HP LaserJet Pro MFP M225, M226 - User's Guide

4. Controleer of de fax is ingesteld tijdens het installeren van de software.
Voer vanuit de HP-programmamap op de computer het programma Fax instellen uit.
5. Controleer of de telefoonlijn een analoog faxapparaat ondersteunt.
OPMERKING: HP-producten zijn speciaal bestemd voor traditionele analoge telefoondiensten.
Als u gebruikmaakt van ISDN of digitale PBX, dient u contact op te nemen met uw serviceprovider
voor informatie over het configureren van een analoge faxlijn.
Als u gebruikmaakt van een VoIP-service, wijzigt u via het bedieningspaneel de Faxsnelheid in
Slow(V.29). Vraag uw serviceprovider of faxen wordt ondersteund en vraag naar de aanbevolen
snelheid van de faxmodem. Bij sommige bedrijven is een adapter vereist.
Als u gebruikmaakt van een DSL-service, dient u te controleren of de telefoonverbinding naar het
apparaat is voorzien van een filter. Neem contact op met de DSL-serviceprovider of schaf een DSL-
filter aan als u er geen hebt. Als er al een DSL-filter is geplaatst, dient u een ander filter te
proberen, want dit filter kan defect zijn.
6. Als het probleem aanhoudt, raadpleeg dan de hierna volgende gedeelten voor meer gedetailleerde
informatie.
Faxberichten worden langzaam verstuurd
Het apparaat heeft last van een telefoonlijnverbinding van slechte kwaliteit.
Probeer de fax opnieuw te versturen wanneer de telefoonlijnverbinding is verbeterd.
Ga bij de provider van de telefoondienst na of de lijn faxverkeer ondersteunt.
Gebruik wit printpapier voor het origineel. Gebruik geen gekleurd papier zoals grijs, geel of roze papier.
Splits een grote faxtaak op in kleinere gedeelten en fax deze afzonderlijk.
Instelling voor Foutcorrectie uitschakelen.
1. Druk op het bedieningspaneel van het apparaat op de knop Instellingen
of raak deze aan.
2. Selecteer Service en selecteer vervolgens Faxservice.
3. Selecteer Foutcorrectie en selecteer vervolgens Uit.
OPMERKING: Als u de optie Foutcorrectie uitschakelt, neemt de beeldkwaliteit mogelijk af.
Verhoog de instelling voor Faxsnelheid.
1. Druk op het bedieningspaneel van het apparaat op de knop Instellingen
of raak deze aan.
2. Selecteer Fax instellen en selecteer vervolgens Geavanceerde instellingen.
3. Selecteer Faxsnelheid en selecteer vervolgens de juiste instelling.
Stel de faxinstellingen op het bedieningspaneel in op een lagere resolutie.
OPMERKING: Het verzenden van faxen met een hogere resolutie kan langer duren dan het verzenden
van faxen met een lagere resolutie.
126 Hoofdstuk 9 Problemen oplossen NLWW