervlak nadat u ze uit het product heeft verwijderd.
Kleur aanpassen Beheer kleur door de instellingen op het tabblad Kleur in de printerdriver te wijzigen. Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Selecteer een kleurthema in de vervolgkeuzelijst Kleurthema's. ● Standaard (sRGB): Met dit thema stelt u het apparaat in voor het afdrukken van RGBgegevens in de onbewerkte apparaatmodus.
● Foto (Adobe RGB 1998): Gebruik dit thema voor het afdrukken van digitale foto's die de AdobeRGB-kleurruimte gebruiken in plaats van sRGB. Schakel kleurbeheer in het softwareprogramma uit wanneer u dit thema gebruikt. ● Geen: Er wordt geen kleurthema gebruikt. De kleuropties wijzigen Wijzig de kleuropties voor de huidige afdruktaak vanaf het tabblad Kleur of in de printerdriver. 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. 3.
5. Klik op de optie Afdrukken in grijstinten om een kleurendocument af te drukken in zwart en grijstinten. Gebruik deze optie om kleurendocumenten af te drukken voor kopiëren of faxen. U kunt deze optie ook gebruiken om concepten af te drukken of kleurtoner te besparen. 6. Klik op de knop OK. handmatige kleuropties Met de handmatige kleuraanpassingsopties kunt u zelf de opties Neutrale grijstinten, Halftonen en Scherpteregeling voor tekst, illustraties en foto’s aanpassen.
De papierbaan reinigen vanaf het bedieningspaneel 1. Druk op Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Service te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om de optie Reinigingspagina te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Laad gewoon papier of A4-papier wanneer dit wordt gevraagd. 5. Druk opnieuw op OK om de reinigingsprocedure te bevestigen en te starten. . Een pagina wordt langzaam door het product gevoerd.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Windows 16 1. Plaats het papier met de voorkant naar boven in de invoerlade. 2. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 3. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
4. Klik op het tabblad Afwerking. 5. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) in. Klik op OK om de eerste zijde van de taak af te drukken. 6. Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak en plaats het papier met de bedrukte zijde naar beneden in de invoerlade, zonder de afdrukrichting te wijzigen. 7. Klik op de computer op de knop Doorgaan om de tweede zijde af te drukken. Als u zich bij het apparaat bevindt, drukt u op de knop OK.
Naslaggids NLWW
© 2011 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.com Edition 1, 4/2011 Onderdeelnummer: CE865-90950 Windows ® is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.