LASERJET ENTERPRISE 700 Gebruikershandleiding 2 3 M712
HP LaserJet Enterprise 700 M712 Gebruikershandleiding
Copyright en licentie Handelsmerken © Copyright 2017 HP Development Company, L.P. Adobe®, Adobe Photoshop®, Acrobat® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Inhoudsopgave 1 Inleiding ...................................................................................................................................................................................................... 1 Apparaatvergelijking ................................................................................................................................................................ 2 Productweergaven ...................................................................................
Ladecapaciteit en afdrukstand van het papier ............................................................................................. 29 Lade 1 vullen ...................................................................................................................................................... 29 Lade 2 en lade 3 .....................................................................................................................................................................
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X) ......................................................................................................... 63 De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten ........ 63 De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen ........................................................................... 63 De configuratie-instellingen van het product wijzigen ............................................................
Een taakscheidingspagina toevoegen (Windows) ............................................................................................................ 99 HP ePrint gebruiken ............................................................................................................................................................ 100 De HP ePrint Mobile-driver gebruiken ..............................................................................................................................
IP Security ......................................................................................................................................................... 121 Aanmelden op het apparaat .......................................................................................................................... 121 Een systeemwachtwoord instellen ..............................................................................................................
De uitlijning van een afzonderlijke lade instellen ....................................................................................... 153 Het apparaat drukt niet of langzaam af ........................................................................................................................... 155 Het apparaat drukt niet af ............................................................................................................................. 155 Het apparaat drukt langzaam af ..............
1 NLWW Inleiding ● Apparaatvergelijking ● Productweergaven ● Bedieningspaneel ● Apparaatrapporten 1
Apparaatvergelijking Papierverwerking M712n M712dn M712xh CF235A CF236A CF238A Lade 1 (100 vel) Lade 2 (250 vel) Lade 3 (250 vel) Optionele lade 4 (500 vel) Standaarduitvoerbak (250 vel) Automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex) Verbinding Hi-Speed USB 2.
M712n M712dn M712xh CF235A CF236A CF238A Windows 8, 32-bits en 64-bits OPMERKING: Het software-installatieprogramma ondersteunt de 64-bits versie niet, maar de printerdriver ondersteunt deze wel. Windows Server 2003 SP1 of hoger, 32-bits en 64-bits Windows 2008, 32-bits en 64-bits Windows 2008 R2, 64-bits Mac OS X 10.6, 10.7 en 10.
Productweergaven Rechter vooraanzicht van het apparaat 4 1 Uitvoerbak 2 Knop voor openen van printcartridgeklep 3 Verlengstuk uitvoer 4 Lade 1 5 Formatter (bevat de interfacepoorten) 6 Toegangsklep rechterkant 7 Handvatten voor het optillen van het apparaat 8 500 vel lade toegangsklep voor storingen 9 Handvatten voor het optillen van het apparaat 10 500 vel lade (meegeleverd met de M712xh) 11 Lade 3 12 Lade 2 13 Aan-uitknop Hoofdstuk 1 Inleiding NLWW
Linker vooraanzicht van apparaat NLWW 1 Hardware-integratiepocket (voor het aansluiten van apparatuur van derden) 2 Bedieningspaneel 3 USB-poort voor direct afdrukken zonder computer en bijwerken van firmware 4 Handvatten voor het optillen van het apparaat 5 Handvatten voor het optillen van het apparaat 6 Hendel om de 500 vel lade van het apparaat op slot te doen 7 Voedingsaansluiting 8 Duplexeenheid (meegeleverd met de M712dn en de M712xh) 9 Klep voor toegang bij fuserstoring Productwee
Interfacepoorten 6 1 Ethernetpoort (RJ-45) voor LAN (Local Area Network) 2 Snelle USB 2.
Locatie van serienummer en modelnummer Het serienummer en het modelnummer staan op een identificatielabel op de achterzijde van het apparaat. Het serienummer bevat informatie over land/regio van herkomst, apparaatversie, productiecode en het productienummer van het apparaat.
Bedieningspaneel Indeling van het bedieningspaneel Via het bedieningspaneel kunt u informatie krijgen over de apparaat- en taakstatus en kunt u het apparaat configureren. Aantal Knop of lampje Functie 1 Display van het bedieningspaneel Geeft statusinformatie, menu's, Help-informatie en foutberichten weer.
Aantal 10 11 12 Knop of lampje Attentielampje Gereedlampje Knop beginscherm Functie ● Aan: er heeft zich een probleem met het apparaat voorgedaan. Kijk op het display van het bedieningspaneel. ● Uit: het apparaat functioneert naar behoren. ● Knipperend: Er moet actie worden ondernomen. Kijk op het display van het bedieningspaneel. ● Aan: het apparaat is online en gereed voor de ontvangst van gegevens die moeten worden afgedrukt.
Apparaatrapporten U kunt apparaatrapporten afdrukken met gegevens over het product en de huidige configuratie. Volg de onderstaande procedure om de rapporten af te drukken: 1. Druk op het bedieningspaneel van het apparaat op de knop Beginscherm 2. Open de volgende menu's: 3. ● Beheer ● Rapporten . Selecteer de naam van het rapport dat u wilt bekijken, scroll naar de optie Afdrukken en druk vervolgens op de knop OK om het rapport af te drukken.
2 NLWW Het apparaat aansluiten en de software installeren ● Het apparaat met een USB-kabel op een computer aansluiten en de software installeren (Windows) ● Het apparaat met een netwerkkabel op het netwerk aansluiten en de software installeren (Windows) ● Het apparaat met een USB-kabel op een computer aansluiten en de software installeren (Mac OS X) ● Het apparaat met een netwerkkabel op het netwerk aansluiten en de software installeren (Mac OS X) 11
Het apparaat met een USB-kabel op een computer aansluiten en de software installeren (Windows) Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een USB-kabel van het type A-naar-B. HP raadt aan een USB-kabel van maximaal 2 m te gebruiken. VOORZICHTIG: Sluit de USB-kabel pas aan als hierom wordt gevraagd. 1. Sluit alle geopende programma's op de computer af. 2. Controleer of het apparaat de status Klaar heeft.
NLWW 5. Wanneer u hierom wordt gevraagd, sluit u de USB-kabel aan op het product en de computer. 6. Klik aan het eind van de installatie op de knop Voltooien of klik op de knop Meer opties om meer software te installeren of algemene functies voor digitale verzending voor het apparaat te configureren. 7. Druk vanuit een willekeurig programma een pagina af om te controleren of de software correct is geïnstalleerd.
Het apparaat met een netwerkkabel op het netwerk aansluiten en de software installeren (Windows) Het IP-adres configureren 1. Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven op het bedieningspaneel van het apparaat. 2. Sluit het apparaat met de netwerkkabel aan op het netwerk. 3. Wacht 60 seconden voor u doorgaat. In deze minuut wordt het apparaat herkend door het netwerk en wordt er een IP-adres of hostnaam aan het apparaat toegewezen. 4.
e. Zoek het IP-adres op de pagina Jetdirect. Jetdirect Page HP Color LaserJet Page 1 5. IPv4: als het IP-adres 0.0.0.0, 192.0.0.192 of 169.254.x.x is, moet u het handmatig configureren. Als het IP-adres anders is, is de configuratie gelukt. IPv6: als het IP-adres begint met 'fe80:', kan het apparaat als het goed is afdrukken. Anders moet u het IPadres handmatig configureren. De software installeren NLWW 1. Sluit alle programma's op de computer af. 2. Installeer de software vanaf de cd. 3.
Het apparaat met een USB-kabel op een computer aansluiten en de software installeren (Mac OS X) Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een USB-kabel van het type A-naar-B. HP raadt aan een USB-kabel van maximaal 2 m te gebruiken. 1. Sluit de USB-kabel aan op het apparaat en de computer. 2. Controleer of het apparaat de status Klaar heeft. OPMERKING: Als het apparaat is verbonden met een USB-kabel, dan moet het apparaat tijdens het installatieproces zijn ingeschakeld en gereed zijn.
