Operation Manual

Computer Setup (Computerinstellingen)
Handleiding voor de software 8–5
Opties in het menu Security (Beveiliging)
.
Optie Actie
Administrator password
(Beheerderswachtwoord)
Een HP beheerderswachtwoord invoeren, wijzigen
of verwijderen.
Power-on password
(Opstartwachtwoord)
Een opstartwachtwoord invoeren, wijzigen of
verwijderen.
DriveLock passwords
(DriveLock-
wachtwoorden)
DriveLock in- en uitschakelen of een gebruikers- of
hoofdwachtwoord van DriveLock wijzigen.
DriveLock-instellingen zijn alleen
toegankelijk wanneer u Computer Setup
(Computerinstellingen) start door de
notebookcomputer aan te zetten, dus niet
als u deze opnieuw start.
Smart Card passwords
(Smart Card-
wachtwoorden)
Ondersteuning voor Smart Card-wachtwoorden in-
of uitschakelen.
Deze functie wordt niet door alle Smart
Card Readers ondersteund. Raadpleeg
het hoofdstuk "Beveiliging" in deze
handleiding.
Embedded Security
(Geïntegreerde
beveiliging)
Geïntegreerde beveiligingschip in- of
uitschakelen.
De fabrieksinstellingen van de geïntegreerde
beveiligingschip terugzetten.
De instellingen voor de geïntegreerde
beveiliging zijn alleen toegankelijk als de
notebookcomputer is uitgerust met een
Embedded Security Chip.
Device security
(Apparaatbeveiliging)
Apparaten in het systeem in- of uitschakelen.
De netwerkadapter inschakelen voor gebruik
bij MultiBoot.
System IDs
(Systeemidentificatie)
Door de gebruiker gedefinieerde
identificatiegegevens invoeren.