Handleiding voor de hardware HP Compaq notebookcomputers Artikelnummer van document: 333644-331 Augustus 2003 In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u de hardwarevoorzieningen van de notebookcomputer kunt herkennen en gebruiken. Verder bevat de handleiding informatie over connectoren voor externe apparatuur. Ook vindt u hier specificaties met betrekking tot de voeding en de omgeving. Deze informatie kan nuttig zijn als u de notebookcomputer op reis wilt gebruiken.
© 2003 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Intel en SpeedStep zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. SD Logo is een handelsmerk. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantiebepalingen bij de betreffende producten en diensten.
Inhoudsopgave 1 Voorzieningen van de notebookcomputer Onderdelen van de cursorbesturing . . . . . . . . . . . . . . . . . 1–1 Model met touchpad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1–1 Model met dubbele cursorbesturing . . . . . . . . . . . . . 1–3 Onderdelen aan de bovenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1–4 Lampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1–7 Onderdelen aan de linkerkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Helderheid van het beeldscherm verhogen (fn+f10) . 2–8 Systeemgegevens weergeven (fn+esc) . . . . . . . . . . . 2–8 Hotkeys en sneltoetsen gebruiken met externe toetsenborden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–9 Quick Launch knoppen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–10 Toetsenblokken gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–11 Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken . . . . 2–11 Extern toetsenblok gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Accu bewaren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3–21 Gebruikte accu's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3–22 Meer informatie over voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3–23 4. Schijfeenheden Onderhoud van schijfeenheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4–1 Schijfeenheden aan het systeem toevoegen . . . . . . . . . . . 4–3 Vaste schijf. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave 6 Communicatieapparatuur Modemkabel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . RJ-11-telefoonkabel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Landspecifieke modemadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . Netwerkkabel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verbinden met een infraroodapparaat . . . . . . . . . . . . . . . Infraroodtransmissie instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . Standbystand gebruiken met infrarood . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave 9 Specificaties Afmetingen van de notebookcomputer . . . . . . . . . . . . . . Omgeving. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Nominaal ingangsvermogen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Modemspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Voorzieningen van de notebookcomputer Onderdelen van de cursorbesturing Model met touchpad Handleiding voor de hardware 1–1
Voorzieningen van de notebookcomputer Beschrijvingen van de onderdelen van het touchpad Nummer Onderdeel Beschrijving 1 Touchpad Hiermee kunt u de cursor of aanwijzer verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. U kunt andere muisfuncties voor dit onderdeel instellen, zoals schuiven, selecteren en dubbelklikken. 2 Linker- en rechterknop van het touchpad Hebben dezelfde functie als de linker- en rechtermuisknop op een externe muis.
Voorzieningen van de notebookcomputer Model met dubbele cursorbesturing Beschrijvingen van de onderdelen van de dubbele cursorbesturing Nummer Onderdeel Beschrijving 1 EasyPoint-muisbesturing Hiermee kunt u de cursor of aanwijzer verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. 2 Linker- en rechterknop van de EasyPointmuisbesturing Deze knoppen hebben dezelfde functie als de linker- en rechtermuisknop op een externe muis.
Voorzieningen van de notebookcomputer Onderdelen aan de bovenkant Beschrijvingen van de onderdelen aan de bovenkant Nummer Onderdeel Beschrijving 1 Aan/uit-knop* Deze knop werkt als volgt: ■ Als de notebookcomputer is uitgeschakeld, schakelt u hiermee de notebookcomputer in. ■ Als de standbystand actief is, beëindigt u hiermee de standbystand. ■ Als de Hibernation-voorziening actief is, beëindigt u hiermee de Hibernation-stand.
Voorzieningen van de notebookcomputer Beschrijvingen van de onderdelen aan de bovenkant (Vervolg) Nummer Onderdeel Beschrijving 2 Quick Launch knoppen (3) Hiermee kunt u met één druk op de knop veelgebruikte functies starten. ■ QuickLock knop (links): Hiermee schakelt u het toetsenbord en de cursorbesturing uit en wordt de informatie op het scherm gewist. ■ Draadloos aan/uit-knop (midden): Hiermee schakelt u de geïntegreerde draadloze apparaten op de notebookcomputer in en uit.
Voorzieningen van de notebookcomputer Beschrijvingen van de onderdelen aan de bovenkant (Vervolg) Nummer Onderdeel Beschrijving 7 fn-toets Als u op deze toets drukt in combinatie met een functietoets of de esc-toets, voert u veelgebruikte systeemfuncties uit. Niet afgebeeld Geheugencompartiment (niet afgebeeld, onder het toetsenbord) Hierin bevindt zich één slot voor het primaire geheugen (in gebruik) en één uitbreidingsslot.
Voorzieningen van de notebookcomputer Lampjes Beschrijvingen van de lampjes Nummer Onderdeel Beschrijving 1 Num Lock Aan: Num Lock is actief of het geïntegreerde numerieke toetsenblok is ingeschakeld. 2 Caps Lock Aan: Caps Lock is ingeschakeld. 3 Scroll Lock Aan: Scroll Lock is ingeschakeld. 4 Draadloos aan/uit Aan: Een geïntegreerd draadloos apparaat is ingeschakeld.
Voorzieningen van de notebookcomputer Beschrijvingen van de lampjes (Vervolg) Nummer Onderdeel Beschrijving 5 Aan/uit/standby Aan: De voeding is ingeschakeld. Knippert: De notebookcomputer staat in de standbystand. ✎ Het aan/uit/standby-lampje knippert ook wanneer een accu de enige beschikbare voedingsbron is en de accu bijna leeg is. Het lampje gaat uit wanneer de Hibernation-voorziening van het systeem wordt ingeschakeld of wanneer het systeem wordt afgesloten.
Voorzieningen van de notebookcomputer Onderdelen aan de linkerkant Beschrijvingen van de onderdelen aan de linkerkant Nummer Onderdeel Beschrijving 1 Audio-uitgang Hierop sluit u optionele stereoluidsprekers, een hoofdtelefoon, een headset of een televisie met eigen voeding aan om het systeemgeluid weer te geven. 2 Microfoonconnector Hierop sluit u een optionele monomicrofoon aan. 3 Vaste-schijfpositie Hierin bevindt zich de primaire vaste schijf.
Voorzieningen van de notebookcomputer Onderdelen aan de rechterkant Beschrijvingen van de onderdelen aan de rechterkant Nummer Onderdeel Beschrijving 1 Accucompartiment Bevat de primaire accu. 2 SD-slot (Secure Digital) Slot voor SD-geheugenkaarten. 3 PC Card-slots (2) Hierin kunt u een optionele Type I, Type II of Type III 32-bit CardBus-kaart of 16-bit PC Card plaatsen.