NLWW 5. Klik op de knop Sluiten. 6. Druk vanuit een willekeurig programma een pagina af om te controleren of de software correct is geïnstalleerd.
Het apparaat met een netwerkkabel op het netwerk aansluiten en de software installeren (Mac OS X) Het IP-adres configureren 1. Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven op het bedieningspaneel van het apparaat. 2. Sluit het apparaat met de netwerkkabel aan op het netwerk. 3. Wacht 60 seconden voor u doorgaat. In deze minuut wordt het apparaat herkend door het netwerk en wordt er een IP-adres of hostnaam aan het apparaat toegewezen. 4.
e. Zoek het IP-adres op de pagina Jetdirect. Jetdirect Page HP Color LaserJet Page 1 5. IPv4: als het IP-adres 0.0.0.0, 192.0.0.192 of 169.254.x.x is, moet u het handmatig configureren. Als het IP-adres anders is, is de configuratie gelukt. IPv6: als het IP-adres begint met 'fe80:', kan het apparaat als het goed is afdrukken. Anders moet u het IPadres handmatig configureren. De software installeren 1. Sluit alle programma's op de computer af. 2. Installeer de software vanaf de cd. 3.
a. Klik op het tabblad Standaardkiezer. b. Selecteer het apparaat in de lijst. Er wordt gecontroleerd of het apparaat een verbinding met het netwerk heeft. In het veld Afdrukken met wordt automatisch de correcte PPD van het apparaat ingevuld. OPMERKING: Als er zich meerdere apparaten op uw netwerk bevinden, drukt u een configuratiepagina af en controleert u of de printernaam in Bonjour overeenkomt met de naam van het te installeren apparaat in de lijst.
3 NLWW Invoerladen en uitvoerbakken ● Ondersteunde papierformaten ● Ondersteunde papiersoorten ● Laden configureren ● Alternatieve briefhoofdmodus ● Lade 1 ● Lade 2 en lade 3 ● Laden voor 500 vel ● Lade met hoge capaciteit voor 3500 vel ● Etiketten afdrukken en plaatsen ● Gebruik van de opties voor papieruitvoer 21
Ondersteunde papierformaten OPMERKING: Voor de beste resultaten selecteert u het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de printerdriver voordat u gaat afdrukken. Tabel 3-1 Ondersteunde papierformaten Formaat en afmetingen Lade 1 Lade 2 Lade 3 Optionele laden voor 500 vel.
Tabel 3-1 Ondersteunde papierformaten (vervolg) Formaat en afmetingen Lade 1 Lade 2 Lade 3 Optionele laden voor 500 vel.
Tabel 3-1 Ondersteunde papierformaten (vervolg) Formaat en afmetingen Lade 1 Lade 2 Lade 3 Optionele laden voor 500 vel. Lade met hoge capaciteit voor 3500 vel Automatisch dubbelzijdig afdrukken 8K 273 x 394 mm 273 x 394 mm 16K 197 x 273 mm 273 x 197 mm Briefkaart (JIS) 100 x 148 mm Dubbele briefkaart (JIS) 148 x 200 mm Envelop #9 98 x 225 mm Envelop #10 105 x 241 mm Monarch-envelop 98 x 191 mm B5-envelop 176 x 250 mm C5-envelop 162 x 229 mm C6-envelop 114 x 162 mm DL-envelop 110 x 220 mm Aangep.
Ondersteunde papiersoorten Ga naar www.hp.com/support/lj700M712 voor een compleet overzicht van specifieke HP-papiersoorten die dit apparaat ondersteunt. OPMERKING: Voor de beste resultaten selecteert u het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de printerdriver voordat u gaat afdrukken. Tabel 3-2 Ondersteunde papiersoorten Papiersoort Lade 1 Lade 2 en lade 3 Optionele laden voor 500 vel.
Laden configureren In de volgende situaties wordt u automatisch gevraagd de lade te configureren voor soort en formaat: ● Wanneer u papier in de lade plaatst ● Wanneer u via de printerdriver of een softwareprogramma een bepaalde lade of papiersoort opgeeft voor een afdruktaak en de configuratie van de lade niet overeenkomt met de instellingen voor de afdruktaak OPMERKING: Dit bericht wordt niet weergegeven als u afdrukt vanuit lade 1 en deze is geconfigureerd voor de papiersoort Elk formaat en het papie
Een lade configureren via het bedieningspaneel U kunt de soort en het formaat voor de laden ook configureren zonder een prompt op het product. NLWW 1. Druk op de knop Beginscherm 2. Open het menu Laden. 3. Markeer de papiersoort- of formaatinstelling voor de lade die u wilt configureren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Markeer het papierformaat of de papiersoort in de lijst van opties en druk vervolgens op de knop OK. op het bedieningspaneel van het apparaat.
Alternatieve briefhoofdmodus Met de functie Alternatieve briefhoofdmodus kunt u briefhoofdpapier of voorbedrukt papier voor alle afdruk- en kopieertaken op dezelfde manier in de lade plaatsen, of u nu enkelzijdige of dubbelzijdige afdrukken of kopieën maakt. In deze modus plaatst u het papier op dezelfde manier als bij automatisch dubbelzijdig afdrukken. Als u deze functie wilt gebruiken, kunt u deze inschakelen via de menu's op het bedieningspaneel van het apparaat.
Lade 1 Ladecapaciteit en afdrukstand van het papier Plaats niet te veel papier in de laden om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel niet boven de indicator voor de maximale hoogte uitkomt. Vul de lade tot minder dan de helft van de indicatoren bij kort/smal of zwaar/glanzend papier.
Lade 1 vullen 30 1. Open lade 1. 2. Trek de papierondersteuning uit. 3. Vouw het verlangstuk uit voor papier van groter dan Letter- of A4-formaat.
4. Zorg ervoor dat de afstand tussen de papiergeleiders groter is dan de papierbreedte. 5. Plaats het papier in de lade. Let erop dat het papier onder de tabs past en niet boven de maximale papier hoogte-indicator komt 6. Stel de papierbreedtegeleiders zo in dat deze de stapel papier licht raken zonder dat het papier buigt.
Lade 2 en lade 3 Ladecapaciteit en afdrukstand van het papier Plaats niet te veel papier in de laden om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel niet boven de indicator voor de maximale hoogte uitkomt. Vul de lade tot minder dan de helft van de indicatoren bij kort/smal of zwaar/glanzend papier.
Laad 2 en lade 3 vullen 1. Open de lade. 2. Stel de achterste papiergeleider in op het juiste papierformaat.
34 3. Plaats het papier in de lade. Controleer of de stapel bij alle vier de hoeken recht ligt en of deze niet hoger is dan de indicaties voor de maximale hoogte. 4.
Laden voor 500 vel 500 vel ladecapaciteit en afdrukstand van het papier Plaats niet te veel papier in de laden om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel niet boven de indicator voor de maximale hoogte uitkomt. Vul de lade tot minder dan de helft van de indicatoren bij kort/smal of zwaar/glanzend papier.
Plaats papier in laden voor 500 vel 1. Open de lade. 2 3 2. 36 Stel de achterste papierlengtegeleider in op het juiste papierformaat.
3. Plaats het papier in de lade. Controleer of de stapel bij alle vier de hoeken recht ligt en of deze niet hoger is dan de indicaties voor de maximale hoogte. 4.
Lade met hoge capaciteit voor 3500 vel Hoge capaciteit voor 3500 vel invoercapaciteit en afdrukstand van het papier Plaats niet te veel papier in de laden om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel niet boven de indicator voor de maximale hoogte uitkomt. Vul de lade tot minder dan de helft van de indicatoren bij kort/smal of zwaar/glanzend papier.
2. Zet aan beide zijden de papierformaathendel in het juiste formaat voor het papier dat u gebruikt. 4 3. Vul beide zijden van de lade met volledige papierstapels. De rechter zijde kan 1500 vel papier bevatten. De linker zijde kan 2000 vel papier bevatten. 4 OPMERKING: Vul voor de beste resultaten met volledige papierstapels. Verdeel de riemen niet in kleinere delen. 4. Sluit de papiergeleiders aan de linker en rechter zijde.
