HP ThinPro 4.4 Admin Guide
●
IPv6 Address (MAC-adres)
●
Subnet Prefix Lengte
●
Default Gateway (Standaardgateway)
f. Beveiligingsinstellingen
Authenticatie
●
TTLS
◦
Inner Authentication (Interne verificatie):Extra verificatielaag
◦
CA Certificate (Beveiligingscertificaat): locatie van beveiligingscertificaat
◦
Anonymous Identity (Anonieme identiteit):Een willekeurige tijdelijke naam
(optioneel)
◦
Username (Gebruikersnaam): naam van de gebruiker
◦
Password (Wachtwoord): wachtwoord van de gebruiker
●
PEAP
◦
Inner Authentication (Interne verificatie): Extra verificatielaag
◦
PEAP Version (PEAP-versie): te gebruiken versie van PEAP
◦
CA Certificate (Beveiligingscertificaat): locatie van beveiligingscertificaat
◦
Anonymous Identity (Anonieme identiteit): Een willekeurige tijdelijke naam
(optioneel)
◦
Username (Gebruikersnaam): naam van de gebruiker
◦
Password (Wachtwoord): wachtwoord van de gebruiker
●
TLS
◦
CA Certificate (Beveiligingscertificaat): locatie van beveiligingscertificaat
◦
User Certificate (Gebruikerscertificaat): locatie van gebruikerscertificaat
◦
Private Key (persoonlijke sleutel): locatie van persoonlijke sleutel
◦
Identity (Identiteit): identiteitstring van gebruiker
◦
Private Key Password (Wachtwoord persoonlijke sleutel): wachtwoord van de
sleutel van de gebruiker
3. Klik op het tabblad DNS:
●
Hostname: hostnaam van de thin client
●
DNS Server: naam van de DNS-server
●
Search Domains (Domeinen zoeken): Het domein waarbij de thin client hoort.
●
HTTP Proxy: de proxy die moet worden gebruikt voor HTTP communicatie.
●
FTP Proxy: de proxy die moet worden gebruikt voor FTP communicatie.
4. Klik op het tabblad IPSec
:
●
Add (Toevoegen): voeg een nieuwe regel toe
42 Hoofdstuk 4 Configuratiescherm