HP LaserJet Enterprise Flow MFP M525 User Guide

Snelkopie: Het gewenste aantal exemplaren van een taak afdrukken en vervolgens een exemplaar
van de taak opslaan in het geheugen van het apparaat, zodat u de taak later nogmaals kunt
afdrukken.
Opgeslagen taak: Een taak opslaan op het apparaat en andere gebruikers toestaan de taak af te
drukken. Als u een pincode aan de taak toewijst, moet degene die de taak afdrukt de vereiste pincode
invoeren op het bedieningspaneel.
5. Als u een aangepaste gebruikersnaam of taaknaam wilt gebruiken, klikt u op de knop Aangepast en voert u
de gebruikersnaam of taaknaam in.
Selecteer welke optie u wilt gebruiken als er al een andere taak bestaat met dezelfde naam.
Taaknaam + (1-99) gebruiken Voeg een uniek nummer toe aan het einde van de taaknaam.
Bestaand bestand vervangen Overschrijf de bestaande opgeslagen taak met de nieuwe taak.
6. Als u de optie Opgeslagen taak of Persoonlijke taak hebt geselecteerd in stap 3, kunt u de taak beveiligen
met een pincode. Voer in het veld PIN voor afdrukken een getal van vier cijfers in. Als anderen proberen
deze taak af te drukken, wordt hen gevraagd deze pincode in te voeren.
7. Klik op de knop Afdrukken om de taak te verwerken.
Een opgeslagen taak afdrukken
Volg de onderstaande procedure om een taak af te drukken die in het apparaatgeheugen is opgeslagen.
1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Ophalen uit apparaatgeheugen aan.
2. Selecteer de naam van de map waarin de taak is opgeslagen.
3. Selecteer de naam van de taak. Als de taak privé of beveiligd is, geeft u de pincode of het wachtwoord op.
4. Pas het aantal exemplaren aan en raak vervolgens de knop Start aan om de taak af te drukken.
Een opgeslagen taak verwijderen
Wanneer u een opgeslagen opdracht naar het apparaatgeheugen stuurt, overschrijft het apparaat alle
voorgaande opdrachten met dezelfde gebruiker- en opdrachtnaam. Als een taak nog niet is opgeslagen onder
dezelfde gebruikers- en taaknaam en als het apparaat extra ruimte nodig heeft, kunnen andere opgeslagen
taken automatisch worden verwijderd, te beginnen met de oudste taak. In het menu Algemene instellingen op
het bedieningspaneel van het apparaat kunt u het aantal taken wijzigen dat kan worden opgeslagen.
Volg deze procedure om een in het apparaatgeheugen opgeslagen opdracht te verwijderen.
1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Ophalen uit apparaatgeheugen aan.
2. Selecteer de naam van de map waar de opdracht is opgeslagen.
3. Selecteer de naam van de opdracht en raak vervolgens de knop Verwijderen aan.
4. Als de taak privé of beveiligd is, geeft u de pincode of het wachtwoord op en raakt u vervolgens de knop
Verwijderen aan.
86 Hoofdstuk 5 Afdrukken NLWW