Etiketten afdrukken en plaatsen Inleiding Gebruik lade 2 of een van de optionele laden voor 550 vel om etiketten af te drukken. Lade 1 ondersteunt geen etiketten. Volg deze stappen om de juiste instellingen te selecteren in de printerdriver voor het printen van etiketten met de optie handmatige invoer. Stuur daarna de afdruktaak naar de printer en plaats de etiketten in de lade. Als u de handmatige invoer gebruikt, drukt de printer de taak niet af totdat de lade is geopend en gesloten.
9. NLWW Plaats de etiketvellen met de bedrukte zijde omhoog en de bovenrand van het vel tegen de rechterkant van de printer.
Gebruik van de opties voor papieruitvoer Uitvoerbak In de standaarduitvoerbak wordt het papier in de juiste volgorde verzameld met de voorzijde omlaag. De standaarduitvoerbak kan maximaal 250 vel papier met een gewicht van 75 g/m2 bevatten.
4 NLWW Onderdelen, benodigdheden en accessoires ● Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen ● Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van derden ● Anti-namaakwebsite van HP ● Afdrukken wanneer een tonercartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt ● Hiermee kunt u de opties Instellingen Vrijwel leeg op het bedieningspaneel in- of uitschakelen ● Zelfreparatie-onderdelen voor de klant ● Accessoires ● Tonercartridge 43
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen 44 Benodigdheden en papier bestellen www.hp.com/go/suresupply Originele onderdelen of accessoires van HP bestellen www.hp.com/buy/parts Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP. Bestellen met software van HP De geïntegreerde webserver van HP bevat een koppeling naar de website SureSupply van HP.
Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van derden HP Company raadt het gebruik af van nieuwe of opnieuw gevulde tonercartridges die niet afkomstig zijn van HP. OPMERKING: Het gebruik van tonercartridges die niet van HP zijn, of het gebruik van nagevulde tonercartridges in printerproducten van HP heeft geen invloed op de garantie die aan de klant is gegeven of op ondersteuningsovereenkomsten van HP die met de klant zijn afgesloten.
Anti-namaakwebsite van HP Ga naar www.hp.com/go/anticounterfeit wanneer u een tonercartridge van HP hebt geïnstalleerd en er een melding op het bedieningspaneel verschijnt dat de cartridge niet van HP is. HP helpt u te bepalen of de desbetreffende cartridge een echt HP-product is en stappen te ondernemen om het probleem op te lossen.
Afdrukken wanneer een tonercartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt bijna leeg Dit bericht wordt weergegeven als een onderdeel bijna het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt. vrijwel leeg Dit bericht wordt weergegeven als een onderdeel het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt. Er kunnen zich problemen met de afdrukkwaliteit voordoen wanneer een onderdeel wordt gebruikt dat het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt.
Hiermee kunt u de opties Instellingen Vrijwel leeg op het bedieningspaneel in- of uitschakelen U kunt de standaardinstellingen op elk moment in- of uitschakelen en u hoeft deze niet opnieuw in te schakelen wanneer u een nieuwe cartridge installeert. 1. Druk op het bedieningspaneel van het apparaat op de knop Beginscherm 2. Open de volgende menu's: 3. ● Beheer ● Benodigdheden beheren ● Instellingen benodigdheden . Kies een van de volgende opties: ● Zwarte printcassette ● Onderhoudskit 4.
Zelfreparatie-onderdelen voor de klant De volgende onderdelen voor zelfreparatie zijn beschikbaar voor uw apparaat. ● Onderdelen die zijn gemarkeerd met Verplicht kunnen door de klant zelf worden geïnstalleerd. U kunt de reparatie ook laten uitvoeren door servicemedewerkers van HP maar dan worden kosten in rekening gebracht. Voor deze onderdelen wordt onder uw HP-productgarantie geen ondersteuning ter plekke of reparatie in de werkplaats aangeboden.
Tabel 4-1 Zelfreparatie-onderdelen voor de klant (vervolg) Instructies voor zelf vervangen Nummer Vervangende oppak-, invoer- en scheidingsrollen voor invoereenheid hoge capaciteit voor 3500 vel Verplicht 5851-5011 Overdrachtsrollenkit Vervangende overdrachtsrol Verplicht CF235-67910 Duplexeenheidkit Optionele duplexeenheidkit Verplicht CF235-67913 Fusereenheidkit (110V) Vervangende 110V fusereenheidkit Verplicht CF235-67921 Fusereenheidkit (220V) Vervangende 220V fusereenheidkit Verplich
Tabel 4-1 Zelfreparatie-onderdelen voor de klant (vervolg) Artikel Omschrijving Instructies voor zelf vervangen Nummer Netsnoer 220V - 10A Vervangende kabel - Zwitserland Verplicht 8121-0738 Netsnoer 110V - 10A Brazilië Vervangend netsnoer - Brazilië Verplicht 8121-1071 Netsnoer 220V - 10A Argentinië Vervangend netsnoer - Argentinië Verplicht 8121-0729 Netsnoer 110V - 13A Noord-Amerika Vervangend netsnoer - Noord-Amerika Verplicht 8121-0740 Netsnoer 220V - 10A Zuid-Amerika/Chili/ Peru V
Accessoires 52 Artikel Omschrijving Onderdeelnummer Lade en invoereenheid voor 500 vel Optionele lade voor grotere papiercapaciteit. CF239A 1x500-invoereenheid, opslagkast en standaard Optionele lade voor grotere papiercapaciteit. CF243A Optionele 3x500-invoereenheid en standaard Optionele lade voor grotere papiercapaciteit. CF242A Invoer en standaard met hoge capaciteit voor 3500 vel Optionele lade voor grotere papiercapaciteit.
Tonercartridge Afbeelding van tonercartridge 1 Afbeeldingsdrum VOORZICHTIG: NLWW Raak de pendel of het oppervlak van de roller niet aan. Als u dit doet, kan de cartridge beschadigd raken. 2 Geheugenchip 3 Treklipje van de beschermingstape.
Informatie over tonercartridges Blijf met de huidige cartridge afdrukken totdat de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is, zelfs na het opnieuw verdelen van de toner. Als u de toner opnieuw wilt verdelen, verwijdert u de tonercartridge uit de printer en schudt u de cartridge horizontaal heen en weer. Raadpleeg de instructies voor het vervangen van de cartridge voor een grafische weergave. Plaats de tonercartridge opnieuw in de printer en sluit het paneel.
De tonercartridge vervangen VOORZICHTIG: Als de toner op uw kleding komt, veeg dit dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Met warm water wordt de toner in de stof opgenomen. OPMERKING: cartridges. 1. Op de verpakking van de tonercartridge vindt u informatie over hergebruik van gebruikte Druk op de ontgrendelknop van de cartridgeklep. 2 3 2. Open de cartridgeklep.
3. Verwijder de gebruikte tonercartridge uit het apparaat. 2 3 4. Neem de nieuwe tonercartridge uit de zak. Plaats de gebruikte tonercartridge in de zak voor recycling. 5. Pak de voor- en achterzijde van de printcartridge vast en verspreid de toner door de tonercartridge voorzichtig vijf of zes keer heen en weer te schudden. VOORZICHTIG: Raak de sluiter en het oppervlak van de rol niet aan.
6. Verwijder de verpakkingstape van de nieuwe tonercartridge. Gebruik de tape voor de gebruikte tonercartridge. 7. Lijn de tonercartridge uit met de sporen in het apparaat en druk de tonercartridge stevig op zijn plaats. 2 3 8. Sluit de cartridgeklep. Na enige tijd wordt op het bedieningspaneel het bericht Gereed weergegeven.