Voorzieningen van de notebookcomputer Beschrijvingen van de onderdelen aan de rechterkant (Vervolg) Nummer Onderdeel Beschrijving 5 Bluetooth-compartiment Hierin kunt u een draadloos Bluetooth-apparaat plaatsen. ✎ 6 Uitsparing voor een beveiligingskabel Hiermee kunt u de notebookcomputer beveiligen met een optioneel kabelslot. Ä Handleiding voor de hardware Bluetooth wordt niet in alle landen ondersteund. Beveiligingsvoorzieningen zijn bedoeld als afschrikwekkend middel.
Voorzieningen van de notebookcomputer Onderdelen aan de voorkant Beschrijvingen van de onderdelen aan de voorkant Nummer Onderdeel Beschrijving 1 Infraroodpoort Hiermee is draadloze communicatie mogelijk tussen de notebookcomputer en een optioneel apparaat dat voldoet aan IrDA. 2 Knop Geluid uit Aan: Hiermee schakelt u het geluid van het systeem uit. Er gaat een lampje branden als u op de knop drukt en het geluid wordt uitgeschakeld.
Voorzieningen van de notebookcomputer Beschrijvingen van de onderdelen aan de voorkant (Vervolg) Nummer Onderdeel Beschrijving 5 Luidsprekers (2) Hierdoor wordt het systeemgeluid weergegeven. 6 Draadloze antennes (2) Hiermee worden gegevens draadloos verzonden (niet afgebeeld, aan weerszijden van het beeldscherm). Å Blootstelling aan straling van radiofrequenties.De kracht van de straling ligt onder de limieten die door de FCC zijn ingesteld voor blootstelling aan radiofrequentiestraling.
Voorzieningen van de notebookcomputer Onderdelen aan de achterkant Beschrijvingen van de onderdelen aan de achterkant Nummer Onderdeel Beschrijving 1 Netvoedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter of een optionele autoadapter/acculader of vliegtuigadapter aansluiten. 2 Seriële poort Hierop sluit u een optioneel serieel apparaat aan. 3 Parallelle poort Hierop sluit u een optioneel parallel apparaat aan, zoals een externe diskettedrive of een printer.
Voorzieningen van de notebookcomputer Beschrijvingen van de onderdelen aan de achterkant (Vervolg) Nummer Onderdeel Beschrijving 7 Connector voor externe monitor Hierop sluit u een optionele externe monitor of overheadprojector aan. 8 S-video-uitgang Hierop kunt u een optioneel S-videoapparaat aansluiten, bijvoorbeeld een televisie, videorecorder, camcorder, overheadprojector of video-opnamekaart. 9 Ventilatieopening Deze ventilatieopening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen.
Voorzieningen van de notebookcomputer Onderdelen aan de onderkant Beschrijvingen van de onderdelen aan de onderkant Nummer Onderdeel Beschrijving 1 Aansluitconnector Hiermee kunt u de notebookcomputer op een optionele poortreplicator of een geavanceerde poortreplicator aansluiten. 2 Toetsenbordschroeven (2) Door deze schroeven te verwijderen, kunt u het toetsenbord loshalen om toegang te krijgen tot het systeemgeheugen.
Voorzieningen van de notebookcomputer Beschrijvingen van de onderdelen aan de onderkant (Vervolg) Nummer Onderdeel Beschrijving 4 Accuvergrendeling Hiermee ontgrendelt u de primaire accu uit de accuruimte. 5 Accuruimte Dit is de ruimte voor de primaire accu. 6 Bevestigingsschroef van de vaste schijf Hiermee is de vaste schijf vastgezet. 7 MultiBay ontgrendeling Hiermee ontgrendelt u het MultiBay apparaat. 8 Borgschroef van de vaste schijf Hiermee is de vaste schijf bevestigd.
Voorzieningen van de notebookcomputer Labels Beschrijvingen van de labels Nummer Onderdeel Beschrijving 1 Systeemlabel Hierop vindt u kennisgevingen over de notebookcomputer. ✎ 2 1–18 Label met Certificaat van Echtheid Het serienummer, dat zich op het systeemlabel bevindt, is het identificatienummer van de notebookcomputer. Dit nummer kan van pas komen als u contact opneemt met de klantenservice.
Voorzieningen van de notebookcomputer Beschrijvingen van de labels (Vervolg) Nummer Onderdeel Beschrijving 3 WLAN-label Hierop vindt u voorschriften voor het gebruik van het draadloosnetwerkapparaat (WLAN-apparaat) dat deel uitmaakt van sommige notebookcomputers. ✎ 4 Modemlabel Op het label staan de landen waarin het modem kan worden gebruikt. ✎ 5 Bluetooth-label Handleiding voor de hardware Deze informatie kan van pas komen wanneer u het WLAN-apparaat op een buitenlandse reis gebruikt.
2 Toetsenbord en cursorbesturing Cursorbesturing gebruiken Standaard maakt het niet uit of u de EasyPoint-muisbesturing of het touchpad gebruikt bij uw werkzaamheden. Onderdelen van de cursorbesturing Nummer Onderdeel Beschrijving 1 EasyPoint-muisbesturing Hiermee kunt u de cursor of aanwijzer verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren.
Toetsenbord en cursorbesturing Onderdelen van de cursorbesturing (Vervolg) Nummer Onderdeel Beschrijving 2 Linker- en rechterknop van de EasyPointmuisbesturing Hebben dezelfde functie als de linkeren rechtermuisknop op een externe muis. 3 Touchpad Hiermee kunt u de cursor of aanwijzer verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. U kunt hiervoor ook andere muisfuncties instellen, zoals schuiven en dubbelklikken.
Toetsenbord en cursorbesturing EasyPoint-muisbesturing gebruiken Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, drukt u de EasyPoint-muisbesturing in de richting waarin u de aanwijzer wilt verplaatsen. Gebruik de linker- en rechterknop van de muisbesturing op dezelfde wijze als waarop u de linker- en rechterknop van een externe muis gebruikt. U vervangt het kapje van de EasyPoint-muisbesturing als volgt: 1. Schakel de notebookcomputer uit. 2. Trek het oude kapje voorzichtig van de EasyPoint-muisbesturing af. 3.
Toetsenbord en cursorbesturing Externe muis gebruiken U kunt een externe USB-muis op de notebookcomputer aansluiten via een van de connectoren op de achterkant. Een externe PS/2- of USB-muis kunt u aansluiten via de connectoren op een optionele geavanceerde poortreplicator. Voorkeuren voor cursorbesturing instellen Via het Windows-venster Eigenschappen voor muis kunt u de instellingen voor cursorbesturing aanpassen aan uw wensen.
Toetsenbord en cursorbesturing Hotkeys en sneltoetsen gebruiken Hotkeys en sneltoetsen zijn vooraf ingestelde combinaties van de fn -toets en een andere toets. Hiermee voert u veelgebruikte systeemfuncties uit. Fn- en functietoetsen herkennen Nummer Onderdeel 1 fn-toets 2 Functietoetsen ■ Een hotkey is een combinatie van de fn-toets en een van de functietoetsen. De pictogrammen op de functietoetsen geven de hotkeyfuncties aan die beschikbaar zijn op uw notebookcomputer.
