Operation Manual
3–4 Handleiding voor de software
Beveiliging
Wachtwoorden van HP en wachtwoorden
van Windows
De HP beveiligingsvoorzieningen en de
beveiligingsvoorzieningen van het besturingssysteem Windows
werken onafhankelijk van elkaar. Als een apparaat bijvoorbeeld is
uitgeschakeld in Computer Setup (Computerinstellingen), kunt u
het niet inschakelen in Windows.
Ook de wachtwoorden van HP en die van Windows werken
onafhankelijk van elkaar. In de volgende tabel ziet u de
verschillende wachtwoorden die door HP en Windows worden
gebruikt en hun functie.
HP wachtwoorden* Functie
HP Administrator
password (HP
beheerderswachtwoord)
Hiermee heeft u toegang tot Computer
Setup (Computerinstellingen).
Power-on password
(Opstartwachtwoord)
Hiermee krijgt u tijdens het opstarten
toegang tot de notebookcomputer.
DriveLock user password
(DriveLock-
gebruikerswachtwoord)
Hiermee krijgt de gebruiker tijdens het
opstarten toegang tot schijfeenheden die
door DriveLock zijn beveiligd.
DriveLock master
password (DriveLock-
hoofdwachtwoord)
Hiermee hebben HP beheerders toegang
tot schijfeenheden die door DriveLock
worden beveiligd en kunnen zij de
DriveLock-beveiliging van een
schijfeenheid verwijderen.
Smart Card password
(Smart Card-
wachtwoord)
Op de Smart Card worden de beheerders-
en gebruikerswachtwoorden van Windows
opgeslagen. Met het wachtwoord krijgt u
toegang tot Windows tijdens het opstarten
van de notebookcomputer.
U kunt ook uw opstartwachtwoord en HP
beheerderswachtwoord op Smart Cards
opslaan als de Smart Card Reader dit
ondersteunt.
*HP wachtwoorden moeten in Computer Setup (Computerinstellingen)
worden ingeschakeld. Raadpleeg het hoofdstuk "Computer Setup
(Computerinstellingen)" in deze handleiding voor meer informatie.
(Vervolg)