58 Hoofdstuk 4 Onderdelen, benodigdheden en accessoires NLWW
5 NLWW Afdrukken ● Ondersteunde printerdrivers (Windows) ● Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Windows) ● Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X) ● Afdruktaken (Windows) ● Afdruktaken (Mac OS X) ● Geavanceerde afdruktaken (Windows) ● Aanvullende afdruktaken (Mac OS X) ● Afdruktaken opslaan op het apparaat ● Een taakscheidingspagina toevoegen (Windows) ● HP ePrint gebruiken ● De HP ePrint Mobile-driver gebruiken ● Apple AirPrint gebruiken ● HP Smart Print gebruiken
Ondersteunde printerdrivers (Windows) Printerdrivers verschaffen toegang tot apparaatfuncties en zorgen ervoor dat de computer met het apparaat kan communiceren (via een printertaal). De volgende printerdrivers zijn beschikbaar op www.hp.com/go/ lj700M712_software. HP PCL 6-driver HP UPD PS-driver HP UPD PCL 5 HP UPD PCL 6 ● Meegeleverd als de standaarddriver op de installatie-cd. Deze driver wordt automatisch geïnstalleerd, tenzij u een andere driver selecteert.
De HP UPD communiceert rechtstreeks met elk HP-product, verzamelt configuratiegegevens en past vervolgens de gebruikersinterface aan om zo de unieke, beschikbare functies van het product weer te geven. De UPD schakelt automatisch functies in die voor het product beschikbaar zijn. Hierbij kunt u denken aan dubbelzijdig afdrukken en nieten, zodat u deze functies niet meer handmatig hoeft in te schakelen. Ga naar www.hp.com/go/upd voor meer informatie.
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Windows) De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten De stappen kunnen variëren. Dit is de meeste voorkomende procedure. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het product en klik op Eigenschappen of Voorkeuren. De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen 1.
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X) De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten 1. Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open de vervolgkeuzelijst van het menu en open vervolgens het menu waarvoor u de afdrukinstellingen wilt wijzigen. 4.
Afdruktaken (Windows) Een afdruksnelkoppeling gebruiken (Windows) 64 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen.
4. Selecteer een van de snelkoppelingen. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. OPMERKING: Wanneer u een snelkoppeling selecteert, worden de bijbehorende instellingen op de overige tabbladen in de printerdriver gewijzigd. 5. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Een afdruksnelkoppeling maken (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen. 4. Selecteer een bestaande snelkoppeling als basis. OPMERKING: Selecteer altijd eerst een snelkoppeling voordat u een van de instellingen aan de rechterkant van het scherm aanpast.
5. Selecteer de afdrukopties voor de nieuwe snelkoppeling. 6. Klik op de knop Opslaan als.
68 7. Geef een naam op voor de snelkoppeling en klik vervolgens op de knop OK. 8. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking.
70 4. Vink het vakje Dubbelzijdig afdrukken aan. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. 5. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (Windows) 1. Selecteer Afdrukken in het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Schakel het selectievakje Handmatig dubbelzijdig afdrukken in. Klik op OK om de eerste zijde van de taak af te drukken.
72 5. Haal de bedrukte stapel uit de uitvoerbak en plaats die met de bedrukte zijde omlaag in lade 1. 6. Raak, wanneer u hierom wordt gevraagd, de desbetreffende knop op het bedieningspaneel aan om door te gaan.
Meerdere pagina's per vel afdrukken (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Selecteer het aantal pagina's per vel in het vervolgkeuzemenu Pagina's per vel.
74 5. Selecteer de juiste opties voor Paginaranden afdrukken, Paginavolgorde en Afdrukstand. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. 6. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
De afdrukrichting selecteren (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking.
4. Selecteer in het gebied Afdrukstand de optie Staand of Liggend. Als u het paginabeeld ondersteboven wilt afdrukken, selecteert u 180 graden draaien. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. 5. 76 Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
De papiersoort selecteren (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op Meer....
78 5. Vouw de lijst Type is: uit. 6. Vouw de categorie met papiersoorten uit die het best overeenkomt met het papier dat u gebruikt.
7. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK. 8. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
De eerste of laatste pagina op ander papier afdrukken (Windows) 80 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. klik in het gedeelte Speciale pagina's op de optie Pagina's op ander papier afdrukken en vervolgens op de knop Instellingen.
5. Selecteer in het gebied Pagina's in document de optie Eerste of Laatste. 6. Selecteer de juiste opties in de vervolgkeuzelijsten Papierbron en Papiersoort. Klik op de knop Toevoegen. 7. Als u zowel de eerste als de laatste pagina op ander papier wilt afdrukken, herhaalt u stap 5 en 6 en selecteert u de opties voor de andere pagina.
82 8. Klik op de knop OK. 9. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
De schaal van een document aanpassen aan het papierformaat (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Effecten.
4. Selecteer de optie Document afdrukken op en selecteer vervolgens een formaat in de vervolgkeuzelijst. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. 5. 84 Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Een brochure maken (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaaten klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in.
5. Klik in de vervolgkeuzelijst Brochurelay-out op de optie Links binden of Rechts binden. De optie Pagina's per vel wordt automatisch gewijzigd in 2 pagina's per vel. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. 6. 86 Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Afdruktaken (Mac OS X) Een afdrukvoorinstelling gebruiken (Mac OS X) 1. Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Selecteer in het menu Voorinstellingen de voorinstelling voor afdrukken. 4. Klik op de knop Afdrukken. OPMERKING: Selecteer de optie Standaard om de standaardinstellingen van de printerdriver te gebruiken.
4. Klik op het vak Handmatige duplex en selecteer een bindoptie. 5. Klik op de knop Afdrukken. 6. Ga naar het apparaat en verwijder alle lege vellen uit lade 1. 7. Haal de bedrukte stapel uit de uitvoerbak en plaats die met de bedrukte zijde omlaag in de invoerlade. 8. Druk, wanneer u hierom wordt gevraagd, op de juiste knop op het bedieningspaneel om door te gaan. Meerdere pagina's per vel afdrukken (Mac OS X) 1. Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken. 2.
Een voorblad afdrukken (Mac OS X) 1. Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open de vervolgkeuzelijst van het menu en klik op het menu Voorblad. 4. Geef aan waar u het voorblad wilt afdrukken. Klik op de knop Vóór document of Achter document. 5. Selecteer in het menu Type voorblad het bericht dat u op het voorblad wilt afdrukken.
Geavanceerde afdruktaken (Windows) Een afdruktaak annuleren (Windows) OPMERKING: Als de afdruktaak zich al te ver in het afdrukproces bevindt, kan deze mogelijk niet meer worden geannuleerd. 1. 2. U kunt taken tijdens het afdrukken annuleren door deze procedure te volgen op het bedieningspaneel van het product: a. Druk op de knop Stoppen op het bedieningspaneel van het apparaat. b. Het apparaat vraagt u de verwijdering te bevestigen. Druk op de knop OK.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik op de knop Aangepast.. 5. Voer een naam voor het aangepaste formaat in en geef de afmetingen op. ● De breedte is de korte zijde van het papier. ● De lengte is de lange zijde van het papier. 6. Klik op de knop Opslaan en dan op de knop Sluiten. 7. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken. Watermerken afdrukken (Windows) 1.
Aanvullende afdruktaken (Mac OS X) Een afdruktaak annuleren (Mac OS X) OPMERKING: Als de afdruktaak zich al te ver in het afdrukproces bevindt, kan deze mogelijk niet meer worden geannuleerd. 1. 2. U kunt taken tijdens het afdrukken annuleren door deze procedure te volgen op het bedieningspaneel van het product: a. Druk op de knop Stoppen op het bedieningspaneel van het apparaat. b. Het apparaat vraagt u de verwijdering te bevestigen. Druk op de knop OK.
NLWW 3. Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open de vervolgkeuzelijst van het menu en klik op het menu Watermerken. 4. Selecteer in het menu Modus de optie Watermerk. 5. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's of u het watermerk wilt afdrukken op alle pagina's of alleen op de eerste pagina. 6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Tekst een van de standaardberichten of selecteer de optie Aangepast en typ in het vak een nieuw bericht. 7.
Afdruktaken opslaan op het apparaat Een opgeslagen taak maken (Windows) U kunt taken op het apparaat opslaan, zodat u ze kunt afdrukken wanneer het u uitkomt. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Taakopslag. 4. Selecteer een optie voor Modus taakopslag.
kunt controleren. Hierna worden de volgende exemplaren afgedrukt. ● Persoonlijke taak: De taak wordt pas afgedrukt wanneer u dit aangeeft op het bedieningspaneel van het apparaat. In deze taakopslagmodus kunt u een van de opties voor Taak privé/beveiligd maken selecteren. Als u een pincode aan de taak toewijst, moet u de vereiste pincode in het bedieningspaneel opgeven. Als u de taak beveiligt, moet u de vereiste pincode invoeren op het bedieningspaneel.