Toetsenbord en cursorbesturing Overzicht van hotkeys en sneltoetsen Functie Toetscombinatie om functie te activeren Toetscombinatie om functie uit te schakelen Standbystand activeren fn+f3 Aan/uit-knop Schakelen tussen het beeldscherm van de notebookcomputer en een extern beeldscherm fn+f4 fn+f4 Accu-informatie weergeven fn+f8 fn+f8 Helderheid van beeldscherm verlagen fn+f9 N.v.t. Helderheid van beeldscherm verhogen fn+f10 N.v.t.
Toetsenbord en cursorbesturing Schakelen tussen beeldschermen (fn+f4) Met de hotkey fn+f4 schakelt u over van en naar het beeldscherm dat is aangesloten op de connector voor een externe monitor of de S-video-uitgang op de notebookcomputer.
Toetsenbord en cursorbesturing Informatie over acculading weergeven (fn+f8) Druk op fn+f8 om ladingsgegevens over alle geïnstalleerde accu's weer te geven. U ziet welke accu's worden opgeladen en hoeveel lading zich nog in elke accu bevindt. De locatie van de accu's wordt aangegeven met een nummer: ■ Locatie 1 is de primaire accu. ■ Locatie 2 is de MultiBay accu. Helderheid van het beeldscherm verlagen (fn+f9) Druk op fn+f9 als u de helderheid van het beeldscherm wilt verlagen.
Toetsenbord en cursorbesturing Hotkeys en sneltoetsen gebruiken met externe toetsenborden In de volgende tabel ziet u hoe u op externe toetsenborden bepaalde hotkeys en sneltoetsen kunt gebruiken: Toetsen op de notebookcomputer Toetsen van het externe toetsenbord fn+esc scroll lock+scroll lock+esc fn+f8 scroll lock+scroll lock+f8 Handleiding voor de hardware 2–9
Toetsenbord en cursorbesturing Quick Launch knoppen gebruiken Met de drie Quick Launch knoppen voert u via één druk op de knop veelgebruikte functies uit. Quick Launch knoppen Nummer Onderdeel Beschrijving 1 Knop QuickLock Hiermee schakelt u het toetsenbord en de cursorbesturing uit en wordt de informatie op het scherm gewist. Voordat u QuickLock kunt gebruiken, moet u een wachtwoord instellen en voorkeuren selecteren.
Toetsenbord en cursorbesturing Toetsenblokken gebruiken De notebookcomputer heeft een geïntegreerd numeriek toetsenblok en ondersteunt tevens een optioneel extern toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok. Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken U kunt de vijftien toetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok op dezelfde manier gebruiken als de toetsen van een extern toetsenblok.
Toetsenbord en cursorbesturing Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen Druk op fn+num lk om het geïntegreerde numerieke toetsenblok in te schakelen. Het Num Lock-lampje gaat branden. Druk nogmaals op fn+num lk om terug te keren naar de standaardfuncties van de toetsenbloktoetsen. geïntegreerde numerieke toetsenblok werkt niet als een ✎ Het extern toetsenbord of toetsenblok is aangesloten op de notebookcomputer of op een optionele poortreplicator.
Toetsenbord en cursorbesturing Extern toetsenblok gebruiken De werking van de meeste toetsen op de meeste externe toetsenblokken hangt af van de Num Lock-stand. Bijvoorbeeld: ■ Wanneer Num Lock is ingeschakeld, kunt u met de meeste toetsenbloktoetsen cijfers typen. ■ Wanneer Num Lock is uitgeschakeld, werken de meeste toetsenbloktoetsen als pijltoetsen, Page Up-toets of Page Down-toets.
Toetsenbord en cursorbesturing 2. Druk op f10 wanneer het bericht F10 = ROM Based Setup linksonder in het scherm verschijnt. ❏ Als u de taal wilt wijzigen, drukt u op f2. ❏ Voor navigatie-instructies drukt u op f1. 3. Kies Advanced (Geavanceerd) > Device Options (Apparaatopties) en druk vervolgens op enter. 4. Schakel het selectievakje Num Lock State at Boot (Num Lock-status bij opstarten) in of uit.
3 Accu's Notebookcomputer op accuvoeding laten werken Wanneer de notebookcomputer op een externe netvoedingsbron is aangesloten, werkt de computer op netvoeding. Wanneer zich een opgeladen accu in de notebookcomputer bevindt en de notebookcomputer niet is aangesloten op een externe voedingsbron, werkt de notebookcomputer op accuvoeding. De notebookcomputer schakelt tussen netvoeding en accuvoeding op basis van de beschikbaarheid van een externe netvoedingsbron.
Accu's Als u de notebookcomputer twee weken of langer niet gaat gebruiken, kunt u de accu verwijderen en opbergen volgens de instructies in "Accu bewaren" verderop in dit hoofdstuk. U verlengt zo de levensduur van de accu. Raadpleeg het hoofdstuk "Energiebeheer" in de Handleiding voor de software op de documentatie-cd Documentation Library voor meer informatie over het tijdelijk onderbreken van uw werk op de notebookcomputer.
Accu's Accu's herkennen De notebookcomputer ondersteunt maximaal twee accu's: ■ De primaire accu 1 is een uit zes of acht cellen bestaande lithium-ion-accu die alleen in de accuruimte kan worden gebruikt. Bij de notebookcomputer wordt één primaire accu geleverd. ■ De MultiBay accu 2 is een optionele, uit acht cellen bestaande prismatische lithium-ion-accu die alleen in de MultiBay kan worden gebruikt.
Accu's Primaire accu plaatsen of verwijderen Ä VOORZICHTIG: Activeer de Hibernation-voorziening of schakel de notebookcomputer uit voordat u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is. Zo voorkomt u dat uw werk verloren gaat. U installeert de accu door de notebookcomputer om te keren en de accu zo ver mogelijk in de accuruimte te schuiven. Als u een accu wilt verwijderen, keert u de notebookcomputer om.
Accu's MultiBay accu plaatsen of verwijderen Ä VOORZICHTIG: Activeer de Hibernation-voorziening of schakel de notebookcomputer uit voordat u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is. Zo voorkomt u dat uw werk verloren gaat. U installeert de accu in de MultiBay door de notebookcomputer om te keren en de accu zo ver mogelijk in de MultiBay te schuiven.
Accu's Als u een MultiBay accu wilt verwijderen, keert u de notebookcomputer om. Verschuif vervolgens de ontgrendeling van de MultiBay en houd het schuifje vast 1 terwijl u de accu 2 uit de MultiBay trekt. Ä 3–6 VOORZICHTIG: Als de MultiBay geen apparaat bevat, kunt u er een lichtgewicht opvulstuk in plaatsen om de MultiBay te beschermen. U kunt het opvulstuk plaatsen of verwijderen terwijl de notebookcomputer aanstaat, uitstaat, in de standbystand staat of in de Hibernation-stand staat.
