Printer Quick Start Guide

28
Printergegevens
Voedingspecificaties
Netsnoer: 589110-002, 589111-002, 589112-002, 589210-002,
589211-002, 8120-8441, 589218-002, 589216-002, 589217-002,
589215-002, 8120-8373
Ingangsspanning: 100 tot 240 Vac
Ingangsfrequentie: 50/60 Hz
Maximale ingangsstroom: 600 mA
Opmerking: Gebruik alleen het netsnoer dat door HP is geleverd.
Inktverbruik
Inkt uit de cartridges wordt in het afdrukproces op verschillende manieren
gebruikt: in het initialiseringsproces waarbij de printer en de cartridges worden
voorbereid om af te drukken, en bij het onderhoud van de printkoppen om
ervoor te zorgen dat de afdruksproeiers schoon blijven en de inkt gemakkelijk
kan uitstromen. Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge achter nadat deze is
gebruikt. Raadpleeg voor meer informatie: www.hp.com/go/inkusage.
Veiligheid doorschijnend deksel
Om ervoor te zorgen dat het doorschijnende deksel niet breekt, moet
u onderstaande voorzorgen nemen:
Druk niet te hard op het scannerdeksel.
Scan geen documenten terwijl het deksel open staat.
Statuslampje Draadloos
Een blauw lampje geeft aan dat de draadloze verbinding werd tot stand
gebracht en dat u kunt afdrukken.
Een langzaam knipperend lampje geeft aan dat de draadloze functie is
ingeschakeld, maar de printer niet is aangesloten op een netwerk. Zorg
ervoor dat uw printer binnen bereik is van het draadloze signaal.
Een snel knipperend lampje geeft een fout aan met de draadloze functie.
Raadpleeg het bericht op het printerbeeldscherm.
Anonieme opslag van gebruiksinformatie
De HP-cartridges in deze printer zijn voorzien van een geheugenchip die de
goede werking van de printer mee helpt waarborgen en een beperkt aantal
anonieme gegevens bewaart over het gebruik van de printer. De informatie
zal worden gebruikt om de toekomstige HP-printers nog verder te verbeteren.
Voor meer informatie en instructies om de informatieverzameling uit te
schakelen, gaat u naar de elektronische help, klikt u op Bijlage > Technische
informatie > Informatie over de cartridgechip.
Uw printer delen met meerdere computers
Als uw printer al op uw draadloze netwerk is geïnstalleerd en u hem wilt
delen met de andere computers die op hetzelfde netwerk zijn aangesloten,
dan moet de printersoftware op de andere computers worden geïnstalleerd.
Selecteer tijdens de software-installatie de verbinding Draadloos wanneer
hierom wordt gevraagd, en volg de instructies op het scherm om de installatie
van de printersoftware te voltooien.
Nederlands