5. Als u een aangepaste gebruikersnaam of taaknaam wilt gebruiken, klikt u op de knop Aangepast. en voert u de gebruikersnaam of taaknaam in. Selecteer welke optie u wilt gebruiken als er al een andere taak bestaat met dezelfde naam: 6. ● Gebruik taaknaam + (1-99): Voeg een uniek nummer toe aan het einde van de taaknaam. ● Bestaand bestand vervangen: Overschrijf de bestaande opgeslagen taak met de nieuwe taak. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten.
5. ● Snelkopie: Het gewenste aantal exemplaren van een taak afdrukken en vervolgens een exemplaar van de taak opslaan in het geheugen van het apparaat, zodat u de taak later nogmaals kunt afdrukken. ● Opgeslagen taak: Een taak opslaan op het apparaat en andere gebruikers toestaan de taak af te drukken. Als u een pincode aan de taak toewijst, moet degene die de taak afdrukt de vereiste pincode invoeren op het bedieningspaneel.
98 5. Als de taak privé of beveiligd is, geeft u de pincode of het wachtwoord op en drukt u vervolgens op de knop OK. 6. Markeer de optie Delete (Verwijderen) en druk vervolgens op de knop OK.
Een taakscheidingspagina toevoegen (Windows) Er kan aan het begin van elke afdruktaak een lege pagina worden ingevoegd, zodat u de taken gemakkelijker kunt sorteren. OPMERKING: 1. Met de volgende procedure wordt deze instelling voor alle afdruktaken ingeschakeld. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten.
HP ePrint gebruiken Gebruik HP ePrint om een document af te drukken door het als e-mailbijlage vanaf een willekeurig apparaat met e-mailfunctie naar het e-mailadres van het apparaat te sturen. OPMERKING: Het product moet worden verbonden met een netwerk en beschikken over internettoegang om HP ePrint te gebruiken. 1. Om HP ePrint te gebruiken, moet u eerst HP-webservices inschakelen. a. Typ het IP-adres in de adresbalk van een webbrowser om de geïntegreerde webserver te openen. b.
De HP ePrint Mobile-driver gebruiken Met de HP ePrint Mobile-driver kunt u vanaf een desktop of laptop gemakkelijk afdrukken naar een apparaat met HP ePrint-functionaliteit. Nadat u de driver hebt geïnstalleerd, kiest u in de toepassing die u op dat moment gebruikt de optie Afdrukken en selecteert u vervolgens HP ePrint Mobile in de lijst met geïnstalleerde printers. Met deze driver kunt u gemakkelijk de apparaten met HP ePrint -functionaliteit vinden die zijn geregistreerd bij uw ePrintCenter-account.
Apple AirPrint gebruiken Direct afdrukken met AirPrint van Apple wordt ondersteund op iOS 4.2 en later. Gebruik AirPrint om in de volgende toepassingen draadloos met het apparaat af te drukken vanaf een iPad (iOS 4.2 of hoger), iPhone (3GS of hoger), of iPod touch (derde generatie of hoger): ● Mail ● Foto's ● Safari ● iBooks ● Externe toepassingen selecteren.
De AirPrint-apparaatnaam veranderen 1. Typ voor het openen van de geïntegreerde webserver van HP het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in het adres- of URL-veld van een ondersteunde webbrowser op de computer. 2. Klik op het tabblad Netwerk, dan op de optie TCP/IP (Network Time Server)-instellingen en klik vervolgens op de optie Netwerkidentificatie. 3. Typ in het tekstveld Bonjour-servicenaam een nieuwe naam. 4. Klik op de knop Toepassen.
HP Smart Print gebruiken (Windows) Gebruik HP Smart Print om een bepaald gedeelte van een website af te drukken. U kunt kopteksten, voetteksten en advertenties verwijderen, zodat u alleen relevante informatie afdrukt. In de toepassing wordt automatisch het gedeelte van de website geselecteerd dat u hoogstwaarschijnlijk wilt afdrukken. Voordat u gaat afdrukken, kunt u het geselecteerde gedeelte bewerken. Download HP Smart Print vanaf de volgende website: www.hp.com/go/smartweb.
Gebruik van USB-printen met eenvoudige toegang Met dit apparaat kunt u via USB met eenvoudige toegang afdrukken. U kunt dus snel bestanden afdrukken vanaf het bedieningspaneel zonder de bestanden via de computer te verzenden. De USB-poort aan de voorzijde van het apparaat is geschikt voor standaard USB-flashdrives. U kunt de volgende bestandstypen afdrukken: ● .pdf ● .prn ● .pcl ● .ps ● .cht Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de USB-poort activeren.
Documenten met USB met eenvoudige toegang afdrukken 1. Plaats het USB-station in de USB-poort aan de voorzijde van het apparaat. OPMERKING: U moet mogelijk het klepje van de USB-poort verwijderen. 2. Het scherm USB-opslagapparaat gedetecteerd opent. Selecteer de OK-optie om bij het USBapparaat te komen. 3. Markeer de naam van het document dat u wilt afdrukken. 4. Gebruik de pijltoetsen om het aantal kopieën in te stellen. 5. Druk op de knop OK om het document af te drukken.
6 NLWW Het apparaat beheren ● IP-netwerkinstellingen configureren ● HP geïntegreerde webserver ● HP Utility (Mac OS X) ● HP Web Jetadmin software gebruiken ● Besparingsinstellingen ● Functies voor productbeveiliging ● De apparaatfirmware bijwerken 107
IP-netwerkinstellingen configureren Disclaimer voor printer delen HP ondersteunt geen peer-to-peer netwerken, aangezien dit een functie is van Microsoft-besturingssystemen en niet van de printerdrivers van HP. Ga naar de website van Microsoft op www.microsoft.com. Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen U kunt de IP-configuratie-instellingen weergeven of wijzigen via de geïntegreerde webserver van HP. 1. Druk een configuratiepagina af en zoek het IP-adres.
6. Selecteer het eerste veld om het toetsenblok weer te geven. Geef de juiste cijfers op in het veld en druk vervolgens op de knop OK. 7. Herhaal deze stap voor elk veld en druk vervolgens op de knop OK. IPv6 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel Gebruik de menu´s Beheer op het bedieningspaneel om handmatig een IPv6-adres in te stellen. 1. Druk op de knop Beginscherm 2.
HP geïntegreerde webserver Met de geïntegreerde webserver van HP kunt u de status van het apparaat bekijken, de netwerkinstellingen voor het apparaat configureren en de afdrukfuncties via uw computer beheren in plaats van via het bedieningspaneel van het apparaat.
2. c. Selecteer de optie Afdrukken of Beeld. d. Zoek het IP-adres of de hostnaam op de Jetdirect-pagina. Typ het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in het adres- of URL-veld van een ondersteunde webbrowser op de computer. Functies van de geïntegreerde webserver van HP Tabblad Informatie Tabel 6-1 Tabblad Informatie van geïntegreerde webserver van HP Menu Omschrijving Status apparaat Toont de status van het apparaat en de geschatte resterende levensduur van benodigdheden van HP.
Tabel 6-2 Tabblad Algemeen van geïntegreerde webserver van HP (vervolg) Menu Omschrijving Menu Beheer op bedieningspaneel. Hiermee geeft u de structuur van het menu Beheer weer op het bedieningspaneel. OPMERKING: U kunt op dit scherm instellingen configureren, maar de geïntegreerde webserver van HP biedt meer geavanceerde configuratieopties dan het menu Beheer.
Tabblad Probleemoplossing Tabel 6-4 Tabblad Probleemoplossing van geïntegreerde webserver van HP Menu Omschrijving Algemene probleemoplossing Hiermee kunt u een verscheidenheid aan rapporten afdrukken om u te helpen bij het oplossen van problemen met het apparaat. Diagnostische gegevens ophalen Hiermee kunt u apparaatgegevens exporteren naar een bestand, dat nuttig kan zijn voor gedetailleerde probleemanalyse.