Accu's Accu's opladen Alle accu's in de notebookcomputer worden opgeladen als de computer via een netvoedingsadapter of een optionele autoadapter/acculader is aangesloten op een externe voedingsbron. een optionele vliegtuigadapter kunt u wel met de ✎ Met notebookcomputer werken, maar niet de accu opladen. Een accu wordt opgeladen ongeacht of de notebookcomputer in gebruik is of uit staat. Wanneer de notebookcomputer is uitgeschakeld, verloopt het opladen echter sneller.
Accu's Nieuwe accu opladen Laad de accu volledig op terwijl de notebookcomputer is aangesloten op een externe voedingsbron via de netvoedingsadapter. Als een nieuwe accu gedeeltelijk (maar niet volledig) is opgeladen, kunt u wel werken met de notebookcomputer, maar kan de informatie over de acculading onnauwkeurig zijn.
Accu's Acculading controleren In dit gedeelte vindt u informatie over de verschillende manieren waarop u kunt vaststellen hoeveel lading nog resteert in uw accu. Nauwkeurigheid van ladinginformatie verhogen U verhoogt als volgt de nauwkeurigheid van de aangegeven acculading: ■ Laad een accu pas op wanneer deze door normaal gebruik is ontladen tot ongeveer 10 procent van de volledige lading. ■ Laad een accu altijd volledig op.
Accu's Toelichting op de weergave van de acculading Meestal wordt de acculading zowel in percentages als in resterend aantal minuten werktijd weergegeven. ■ Het percentage geeft de resterende lading van de accu aan. ■ De tijdsduur geeft ongeveer de resterende accuwerktijd aan als de accu voeding blijft leveren op het huidige niveau. De resterende accuwerktijd neemt bijvoorbeeld af als u een dvd afspeelt en toe als u het afspelen van een dvd stopt.
Accu's Informatie over de lading op een MultiBay accu weergeven Als een accu zich niet in de MultiBay bevindt, kunt u de resterende acculading als percentage van de volledige lading weergeven met behulp van de functie Quick Check van de accu. Quick Check is beschikbaar op MultiBay accu's. Deze functie is niet beschikbaar op primaire accu's. Druk op de knop Quick Check 1 op de accu om de resterende acculading als percentage van de volledige lading weer te geven.
Accu's Omgaan met een bijna lege accu Sommige waarschuwingen voor een bijna lege accu en de manier waarop het systeem daarop reageert, kunt u wijzigen in het venster Energiebeheer van het besturingssysteem. In dit gedeelte worden de waarschuwingen en systeemreacties beschreven die in de fabriek zijn ingesteld. Voorkeuren die u in het venster Energiebeheer instelt, zijn niet van invloed op de werking van de lampjes.
Accu's Als u wilt nagaan of de Hibernation-voorziening is ingeschakeld, controleert u of het selectievakje Ondersteuning voor slaapstand inschakelen of het selectievakje Slaapstand inschakelen op het tabblad Slaapstand is ingeschakeld. U opent dit tabblad als volgt: ■ In Windows 2000 selecteert u Start > Instellingen > Configuratiescherm. Dubbelklik op Energiebeheer. ■ In Windows XP selecteert u Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer.
Accu's Wanneer geen voedingsbron beschikbaar is Als de accu bijna leeg is en er geen voedingsbron beschikbaar is, activeert u de Hibernation-voorziening of slaat u uw werk op en schakelt u de notebookcomputer uit. Wanneer de notebookcomputer de Hibernation-voorziening niet kan beëindigen Als de accu bijna leeg is en de notebookcomputer onvoldoende voeding heeft om de Hibernation-voorziening te beëindigen, doet u het volgende: 1.
Accu's Procedure voor het kalibreren van een accu U kalibreert een accu door deze eerst volledig op te laden, vervolgens volledig te ontladen en dan weer volledig op te laden. Accu opladen Een accu wordt opgeladen ongeacht of de notebookcomputer in gebruik is of uit staat. Wanneer de notebookcomputer is uitgeschakeld, verloopt het opladen echter sneller. U laadt de accu als volgt op: 1. Plaats de accu in de notebookcomputer. 2.
Accu's Accu ontladen Schakel de Hibernation-voorziening uit voordat u een accu volledig gaat ontladen. U schakelt de Hibernation-voorziening als volgt uit: 1. Open het venster Energiebeheer. ❏ In Windows 2000 selecteert u Start > Instellingen > Configuratiescherm > Energiebeheer > tabblad Slaapstand. ❏ In Windows XP selecteert u Start > Configuratiescherm > Energiebeheer > tabblad Slaapstand. 2. Schakel het selectievakje Ondersteuning voor slaapstand inschakelen uit.
Accu's U kunt een accu als volgt volledig ontladen: 1. Selecteer het pictogram Energiebeheer op de taakbalk of ga naar het tabblad Energiebeheerschema's. ❏ In Windows 2000 selecteert u Start > Instellingen > Configuratiescherm > Energiebeheer > tabblad Energiebeheerschema's. ❏ In Windows XP selecteert u Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Energiebeheerschema's. 2.
Accu's 2. Als de notebookcomputer is uitgeschakeld, schakelt u deze in wanneer de accu volledig is opgeladen en het acculampje uitgaat. 3. Open het tabblad Energiebeheerschema's: ❏ In Windows 2000 selecteert u Start > Instellingen > Configuratiescherm > Energiebeheer > tabblad Energiebeheerschema's. ❏ In Windows XP selecteert u Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Energiebeheerschema's. 4.
Accu's Procedures en instellingen voor besparing van accuvoeding Als u gebruikmaakt van de volgende procedures en instellingen voor energiebesparing voor de accu, werkt de notebookcomputer langer op één acculading. Energie besparen terwijl u werkt U kunt als volgt energie besparen terwijl u werkt met de notebookcomputer: ■ Schakel draadloze verbindingen en LAN-verbindingen uit en sluit modemapplicaties af wanneer u deze niet gebruikt.
Accu's Instellingen voor energiebesparing voor de accu selecteren U stelt de notebookcomputer als volgt in om energie te besparen: ■ 3–20 Selecteer een korte wachttijd voor de schermbeveiliging en selecteer een schermbeveiliging met zo weinig mogelijk afbeeldingen en bewegende beelden. U krijgt als volgt toegang tot de instellingen voor de schermbeveiliging: ❏ In Windows 2000 selecteert u Start > Instellingen > Configuratiescherm > Beeldscherm > tabblad Schermbeveiliging.
