Operation Manual
3–6 Handleiding voor de software
Beveiliging
U kunt wel hetzelfde woord of dezelfde reeks letters, cijfers of
schuine strepen voor uw HP wachtwoorden en Windows-
wachtwoorden instellen. Let hierbij op het volgende.
■ Voor HP wachtwoorden kunt u een willekeurige combinatie
van maximaal 32 letters en cijfers opgeven. Er wordt geen
onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
■ Een HP wachtwoord moet met dezelfde toetsen worden
ingevoerd als het is ingesteld. Als u bijvoorbeeld een HP
wachtwoord instelt met de cijfertoetsen boven aan het
toetsenbord, wordt het niet herkend als u het opgeeft met de
cijfertoetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
Raadpleeg het hoofdstuk "Toetsenbord en cursorbesturing" in
de Handleiding voor de hardware op de documentatie-cd
Documentation Library voor informatie over het
geïntegreerde numerieke toetsenblok.
Opstartwachtwoord
Met een opstartwachtwoord voorkomt u dat de
notebookcomputer wordt gebruikt door onbevoegden. Als een
opstartwachtwoord is ingesteld, moet u het wachtwoord invoeren
wanneer de notebookcomputer wordt ingeschakeld of opnieuw
wordt opgestart of wanneer de Hibernation-stand wordt
beëindigd. Voor een opstartwachtwoord geldt het volgende:
■ Het wachtwoord wordt niet weergegeven als het wordt
ingesteld, ingevoerd, gewijzigd of gewist.
■ Het moet met dezelfde toetsen worden ingevoerd als
waarmee het is ingesteld. Als u bijvoorbeeld een
opstartwachtwoord instelt met de cijfertoetsen boven aan het
toetsenbord, wordt het niet herkend als u het opgeeft met de
cijfertoetsen van het toetsenblok.
■ U kunt een willekeurige combinatie van maximaal 32 letters
en cijfers opgeven. Bij dit wachtwoord wordt geen
onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.