Tabblad Netwerk Op het tabblad Netwerk kunt u de netwerkinstellingen van het apparaat configureren en beveiligen wanneer dit is aangesloten op een IP-netwerk. Het tabblad wordt niet weergegeven als het apparaat op een ander soort netwerk is aangesloten. Lijst Overige koppelingen OPMERKING: Met de opties in het menu Overige koppelingen bewerken op het tabblad Algemeen kunt u instellen welke koppelingen worden weergegeven in de lijst Overige koppelingen. De volgende koppelingen worden standaard weergegeven.
HP Utility (Mac OS X) HP Utility is een softwareprogramma waarmee u in Mac OS X toegang kunt krijgen tot het apparaat. U kunt gebruikmaken van HP Utility als het apparaat is aangesloten met een USB-kabel of als het is aangesloten op een TCP/IP-netwerk. HP Utility openen Open de Finder en klik achtereenvolgens op Programma's, Hulpprogramma's en HP Utility. Als HP Utility niet in de lijst Hulpprogramma's staat, gebruikt u de volgende procedure om dit programma te openen: 1.
Menu Item Omschrijving Opdrachten Stuurt na de afdruktaak speciale tekens of afdrukopdrachten naar het apparaat. OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar nadat u in het menu Beeld de optie Toon geavanceerde opties hebt geselecteerd. Printerinstellingen Beheer van benodigdheden Hiermee configureert u wat het product moet doen wanneer benodigdheden het einde van de geschatte levensduur naderen. Configuratie van laden Hiermee wijzigt u de standaardlade-instellingen.
HP Web Jetadmin software gebruiken HP Web Jetadmin is een bekroond, toonaangevend hulpprogramma voor het efficiënt beheren van een groot scala aan HP-apparaten binnen een netwerk, inclusief printers, multifunctionele apparaten en digitale verzendapparatuur.
Besparingsinstellingen Afdrukken met EconoMode Dit product beschikt over de optie EconoMode, waarmee u conceptversies van documenten kunt afdrukken. Met de EconoMode wordt er minder toner gebruikt, waardoor de gebruiksduur van de tonercartridge wordt verlengd. De afdrukkwaliteit kan in EconoMode echter minder zijn. HP raadt doorlopend gebruik van de EconoMode af. Als de EconoMode voortdurend wordt gebruikt, is het mogelijk dat de toner langer meegaat dan de mechanische onderdelen van de tonercartridge.
● Beheer ● Algemene instellingen ● Energie-instellingen ● Instellingen sluimertimer 3. Open het menu Sluimermodus/Auto uit na en gebruik het toetsenblok om de juiste tijd in te stellen. Druk op de knop OK. 4. Open het menu Sluimermodus/Auto uit na en selecteer vervolgens de optie Ingeschakeld. Druk op de knop OK. OPMERKING: De sluimermodus duurt standaard 45 minuten. OPMERKING: Als het apparaat in de sluimermodus staat, knippert de aan-/uitknop.
9. ● Algemene instellingen ● Energie-instellingen ● Sluimerschema Selecteer de optie Add (Toevoegen) en selecteer vervolgens het type gebeurtenis dat u wilt inplannen: Activeren of Sluimer 10. Configureer de volgende instellingen: ● Tijd ● Dagen gebeurtenis 11. Druk op de knop OK om de wijzigingen op te slaan.
Functies voor productbeveiliging Veiligheidsinformatie Het apparaat ondersteunt beveiligingsstandaarden en aanbevolen protocollen om het apparaat te beveiligen, belangrijke gegevens op uw netwerk te beschermen en het beheer en onderhoud van het apparaat te vereenvoudigen. Ga naar www.hp.com/go/secureprinting voor gedetailleerde informatie over de beveiligde beeldbewerkings- en afdrukoplossingen van HP.
Ondersteuning van codering: HP High Performance Secure Hard Disks Deze harde schijf is voorzien van hardwarecodering zodat u veilig gevoelige gegevens kunt opslaan zonder nadelige invloed op de prestaties van het apparaat. Deze harde schijf werkt met de laatste AES-standaard (Advanced Encryption Standard) en beschikt over veelzijdige tijdsbesparende eigenschappen en robuuste functionaliteit. Gebruik het menu Beveiliging van de geïntegreerde webserver van HP om de schijf te configureren.
De apparaatfirmware bijwerken Software- en firmware-updates en installatie-instructies voor dit apparaat vindt u op www.hp.com/support/ lj700M712. Klik op Ondersteuning en drivers, klik op het besturingssysteem en selecteer de download voor het product.
124 Hoofdstuk 6 Het apparaat beheren NLWW
7 NLWW Problemen oplossen ● Controlelijst voor het oplossen van problemen ● Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden ● De fabrieksinstellingen herstellen ● Help op het bedieningspaneel ● Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ● Storingen verhelpen ● Storingsherstel wijzigen ● De afdrukkwaliteit verbeteren ● Het apparaat drukt niet of langzaam af ● Problemen met direct afdrukken via USB oplossen ● Problemen met de USB-verbinding oplossen ● Problemen met bekabel
Controlelijst voor het oplossen van problemen Voer de volgende stappen uit wanneer u een probleem met het product probeert op te lossen. 1. Indien het bedieningspaneel leeg of zwart is, voltooi dan deze stappen: a. Controleer het netsnoer. b. Controleer of het apparaat is ingeschakeld. c. Controleer of de netspanning geschikt is voor de stroomconfiguratie van het product (Zie het etiket achter op het product voor de voltagevereisten.).
Als de pagina goed wordt afgedrukt, functioneert het hardwaregedeelte van het product naar behoren. Het probleem ligt bij de computer die u gebruikt, bij de printdriver of het programma. 6. Controleer of u de printdriver voor dit product hebt geïnstalleerd. Controleer het programma om te zien of u de printdriver voor dit product gebruikt. De printdriver staat op de cd die bij het product is geleverd. U kunt de printdriver ook downloaden op deze website: www.hp.com/go/lj700M712_software. 7.
Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden De hoeveelheid tijd die nodig is om een taak af te drukken, is van verschillende factoren afhankelijk: ● Maximumsnelheid van het product in pagina's per minuut (ppm) ● Het gebruik van speciaal papier (zoals transparanten, zwaar papier of papier van aangepast formaat) ● Verwerkingstijd en downloadtijd van het product ● De complexiteit en de grootte van afbeeldingen ● De snelheid van de gebruikte computer ● De USB-verbinding ● De I/O-configur
De fabrieksinstellingen herstellen 1. Druk op de knop Beginscherm 2. Open de volgende menu's: 3. NLWW op het bedieningspaneel van het apparaat. ● Beheer ● Algemene instellingen ● Fabrieksinstellingen terugzetten Selecteer een of meer categorieën of instellingen uit de lijst, selecteer de optie Herstellen en druk vervolgens op de knop OK.
Help op het bedieningspaneel Het apparaat heeft een ingebouwd Help-systeem dat uitleg geeft over het gebruik van elk scherm. Druk op de knop Help op het bedieningspaneel om de Help te openen. Voor sommige schermen opent Help een algemeen menu waarin kan worden gezocht naar specifieke onderwerpen. Met de pijlknoppen op het bedieningspaneel kunt u door de menustructuur navigeren. Voor schermen met instellingen voor afzonderlijke taken opent Help een onderwerp dat de opties voor dat scherm uitlegt.
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ● Het apparaat pakt geen papier op ● Het apparaat pakt meerdere vellen papier op. ● Papierstoringen voorkomen Het apparaat pakt geen papier op Als het apparaat geen papier uit de lade pakt, kunt u het volgende proberen. 1. Open het apparaat en verwijder eventuele vastgelopen vellen papier. 2. Plaats papier met het juiste formaat in de lade. 3.
4. Controleer of de lade niet te vol is. Als dit wel het geval is, dient u de gehele stapel papier uit de lade te verwijderen, de stapel recht te leggen en een deel van de stapel papier terug te plaatsen in de lade. 5. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen. 6. Plaats de lade goed in het apparaat. 7.