Accu's Accu bewaren Als u de notebookcomputer langer dan twee weken niet gebruikt en u de computer loskoppelt van de netvoeding, haalt u de accu's uit de computer en bergt u ze los van elkaar op. Ä VOORZICHTIG: Stel een accu niet gedurende langere tijd bloot aan hoge temperaturen, om beschadiging van de accu te voorkomen. Hoge temperaturen versnellen de zelfontlading van een accu in opslag. Berg een accu daarom op een koele, droge plaats op, zodat deze langer opgeladen blijft.
Accu's Gebruikte accu's Å WAARSCHUWING: Als u niet op de juiste manier omgaat met een accu, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen. Probeer niet een accu uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren. Zorg ervoor dat u geen kortsluiting veroorzaakt tussen de contactpunten van een accu. Stel een accu niet bloot aan temperaturen boven 60 °C (140 °F) en laat een accu niet in aanraking komen met water of vuur.
Accu's Meer informatie over voeding Raadpleeg het hoofdstuk "Energiebeheer"in de Handleiding voor de software op de documentatie-cd Documentation Library voor meer informatie over de standbystand, de Hibernationvoorziening, energiebesparing, de voorkeuren voor energiebeheer en andere energiebeheervoorzieningen.
4 Schijfeenheden Onderhoud van schijfeenheden Schijfeenheden zijn kwetsbare onderdelen van de notebookcomputer, die voorzichtig moeten worden behandeld. De volgende waarschuwingen gelden voor alle schijfeenheden. Waarschuwingen die betrekking hebben op specifieke procedures worden vermeld bij de desbetreffende procedures.
Schijfeenheden Ä VOORZICHTIG: Ga als volgt te werk om verlies van gegevens of schade aan de notebookcomputer of een schijfeenheid te voorkomen: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Wees voorzichtig met een schijfeenheid. Laat deze niet vallen. Als u te veel kracht gebruikt, kunnen de connectoren van de schijfeenheid beschadigd raken. Zorg ervoor dat u bij het plaatsen van een schijfeenheid niet meer kracht uitoefent dan nodig is om de schijfeenheid vast te zetten.
Schijfeenheden Schijfeenheden aan het systeem toevoegen Met verwisselbare schijfeenheden kunt u gegevens opslaan en gebruiken. ■ U kunt een standaardschijfeenheid aan het systeem toevoegen door de schijfeenheid in de MultiBay van de notebookcomputer of in een optionele geavanceerde poortreplicator te plaatsen. ■ U kunt ook een diskettedrive toevoegen.
Schijfeenheden Vaste schijf In dit gedeelte vindt u informatie over de primaire vaste schijf. Vaste-schijflampje herkennen Het vaste-schijflampje gaat branden als er wordt geschreven naar of gelezen van de primaire vaste schijf.
Schijfeenheden Primaire vaste schijf vervangen De vaste schijf in de vaste-schijfpositie is de primaire vaste schijf. Verwijder deze alleen als de notebookcomputer op correcte wijze is afgesloten. Ä VOORZICHTIG: U voorkomt als volgt dat het systeem vastloopt en gegevens verloren gaan: ■ ■ Sluit de notebookcomputer af voordat u de vaste schijf uit de vaste-schijfpositie verwijdert.
Schijfeenheden 6. Verwijder de vaste schijf door het klepje van de vaste schijf 1 op te lichten en de vaste schijf 2 uit de schijfpositie te trekken. U installeert een vaste schijf als volgt: 1. Licht het klepje van de vaste schijf 1 op. 2. Schuif de vaste schijf 2 in de schijfpositie tot de schijf goed vastzit.
Schijfeenheden 3. Voer een van de volgende handelingen uit: ❏ Als u een vaste schijf heeft geïnstalleerd, brengt u de bevestigingsschroef van de vaste schijf 1 en de borgschroef van de vaste schijf 2 weer aan. ❏ Als u een vaste schijf verwijdert maar geen nieuwe schijf plaatst, bergt u de bevestigingsschroef en de borgschroef van de vaste schijf op een veilige plaats op.
Schijfeenheden MultiBay schijfeenheid In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u schijfeenheden in de MultiBay van de notebookcomputer gebruikt. MultiBay lampje herkennen Het MultiBay lampje gaat branden wanneer een MultiBay apparaat (met uitzondering van de MultiBay accu) actief is. MultiBay vaste-schijfhouder gebruiken Een MultiBay vaste schijf moet in een optionele MultiBay vaste-schijfhouder worden geplaatst voordat de schijfeenheid in de MultiBay kan worden gebruikt.
Schijfeenheden Vaste schijf in de houder plaatsen 1. Schuif de twee keuzeschakelaars van de houder naar de buitenste rand. 2. Plaats de vaste schijf in de houder en schuif de connectoren op de schijfeenheid op de connectoren in de houder totdat de vaste schijf op zijn plaats zit.
Schijfeenheden Vaste schijf uit de houder verwijderen 1. Schuif het ontgrendelingsschuifje van de houder naar de buitenkant, zoals hieronder wordt aangegeven. 2. Maak de connectoren van de schijfeenheid voorzichtig los van de connectoren van de houder en haal de schijfeenheid uit de houder.
Schijfeenheden Vaste schijf in de MultiBay plaatsen u een vaste schijf in de MultiBay kunt plaatsen, moet u ✎ Voordat de schijf in een MultiBay vaste-schijfhouder plaatsen volgens de instructies eerder in dit hoofdstuk. Keer de notebookcomputer om. Schuif met de connector naar de MultiBay gericht de schijfeenheid of de schijf/houder-combinatie in de MultiBay totdat de eenheid of houder op zijn plaats zit.
Schijfeenheden Schijfeenheid uit de MultiBay verwijderen Ä VOORZICHTIG: Zet de schijfeenheid stop voordat u deze verwijdert, om te voorkomen dat het systeem vastloopt en er gegevens verloren gaan. U zet de schijfeenheid als volgt stop: ■ In Windows 2000 selecteert u het pictogram Hardware ontkoppelen of uitwerpen op de taakbalk en selecteert u vervolgens de schijfeenheid die u wilt verwijderen. Er verschijnt een bericht wanneer u de schijfeenheid kunt verwijderen.
Schijfeenheden 4. Schuif de MultiBay ontgrendeling 1 naar de achterkant van de notebookcomputer. 5. Trek de schijfeenheid of de schijf/houder-combinatie 2 uit de MultiBay.
Schijfeenheden MultiBay media Dit gedeelte bevat informatie over het gebruik van optische schijven (zoals cd-roms en dvd's) en diskettes in de MultiBay. Optische schijf in de schijfeenheid plaatsen 1. Schakel de notebookcomputer in. 2. Druk op de ejectknop 1 op het voorpaneel van de schijfeenheid om de lade te ontgrendelen. 3. Trek de lade helemaal uit 2. Houd een cd of een aan één kant afspeelbare dvd boven de lade met het label naar boven. 4.
