HP ThinPro 4.4 Admin Guide

blank (leeg)
logo
e. Als u logo hebt geselecteerd, selecteert u vervolgens Customize a logo (Een logo
aanpassen) en klikt u daarna op Select (Selecteren) om het gewenste logobestand te
zoeken.
3. Configureer de instellingen van Display Power Management (Energiebeheer beeldscherm) om
het beeldscherm uit te schakelen na een vooraf ingestelde periode van inactiviteit:
a. Selecteer Enable Display Power Management (Stroomverbruikbeheer beeldscherm
activeren) of schakel dit selectievakje uit als u deze functie niet wilt gebruiken.
b. Selecteer de wachttijd (in minuten) waarna het beeldscherm moet worden uitgeschakeld. U
kunt het gewenste aantal minuten typen of selecteren met de pijltoetsen.
4. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten.
Beveiliging
Met deze functie kunt u beheerders- en gebruikerswachtwoorden wijzigen.
Het wachtwoord wijzigen:
1. Dubbelklik op Security (Beveiliging).
2. Selecteer Administrator (Beheerder) of User (Gebruiker) en klik op Change password
(Wachtwoord wijzigen).
3. Voer in de velden New password (Nieuw wachtwoord) en Confirmation (Bevestiging) het nieuwe
wachtwoord in en klik op OK.
4. Als u een aanmelding wilt forceren, activeert u de optie Must login to access desktop (Moet
aanmelden voor toegang tot desktop).
5. Klik op OK.
OPMERKING: Het wordt sterk aanbevolen dat u de standaardwaarden van het gebruikers- en
beheerderswachtwoord wijzigt.
HP ThinPro Configuration (HP ThinPro-configuratie)
U kunt de volgende opties selecteren:
Connections (Verbindingen): Authorized actions on connections (Toegestane acties voor
verbindingen)
Control Panel (Configuratiescherm): Authorized applications (Toegestane applicaties)
Desktop (Bureaublad): Desktop options (Bureaubladopties)
Systeem: Gegevens over beschikbare middelen en WakeOnLAN-modus
OPMERKING: Deze optie is niet op alle modellen beschikbaar.
Verbindingen instellen en gebruikersmachtigingen voor het configuratiescherm
Ga als volgt te werk om de gebruikersrechten op de tabbladen Connections (Verbindingen) en
Control Panel (Configuratiescherm) in te stellen:
44 Hoofdstuk 4 Configuratiescherm