Storingen verhelpen Storingslocaties 2 3 4 1 Duplexeenheid 2 Fuserklep voor toegang bij storing 3 Uitvoerbak 4 Bovenklep (toegang tot de tonercartridge) 5 Lade 1 6 Lade 2-toegangsklep voor het verhelpen van storingen 7 Toegangsklep voor storing van lade van 500 vel Autonavigatie voor het verhelpen van storingen De autonavigatiefunctie helpt u door middel van stapsgewijze instructies op het bedieningspaneel bij het verhelpen van storingen.
Storingen verhelpen in het uitvoerbakgebied 1. Als in de uitvoerbak vastgelopen papier zichtbaar is, pakt u dit vast bij de voorste rand en verwijdert u het voorzichtig. 2 3 Papierstoringen in lade 1 verhelpen 1. Trek het vastgelopen papier langzaam uit het apparaat.
Papierstoringen in lade 2 of lade 3 verhelpen 1. Open de toegangsklep aan de rechterzijde. Als de vastgelopen pagina zichtbaar is, trek deze dan voorzichtig uit het product. 2 3 2. Als u de storing niet kunt verhelpen via de toegangsklep aan de rechterkant, schuif dan de lade het product uit. 3. Verwijder eventueel beschadigd papier uit de lade.
4. Als de rand van het papier zichtbaar is in het invoergedeelte, trek het papier dan langzaam naar rechts en vervolgens uit het product. OPMERKING: Trek het papier er niet met geweld uit als het niet makkelijk gaat. Als het papier in een lade vastzit, probeer het dan te verwijderen via de lade erboven (indien van toepassing) of via het gebied rondom de tonercartridge. 3 5.
Papierstoringen verwijderen in laden van 500 vel 1. Open de toegangsklep aan de rechterkant en de klep voor storingstoegang van de lade voor 500 vel. 2 3 4 2. Verwijder de lade voor 500 vel. 2 3 3. Als de rand van het papier zichtbaar is in het invoergedeelte, trek het papier dan langzaam naar rechts en vervolgens uit het product. OPMERKING: Trek het papier er niet met geweld uit als het niet makkelijk gaat.
4. Sluit de lade voor 500 vel. 2 3 5. Sluit de toegangsklep aan de rechterkant en de klep voor storingstoegang van de lade voor 500 vel.
Storingen in de lade voor hoge capaciteit van 3500 vel verhelpen 1. Open de linker en rechter zijden van de lade. 4 2. Verwijder beschadigde vellen papier. 4 3. Druk boven de lade aan de rechterkant op de groene knop om de plaat voor toegang voor storingen los te maken.
4. Als er papier in het toevoergebied is vastgelopen, trek het papier omlaag om het te verwijderen. 4 5. Druk de plaat voor het verwijderen van vastgelopen nietjes onhoog om deze te sluiten. 4 6. Sluit de papiergeleiders aan de linker en rechter zijde.
7. Open de storingstoegankgsklep aan de rechterkant van de kast van de lade voor hoge capaciteit. 8. Trek de plaat omhoog die toegang geeftot het vastgelopen papier en verwijder dit papier. 9. Sluit de storingstoegankgsklep aan de rechterkant van de kast van de lade voor hoge capaciteit.
Storingen in het gebied rondom de tonercartridge verhelpen 1. Druk op de ontgrendelknop van de cartridgeklep. 2 3 2. Open de cartridgeklep. 2 3 3. Verwijder de tonercartridge. VOORZICHTIG: stel de tonercartridge niet langer dan enkele minuten bloot aan licht. Zo voorkomt u beschadiging van de cartridge.
4. Duw de groene lip omlaag om de metalen plaat binnen in het product te openen. 5. Trek het vastgelopen papier langzaam uit het product. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt. VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u geen toner knoeit. Gebruik een droge, pluisvrije doek om in het apparaat gelopen toner te verwijderen. Als er losse toner in het product terechtkomt, kan dat tijdelijke problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
6. Vervang de tonercartridge. 2 3 7. Sluit de cartridgeklep.
Storingen verhelpen in de fuser 1. Open de fuserklep aan de linkerzijde van het apparaat. VOORZICHTIG: Tijdens het gebruik van het apparaat kan de fuser heet worden. 2. Duw de groene lip omlaag om de toegangsklep voor fuserstoringen te openen. 3. Verwijder papier uit de fuser.
4. Sluit de fuserklep voor toegang tot de storing. 5. Sluit de fuserklep.
Storingen in de duplexeenheid verhelpen 1. Verwijder de duplexeenheid. 2. Verwijder al het papier uit de duplexeenheid. 3. Plaats de duplexeenheid terug in de printer.
Storingsherstel wijzigen Dit product herstelt zich automatisch na papierstoringen. De vastgelopen pagina's worden automatisch opnieuw afgedrukt. 1. Druk op de knop Beginscherm 2. Open de volgende menu's: 3. ● Beheer ● Algemene instellingen ● Storing verhelpen op het bedieningspaneel van het apparaat. Voer een van de volgende handelingen uit: ● Auto: Als er voldoende geheugen beschikbaar is, worden de vastgelopen pagina's opnieuw afgedrukt. Dit is de standaardinstelling.
De afdrukkwaliteit verbeteren Afdrukken vanuit een ander softwareprogramma Probeer af te drukken vanuit een ander softwareprogramma. Als de pagina correct wordt afgedrukt, ligt het probleem bij het programma dat u gebruikt om het document af te drukken.
Controleer de status van de tonercartridge Volg deze stappen om de geschatte resterende levensduur van tonercartridges en indien nodig de status van andere vervangbare onderdelen te bepalen. 1. Druk op de knop Beginscherm 2. Open de volgende menu's: op het bedieningspaneel van het apparaat. ● Beheer ● Rapporten ● Configuratie-/statuspagina's 3. Selecteer de optie Status benodigdheden. 4. Markeer de optie Afdrukken en druk daarna op de knop OK om het rapport af te drukken. 5.
Ga als volgt te werk om een reinigingspagina af te drukken. 1. Druk op de knop Beginscherm 2. Open de volgende menu's: ● Apparaatonderhoud ● Kalibratie/reiniging ● Reinigingspagina op het bedieningspaneel van het apparaat. 3. Druk op OK om de pagina af te drukken. 4. Het reinigingsproces kan enkele minuten duren. Gooi de afgedrukte pagina weg als het reinigingsproces is voltooid. Een tonercartridge visueel inspecteren 1.
● Gebruik papier dat is ontworpen voor laserprinters. Gebruik geen papier dat alleen is geschikt is voor inkjetprinters. ● Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak. Gladder papier zorgt over het algemeen voor een beter afdrukresultaat. De omgeving controleren De omgeving kan een rechtstreeks effect hebben op de afdrukkwaliteit en is vaak de oorzaak van problemen met de papierinvoer.
Een andere printerdriver proberen Probeer een andere printerdriver als u afdrukt vanuit een softwareprogramma en de afbeeldingen op de gedrukte pagina's onverwachte lijnen vertonen of als er tekst of afbeeldingen ontbreken, als de pagina's niet correct zijn opgemaakt of als de lettertypen afwijken. De volgende printerdrivers zijn beschikbaar op www.hp.com/go/lj700M712_software. HP PCL 6-driver HP UPD PS-driver HP UPD PCL 5 HP UPD PCL 6 ● Meegeleverd als de standaarddriver op de apparaat-cd.
1. Druk op de knop Beginscherm 2. Open de volgende menu's: ● Beheer ● Algemene instellingen ● Afdrukkwaliteit ● Afbeeldingsregistratie op het bedieningspaneel van het apparaat. 3. Selecteer de lade die u wilt verstellen en druk op de knop OK. 4. Selecteer de gewenste verstelling en gebruikt de pijlknoppen om de afbeelding op de pagina te verstellen. Klik op de knop OK om de wijzigingen op te slaan. 5. Selecteer de optie Testpagina afdrukken en druk op de knop OK om de resultaten te zien.