Schijfeenheden Optische schijf verwijderen (met voedingsbron) Als er voeding beschikbaar is: 1. Schakel de notebookcomputer in. 2. Druk op de ejectknop 1 op het voorpaneel om de lade te ontgrendelen en trek de lade volledig uit 2. 3. Verwijder de schijf 3 uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf aan de randen vast en zorg dat u het oppervlak niet aanraakt.
Schijfeenheden Optische schijf verwijderen (zonder voedingsbron) Als er geen voeding beschikbaar is: 1. Steek het uiteinde van een paperclip 1 in de ontgrendeling in het voorpaneel van de schijfeenheid. 2. Druk de paperclip voorzichtig iets naar binnen totdat de lade wordt ontgrendeld. Trek de lade vervolgens volledig uit 2. 3. Verwijder de schijf 3 uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt.
Schijfeenheden Diskette plaatsen U plaatst een diskette in een diskettedrive door de diskette met het label naar boven voorzichtig in de drive te duwen totdat deze vastklikt. Als het medium correct is geplaatst, springt de ejectknop naar buiten. Diskette verwijderen U verwijdert een diskette als volgt uit een diskettedrive: 1. Druk op de ejectknop op de drive om de diskette uit te werpen. 2. Verwijder de diskette uit de drive.
Schijfeenheden Software voor optische schijven zoeken Op de notebookcomputer is vooraf software geladen waarmee u cd's en dvd's kunt afspelen, maar deze software is niet vooraf geïnstalleerd. U moet de software installeren voordat u deze kunt gebruiken. Raadpleeg het hoofdstuk "Software voor optische schijfeenheden" in de Handleiding voor de software op de documentatie-cd Documentation Library voor meer informatie.
5 Audio en video Audiovoorzieningen De notebookcomputer bevat de audio-onderdelen die in de volgende tabel worden beschreven: Audio-onderdelen Nummer Onderdeel Beschrijving 1 Audio-uitgang Hierop sluit u optionele stereoluidsprekers, een hoofdtelefoon, een headset of een televisie met eigen versterker aan. 2 Microfoonconnector Hierop sluit u een optionele monomicrofoon aan. 3 Knop Geluid uit Hiermee schakelt u het geluid van het systeem uit.
Audio en video Audio-onderdelen (Vervolg) Nummer Onderdeel Beschrijving 4 Volumeknoppen (2) Hiermee kunt u het geluidsvolume van het systeem aanpassen. Druk op de knop Volume omhoog voor een hoger volume. Druk op de knop Volume omlaag voor een lager volume. 5 Luidsprekers (2) Hierdoor wordt het systeemgeluid weergegeven. Audio-uitgang gebruiken Å WAARSCHUWING: Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon of headset opzet. Zo voorkomt u gehoorbeschadiging.
Audio en video ■ Als u een stereomicrofoon aansluit, wordt het linker-kanaalgeluid op beide kanalen opgenomen. ■ Als u een dynamische microfoon aansluit, wordt de aanbevolen gevoeligheid mogelijk niet bereikt. Volume aanpassen Regel met een van de volgende voorzieningen het volume: ■ ■ Volumeknoppen van notebookcomputer ❏ Druk op de knop Geluid uit om het geluid uit of weer in te schakelen.
Audio en video Videovoorzieningen De notebookcomputer bevat een S-video-uitgang waarop u een optioneel S-videoapparaat kunt aansluiten, bijvoorbeeld een televisie, videorecorder, camcorder, overheadprojector of video-opnamekaart. De notebookcomputer biedt ondersteuning voor één S-videoapparaat dat is aangesloten op de S-video-uitgang. U kunt de beelden tegelijkertijd op het computerbeeldscherm en op een eventueel ander ondersteund extern beeldscherm weergeven.
Audio en video S-video-uitgang gebruiken U sluit als volgt een videoapparaat aan op de S-video-uitgang: 1. Sluit het ene uiteinde van de S-videokabel 1 aan op de S-video-uitgang van de notebookcomputer. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel 2 aan op het videoapparaat zoals in de documentatie bij het apparaat staat aangegeven.
6 Communicatieapparatuur Modemkabel aansluiten U sluit de modemkabel, met aan elk uiteinde een 6-pins RJ-11-connector, aan op een analoge telefoonlijn. In sommige landen heeft u hiervoor een landspecifieke modemadapter nodig. Aansluitingen voor digitale huiscentrales lijken weliswaar veel op analoge telefoonaansluitingen, maar zijn niet compatibel met het modem. Å WAARSCHUWING: Als u de notebookcomputer op een digitale lijn aansluit, kan het modem blijvend beschadigd raken.
Communicatieapparatuur RJ-11-telefoonkabel U sluit als volgt een RJ-11-telefoonkabel aan: 1. Sluit de modemkabel 1 aan op de RJ-11-telefoonconnector van de notebookcomputer. Å WAARSCHUWING: Sluit de telefoonkabel niet aan op de RJ-45-netwerkconnector, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te vermijden. 2. Sluit de modemkabel 2 aan op de RJ-11-telefoonaansluiting.
Communicatieapparatuur Landspecifieke modemadapter Telefoonaansluitingen variëren van land tot land. Als u het modem en de RJ-11-telefoonkabel wilt gebruiken in een ander land dan het land waarin u de notebookcomputer heeft gekocht, schaft u een landspecifieke modemadapter aan. Raadpleeg de handleiding Modems en netwerken op de documentatie-cd Documentation Library voor meer informatie over het gebruik van uw notebookcomputer in het buitenland.
Communicatieapparatuur Netwerkkabel aansluiten Een netwerkkabel heeft aan beide uiteinden een 8-pins RJ-45-connector. Als de netwerkkabel ruisonderdrukkingscircuits bevat die voorkomen dat de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord, sluit u de kabel met het uiteinde waar zich de ruisonderdrukkingscircuits bevinden aan op de notebookcomputer. U sluit de netwerkkabel als volgt aan: 1. Sluit de netwerkkabel 1 aan op de RJ-45-netwerkconnector van de notebookcomputer. 2.
Communicatieapparatuur Verbinden met een infraroodapparaat De notebookcomputer voldoet aan IrDA (standaard 4 Mbps) en kan communiceren met een ander infraroodapparaat dat ook voldoet aan IrDA. De infraroodpoort ondersteunt zowel verbindingen met lage snelheden (maximaal 115 Kbps) als verbindingen met hoge snelheden (maximaal 4 Mbps). De prestaties van infraroodverbindingen zijn afhankelijk van de prestaties van de infraroodrandapparatuur, de afstand tussen infraroodapparaten en de gebruikte applicaties.
