Getting Started Guide

Nederlands
102
Installatieproblemen oplossen
Stap 1: Controleer of het lampje voor draadloze verbindingen
(802.11) is ingeschakeld.
Als het blauwe lampje bij de knop Draadloos van
de printer niet brandt, zijn de draadloze functies
mogelijk niet ingeschakeld.
Om draadloos in te schakelen , drukt u op de
knop
(Draadloos) op het bedieningspaneel van
de printer. Indien u de optie Draadloos is uit ziet in
de lijst, selecteert u Draadloze instellingen met behulp
van de knoppen rechts en vervolgens kiest u voor
Draadloos: Aan/uit, en selecteer Aan.
Stap 2. Controleer of de computer met het netwerk is verbonden
Controleer of uw computer is verbonden met
uw draadloos netwerk. Als de computer niet is
aangesloten op het netwerk, kunt u de printer niet
gebruiken in het netwerk. Als u uw computer niet op
het netwerk kunt aansluiten, neem dan contact op met
de persoon die uw netwerk heeft ingesteld of met de
fabrikant van uw router, omdat er een probleem met
de hardware van uw router of computer kan zijn.
Stap 3. Start de onderdelen van het draadloze netwerk opnieuw
Schakel de router en de printer uit en zet ze
vervolgens weer aan in deze volgorde: eerst de
router en dan de printer. Als u nog steeds geen
verbinding kunt maken, zet u de router, de printer
en uw computer uit en zet u deze vervolgens
weer aan in deze volgorde: eerst de router, dan
de printer en dan de computer. Soms wordt een
netwerkcommunicatieprobleem opgelost door de
printer uit en weer in te schakelen.
Stap 4. Druk een testrapport draadloos af
Bij problemen in verband met het draadloze netwerk,
drukt u een testrapport draadloos af.
Zie “Stap 2: Draadloze verbinding testen” op pagina
97 voor meer informatie.
Tip: Als de testrapport draadloos aangeeft dat
het signaal zwak is, plaatst u de printer dichter
bij de draadloze router.
Storing verminderen
De volgende tips kunnen helpen de kans
op storing in een draadloos netwerk te
verminderen:
Houd de draadloze apparatuur uit de buurt
van grote metalen voorwerpen zoals
archiefkasten en van elektromagnetische
apparaten zoals magnetrons en draadloze
telefoons, omdat deze radiosignalen kunnen
verstoren.
Gebruik de draadloze apparatuur niet in de
buurt van grote gebouwen en objecten,
omdat deze radiogolven kunnen absorberen
en de signalen kunnen verzwakken.
Positioneer het toeganspunt of de draadloze
router op een centrale locatie, in het
gezichtsveld van de draadloze apparaten op
het netwerk.
Houd alle draadloze apparaten op het
netwerk onderling binnen bereik.