Het apparaat drukt niet of langzaam af Het apparaat drukt niet af Als het apparaat helemaal niet afdrukt, kunt u het volgende proberen. 1. Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld en dat het bedieningspaneel aangeeft gereed te zijn. – Als het bedieningspaneel niet aangeeft dat het apparaat gereed is, schakelt u het apparaat uit en vervolgens weer in. – Als het bedieningspaneel aangeeft dat het apparaat gereed is, probeert u de taak nogmaals te verzenden. 2.
papiersoort niet overeenkomt met de papiersoort die u gebruikt, wijzigt u de instelling in de juiste papiersoort.
Problemen met direct afdrukken via USB oplossen ● Het menu Ophalen vanaf USB wordt niet geopend wanneer u het USB-flashstation plaatst ● Het bestand wordt niet afgedrukt vanaf het USB-flashstation ● Het bestand dat u wilt afdrukken, wordt niet in het menu Ophalen van USB weergegeven Het menu Ophalen vanaf USB wordt niet geopend wanneer u het USB-flashstation plaatst 1. Voordat u de functie kunt gebruiken, moet u deze eerst inschakelen. a. Druk op de knop Beginscherm b. Open de volgende menu's: c.
Het bestand dat u wilt afdrukken, wordt niet in het menu Ophalen van USB weergegeven 1. U probeert mogelijk een bestandstype af te drukken dat niet door de functie voor afdrukken via USB wordt ondersteund. Het apparaat ondersteunt de bestandstypen .pdf, .prn, .pcl, .ps en .cht. 2. Mogelijk zitten er te veel bestanden in één enkele map van het USB-flashstation. Verminder het aantal bestanden in de map door bestanden naar submappen te verplaatsen. 3.
Problemen met de USB-verbinding oplossen Als u de computer direct op het apparaat heeft aangesloten, configureer dan de volgende instelling zodat het apparaat ontwaakt uit sluimermodus zodra het een afdruktaak ontvangt. 1. Druk op de knop Beginscherm 2. Open de volgende menu's: 3. op het bedieningspaneel van het apparaat.
Problemen met bekabelde netwerken oplossen Doorloop de volgende punten om te controleren of het apparaat met het netwerk communiceert. Druk voordat u begint een configuratiepagina af vanaf het bedieningspaneel van het apparaat en zoek het IP-adres van het apparaat op deze pagina.
Het apparaat maakt gebruik van de verkeerde koppelings- en duplexinstellingen voor het netwerk Het wordt door HP aanbevolen om deze in te stellen op de automatische modus (de standaardinstelling). Wanneer u deze instellingen wijzigt, dient u deze ook voor uw netwerk te wijzigen. Nieuwe softwareprogramma's zorgen mogelijk voor compatibiliteitsproblemen Controleer of nieuwe softwareprogramma's juist zijn geïnstalleerd en de juiste printerdriver gebruiken.
Problemen met de apparaatsoftware oplossen (Windows) Er wordt geen stuurprogramma voor het product weergegeven in de map Printers 1. Installeer de productsoftware opnieuw. OPMERKING: Sluit alle actieve toepassingen. Als u een toepassing wilt sluiten waarvoor een pictogram in het systeemvak wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en selecteert u Sluiten of Uitschakelen. 2. Sluit de USB-kabel op een andere USB-poort op de computer aan.
Windows 7 NLWW a. Klik op het Windows-pictogram in de linkeronderhoek van het scherm. b. Klik op Apparaten en printers. c. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de apparaatdriver en selecteer vervolgens Printereigenschappen. d. Klik op het tabblad Poorten en klik op Poort configureren. e. Controleer het IP-adres en klik op OK of Annuleren. f. Verwijder de driver als de IP-adressen niet hetzelfde zijn en installeer de driver opnieuw met het juiste IP-adres.
Problemen met de apparaatsoftware oplossen (Mac OS X) ● De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en scan- en faxapparaten ● Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze ● Bij gebruik van de USB-kabel wordt het apparaat niet weergegeven in de lijst met printers en scan- en faxapparaten nadat de driver is geselecteerd De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en scan- en faxapparaten 1.
Software verwijderen (Windows) Windows XP 1. Klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens op Software. 2. Zoek en selecteer het product in de lijst. 3. Klik op de knop Wijzigen/verwijderen om de software te verwijderen. Windows Vista 1. Klik op het Windows-pictogram in de linkeronderhoek van het scherm. Klik achtereenvolgens op Configuratiescherm en Programma's en onderdelen. 2. Zoek en selecteer het product in de lijst. 3. Selecteer de optie Verwijderen/wijzigen. 1.
De printerdriver verwijderen (Mac OS X) U moet beschikken over beheerdersrechten om de software te verwijderen. 1. Open Systeemvoorkeuren. 2. Selecteer Afdrukken en faxen. 3. Markeer het product. 4. Klik op het minsymbool (-). 5. Verwijder zo nodig de afdrukwachtrij.
Index Symbolen en getallen 3500 vel hoge capaciteit afdrukstand 38 3500 vel hoge capaciteit invoer capaciteit 38 500 vel, lade voor papier plaatsen 36 500 vel lade afdrukstand 35 capaciteit 35 A aan-/uitknop, locatie 4 aanmelden bedieningspaneel 121 aansluiten op AirPrint 102 aansluiting USB met Mac 16 USB met Windows 12 accessoires bestellen 44 onderdeelnummer 52 afdrukken opgeslagen taken 97 vanaf USB-opslagaccessoires 105 Afdrukken instellingen (Mac) 87 afdrukken op beide zijden instellingen (Windows) 6
opslag 54 statusberichten 8 storingen, verhelpen 142 Cartridges recyclen 54 vervangen 55 configuratiepagina omschrijving 10 configureren IP-adres 14, 18 papiersoort of -formaat in lades 26 controlelijst problemen 126 D draadloos afdrukken AirPrint 102 draadloze printserver onderdeelnummer 52 driver papierformaten wijzigen 90 drivers papiersoorten 25 universeel 60 drum imaging 53 dubbelzijdig afdrukken instellingen (Windows) 69 Mac 87 Windows 71 duplex handmatig (Mac) 87 handmatig (Windows) 71 duplex afdrukk
informatiepagina's afdrukken of weergeven 10 geïntegreerde webserver van HP 111 installeren apparaat op bekabelde netwerken, Mac 18 apparaat op bekabelde netwerken, Windows 14 software, bekabeld netwerk, (Windows) 15 software, bekabeld netwerk (Mac) 19 instellen sluimermodus 118 instellingen fabrieksinstellingen herstellen 129 Instellingen stuurprogramma's 62 stuurprogramma's (Mac) 63 voorinstellingen in stuurprogramma (Mac) 87 interfacepoorten locatie 5, 6 Internet Explorer, ondersteunde versies geïntegree
O onderdeelnummers accessoires 52 draadloze printserver 52 laden 52 onderdeelnummer 52 tonercartridges 49 USB-kabel 52 vervangingsonderdelen 49 ondersteunde papiersoorten 22 online help, bedieningspaneel 9, 130 opgeslagen taken afdrukken 97 maken (Mac) 96 maken (Windows) 94 verwijderen 97 oplossen Mac problemen 164 netwerkproblemen 160 problemen met direct afdrukken via USB 157 problemen met rechtstreekse verbindingen 159 opslaan, taken in Windows 94 opslag, taak Mac-instellingen 96 overige koppelingen, lij
sluimerschema instelling 119 snelheid, optimaliseren 118 Snelkoppelingen (Windows) gebruiken 64 maken 66 software HP Utility 115 installeren, bekabeld netwerk (Mac) 19 installeren, bekabeld netwerk (Windows) 15 verwijderen van Mac 166 Software problemen 162 verwijderen voor Windows 165 speciaal papier afdrukken (Windows) 77 speciaal papier voor voorbladen afdrukken (Mac) 89 staand, afdrukstand selecteren, Windows 75 staande afdrukrichting wijzigen (Mac) 88 standaardgateway, instellen 108 status HP Utility,
Windows stuurprogramma-instellingen 62 universele printdriver 60 Windows-printerdrivers ondersteund 60 Windows-software verwijderen 165 wisknop bedieningspaneel 8 172 Index NLWW