Communicatieapparatuur Infraroodtransmissie instellen Raadpleeg het Help-bestand bij het besturingssysteem voor informatie over het gebruik van infraroodsoftware. U stelt als volgt infraroodapparaten in voor een optimale transmissie: ■ Bereid de infraroodpoorten van beide apparaten voor op transmissie. ■ Plaats de apparaten met de infraroodpoorten naar elkaar gericht en niet meer dan ongeveer 1 meter uit elkaar. ■ Zorg ervoor dat de apparaten met de poorten recht op elkaar gericht zijn.
7 Externe apparatuur De uitgangen en connectoren die in deze handleiding worden beschreven, ondersteunen standaard externe apparatuur. ■ In de documentatie bij het apparaat staat vermeld welke connector moet worden gebruikt. ■ Tevens vindt u in de documentatie bij het apparaat meer informatie over het installeren of laden van software voor het apparaat, bijvoorbeeld stuurprogramma's. U sluit als volgt een standaard extern apparaat aan op de notebookcomputer: 1. Schakel de notebookcomputer uit. 2.
Externe apparatuur Monitor of projector aansluiten Als u een externe monitor of projector op de notebookcomputer wilt aansluiten, sluit u de monitorkabel aan op de connector voor de externe monitor aan de achterkant van de computer. een monitor of projector op de juiste wijze is aangesloten ✎ Als het beeld maar geen beeld geeft, kunt u met de hotkey fn+f4 overschakelen naar de monitor of projector.
Externe apparatuur USB-apparaat gebruiken USB (Universal Serial Bus) is een hardwarematige interface waarmee externe apparaten, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -schijfeenheid, -printer, -scanner of -hub, op de notebookcomputer kunnen worden aangesloten. De notebookcomputer heeft een standaard USB-connector 1 en een USB-connector met eigen voeding 2 waarop een optionele externe MultiBay kan worden aangesloten. De USB-connectoren ondersteunen USB 2.0- en USB 1.1-apparaten.
Externe apparatuur Voor bepaalde USB-apparatuur is extra ondersteunende software nodig. Deze wordt meestal bij het apparaat meegeleverd. Raadpleeg de documentatie bij het apparaat voor meer informatie over de installatie van software.
Externe apparatuur Optionele externe MultiBay aansluiten U sluit een externe MultiBay op de notebookcomputer aan via de USB-connector met eigen voeding. Met de externe MultiBay kunt u MultiBay schijfeenheden gebruiken. Raadpleeg de documentatie bij het apparaat voor meer informatie over de externe MultiBay.
Externe apparatuur Optioneel kabelslot aansluiten zijn bedoeld als afschrikwekkend ✎ Beveiligingsvoorzieningen middel. Deze voorzieningen kunnen niet voorkomen dat het apparaat verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. U beveiligt de computer als volgt met een kabelslot: 1. Leg de beveiligingskabel in een lus om een vast object. 2. Steek de sleutel van het kabelslot 1 in het kabelslot. 3. Sluit het kabelslot 2 aan op de uitsparing voor de beveiligingskabel 3. 4. Vergrendel het kabelslot met de sleutel.
8 Hardware-upgrades Als u hardware wilt bestellen of als u meer te weten wilt komen over upgrades en accessoires, kunt u de websites van HP, http://www.hp.com en http://www.hp.nl bezoeken. U kunt ook contact opnemen met een geautoriseerde HP Business Partner. Telefoonnummers van Business Partners vindt u in het boekje Worldwide Telephone Numbers dat bij de notebookcomputer wordt geleverd.
Hardware-upgrades Ä VOORZICHTIG: Als u software of enablers installeert die door een bepaalde leverancier van PC Cards zijn geleverd, kunt u mogelijk geen andere PC Cards gebruiken. Houd rekening met het volgende als u volgens de instructies in de documentatie bij de PC Card stuurprogramma's moet installeren: ■ ■ Installeer alleen de stuurprogramma's voor het door u gebruikte besturingssysteem.
Hardware-upgrades PC Card verwijderen Ä VOORZICHTIG: Om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt, is het belangrijk een PC Card stop te zetten voordat u deze verwijdert. 1. Zet de PC Card stop. ❏ In Windows 2000: Selecteer het pictogram Ontkoppelen/uitwerpen op de taakbalk en zet de kaart die u wilt verwijderen stop. Wanneer u de kaart veilig kunt verwijderen, wordt een bericht weergegeven.
Hardware-upgrades SD-kaarten gebruiken SD-kaarten (Secure Digital) zijn verwisselbare CompactFlashopslagapparaten ter grootte van een duimnagel waarop u heel gemakkelijk gegevens kunt opslaan en kunt uitwisselen met andere apparaten zoals PDA's, camera's en andere computers met SD-ondersteuning. SD-kaart plaatsen Ä VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om beschadiging van de connectoren te voorkomen: ■ ■ Oefen zo weinig mogelijk druk uit wanneer u een SD-kaart in het SD-slot plaatst.
Hardware-upgrades SD-kaart verwijderen Ä VOORZICHTIG: Om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt, is het belangrijk een SD-kaart stop te zetten voordat u deze verwijdert. U verwijdert een SD-kaart als volgt: 1. Sluit alle bestanden en programma's die gebruikmaken van de SD-kaart. 2. Zet de SD-kaart stop. ❏ In Windows 2000 selecteert u het pictogram Ontkoppelen/uitwerpen op de taakbalk en zet u de kaart die u wilt verwijderen stop.
Hardware-upgrades Geheugenmodules toevoegen en upgraden Å WAARSCHUWING: De geheugencompartimenten zijn de enige voor de gebruiker toegankelijke interne compartimenten in de notebookcomputer. Overige delen die alleen met gereedschap kunnen worden geopend, mogen slechts door een geautoriseerde Business Partner worden geopend.
Hardware-upgrades U kunt de geheugencapaciteit van de notebookcomputer uitbreiden door een geheugenmodule aan het uitbreidingsslot toe te voegen of door de geheugenmodule in het slot voor het primaire geheugen te upgraden. U kunt als volgt een geheugenmodule toevoegen of upgraden: 1. Schakel de notebookcomputer uit. (Als u niet weet of de notebookcomputer is uitgeschakeld of in de Hibernation-stand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
Hardware-upgrades 6. Open de notebookcomputer en schuif de vier ontgrendelingsschuifjes van het toetsenbord omlaag 1 om het toetsenbord te ontgrendelen. Kantel het toetsenbord 2 en verwijder het uit de notebookcomputer. 7. Druk de vergrendeling in 1 om het afdekplaatje van het geheugenslot te ontgrendelen 2. Licht het afdekplaatje op en verwijder het van de notebookcomputer.
Hardware-upgrades Als u het geheugen in het slot voor het primaire geheugen vervangt, verwijdert u eerst het geheugen in het geheugenuitbreidingsslot (indien aanwezig). Als u geheugen toevoegt aan het geheugenuitbreidingsslot, gaat u verder met stap 9. 8. U verwijdert als volgt een geheugenmodule uit het geheugenuitbreidingsslot: a. Trek de borgklemmetjes aan beide zijden van de module weg 1. Als de module is ontgrendeld, komt deze omhoog. b.
