Operation Manual

Problemen oplossen
gebruikershandleiding 57
Het beeld is niet scherp:
Zorg ervoor dat het deksel van de lens openstaat.
Draai aan de ring Focus terwijl het schermmenu wordt weergegeven.
(De beeldgrootte mag niet veranderen. Als dit toch gebeurt, draait u aan
de ring Zoom in plaats van de ring Focus.)
Plaats het projectiescherm 1 tot 10 m van de projector.
Controleer of de lens van de projector moet worden gereinigd.
Stel bij een computerverbinding de schermresolutie op de computer in op
800 x 600 pixels. Pas de resolutie aan op de monitor die aan de projector
is toegewezen als de computer over meerdere monitors beschikt.
Als een computer is aangesloten op de S-videopoort, kan de
beeldresolutie niet even hoog zijn als de resolutie van de monitor.
Het beeld is te klein of te groot:
Draai aan de ring Zoom boven op de projector.
Vergroot of verklein de afstand tussen de projector en het scherm.
Druk een of meerdere keren op de knop Picture mode op de projector
of de afstandsbediening als u met een van de beeldmodi de juiste
beeldgrootte kunt instellen.
Druk op de knop Menu en kies achtereenvolgens Beeld> Beeldmodus
aanpassen > Spreiden. Probeer de verschillende instellingen.
Druk op de knop Menu, kies achtereenvolgens Beeld >
Vorminstellingen en stel Breedbeeldinvoer in op Ja als het
bronapparaat een breedbeeldsignaal verzendt. Kies anders Nee.
De zijden van het beeld lopen schuin:
Plaats de projector opnieuw zo recht mogelijk voor het scherm en onder
de rand van het scherm.
Druk op de knop Keystone op de projector of de afstandsbediening
totdat de zijden verticaal lopen.