Hardware-upgrades 9. U plaatst als volgt de nieuwe geheugenmodule in een van beide geheugenslots: a. Laat de nokje op de rand van de module 1 samenvallen met de het nokje op het uitbreidingsslot. b. Druk de module onder een hoek van 45 graden in het slot totdat de module op zijn plaats zit en duw vervolgens de module naar beneden 2 totdat de borgklemmetjes op hun plaats springen. 10. Plaats het afdekplaatje van het geheugenslot weer terug. 11.
Hardware-upgrades Effecten van meer geheugen Wanneer het RAM (Random Access Memory) wordt uitgebreid, vergroot het besturingssysteem ook de ruimte op de vaste schijf die is gereserveerd voor het Hibernation-bestand. Als u problemen ondervindt met de Hibernation-voorziening nadat u het RAM heeft uitgebreid, controleert u of de vaste schijf voldoende vrije ruimte heeft voor een groter Hibernation-bestand.
9 Specificaties Dit gedeelte bevat nuttige informatie voor personen die de notebookcomputer in verschillende landen of onder extreme omstandigheden willen gebruiken of vervoeren. alleen compatibele netvoedingsadapters en accu's voor ✎ Gebruik de notebookcomputer. Ga voor aanvullende informatie naar de websites van HP (http://www.hp.com of http://www.hp.nl) of neem contact op met een geautoriseerde HP Business Partner. Telefoonnummers vindt u in het boekje Worldwide Telephone Numbers.
Specificaties Afmetingen van de notebookcomputer Afmetingen Metrisch V.S. Hoogte 3,25 cm 1,28 inch Breedte 31,75 cm 12,5 inch Diepte 26,16 cm 10,3 inch Metrisch V.S. In bedrijf 10° tot 35° C 50° tot 95° F Buiten bedrijf –30° tot 60° C –22° tot 140° F Omgeving Factor Temperatuur Luchtvochtigheid (zonder condensatie) In bedrijf 10 tot 90% 10 tot 90% Buiten bedrijf 5 tot 95% 5 tot 95% Maximale hoogte (zonder drukcabine) 9–2 In bedrijf 3.048 m 10.000 ft Buiten bedrijf 9.
Specificaties Nominaal ingangsvermogen Ingangsvermogen Capaciteit Netspanning in bedrijf 100-120/220-240 V wisselspanning Werkstroom 1,7/0,85 A Frequentiebereik in bedrijf 47 tot 63 Hz wisselspanning Bij aansluiting op gelijkstroom 18,5 V MAX ✎ Dit product is ontworpen voor IT-elektriciteitsnetten in Noorwegen met een fase-fasespanning van maximaal 240 V wisselspanning.
Index A Aan/uit/standby-lampje 1–8 Aan/uit-knop 1–4 Aansluitconnector 1–16 Aansluiten, externe apparatuur 7–1 Accu bijna leeg herkennen 3–12 maatregelen 3–13, 3–14 Accu's acculampje 1–8 bewaren 3–1, 3–21 kalibreren 3–14 lading controleren 3–9 MultiBay 3–3, 3–5, 4–12 ontlaadvolgorde 3–8 opladen 3–7 primaire 3–4 recyclen 3–22 wegdoen 3–22 Zie ook Accuvoeding Accu, primair ruimte 1–17 vergrendeling 1–17 Accucompartiment 1–10 Acculading, informatie weergeven Handleiding voor de hardware hotkey 2–6, 2–8 in Win
Index Audio-uitgang 1–9, 5–1, 5–2 Autoadapter/acculader aansluiten 3–13 ondersteunde taken 3–7 B Beeldscherm in- of uitschakelen van beeldweergave 2–6, 2–7, 7–2 vergrendeling 1–5, 1–12 Beveiligingskabel, uitsparing 1–11 Beveiligingsvoorzieningen 7–6 Bluetooth 2–10 C Caps Lock-lampje 1–7 Card en Socket Services, PC Card 8–2 Cd inhoud weergeven 4–17 plaatsen 4–14 verwijderen 4–16 Cd-drive cd plaatsen 4–14 cd verwijderen 4–16 ondersteunde locaties 4–3 plaatsen in MultiBay 4–11 Zie ook Schijfeenheden Cd-rw.
Index plaatsen in MultiBay 4–11 Zie ook Schijfeenheden Diskettestation. Zie Diskettedrive Draadloos (802.
Index overzicht sneltoetsfuncties 2–6 schakelen tussen weergaven 2–7 Hub, USB 7–3 Hulpprogramma's.
Index Monitor, extern aansluiten 7–1 connector 1–15 schakelen tussen weergaven 2–7 Muis, extern 2–4 MultiBay accu plaatsen in 3–5 accu verwijderen 3–5 ondersteunde apparatuur 3–3, 4–3 schijfeenheid plaatsen in 4–11 MultiBay accu 3–3 Zie ook Accu's; Accuvoeding MultiBay apparaat, slot 1–9 MultiBay vaste schijf, definitie 4–3 Zie ook Schijfeenheden; Vaste schijf MultiBay, externe 7–5 N Netvoeding 3–1 Netvoedingsadapter aansluiten 3–13 loskoppelen 3–1 Netvoedingsconnector 1–14 Netwerk kabel 6–4 uitgang 1–14
Index Positie.
Index Software Energiemeter (Windows) 3–9 modem 3–19 SpeedStep (Windows 2000 Professional) 3–20 Specificaties, notebookcomputer 9–1 Standbystand activeren met hotkey 2–6 beëindigen 1–4, 2–6 geactiveerd bij kritiek niveau acculading 3–12 gebruiken met infrarood 6–6 lampje 1–8 Stuurprogramma's externe apparatuur 7–1 PC Card 8–2 S-video kabel aansluiten 5–5 uitgang 1–15, 5–5 Systeemgegevens 2–6, 2–8 opslag, voor accu's 3–21 Toetsen applicatie 1–5 Fn 2–5, 2–9, 2–12 fn 1–6 functie 1–5, 2–9 hotkeys 2–5, 2–9 int
Index V Vaste schijf borgschroef 4–7 MultiBay versus primaire 4–3 ondersteunde locaties 4–3 plaatsen in MultiBay 4–11 plaatsen in vaste-schijfpositie 4–5 ruimte 1–9 Zie ook Schijfeenheden Vaste-schijfpositie 4–3 Ventilatieopeningen 1–15, 1–16 Vergrendeling accu 1–17 beeldscherm 1–12 Vergrendelingen accu 1–17 beeldscherm 1–12 Videoapparatuur in- of uitschakelen van beeldweergave 2–6, 7–2 S-video-uitgang 1–15, 5–5 Index–8 Videorecorder audio aansluiten 5–4 in- of uitschakelen van beeldweergave 2–6, 7–2 vid