HP Color LaserJet Enterprise CP5520 - User Guide

Tabel 5-3 Berichten en beheer
Servicenaam Beschrijving
HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) Hiermee kunnen webbrowsers communiceren met de
geïntegreerde webserver.
EWS (Embedded Web Server) Hiermee kunt u het apparaat beheren via een webbrowser.
SNMP (Simple Network Management Protocol) Wordt door netwerktoepassingen gebruikt voor beheer van
het apparaat. SNMP V1-, SNMP V3- en standaard MIB-II-
objecten (Management Information Base) worden
ondersteund.
LLMNR (Link Local Multicast Name Resolution) Hiermee stelt u in of het apparaat reageert op LLMNR-
verzoeken via IPv4 en IPv6.
TFTP-configuratie Hiermee kunt u TFTP te gebruiken voor het downloaden van
een configuratiebestand met aanvullende
configuratieparameters voor een HP Jetdirect-afdrukserver,
bijvoorbeeld SNMP- of niet-standaardinstellingen.
Tabel 5-4 IP-adressen
Servicenaam Beschrijving
DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) Voor de automatische toewijzing van IP-adressen. Het
apparaat ondersteunt IPv4 en IPv6. Het apparaat wordt door
de DHCP-server van een IP-adres voorzien. Meestal krijgt
het apparaat een IP-adres toegewezen door de DHCP-
server zonder dat daarvoor actie van de gebruiker vereist is.
BOOTP (Bootstrap-protocol) Voor de automatische toewijzing van IP-adressen. De
BOOTP-server voorziet het apparaat van een IP-adres.
Hiervoor moet de beheerder het MAC-hardware-adres van
het apparaat invoeren in de BOOTP-server, zodat het
apparaat een IP-adres kan krijgen van de server.
Auto IP Voor de automatische toewijzing van IP-adressen. Als er
noch een DHCP-server noch een BOOTP-server aanwezig
is, gebruikt het product deze service om een uniek IP-adres
te genereren.
Tabel 5-5 Beveiligingsfuncties
Servicenaam Beschrijving
IPsec/firewall Verzorgt netwerklaagbeveiliging op IPv4- en IPv6-netwerken.
Met de firewall kan het IP-verkeer eenvoudig worden
gecontroleerd. IPsec biedt aanvullende beveiliging met
verificatie- en coderingsprotocollen.
Kerberos Hiermee kunt u vertrouwelijke informatie uitwisselen over
een open netwerk door een unieke sleutel, een ticket, toe te
kennen aan elke gebruiker die zich aanmeldt bij het netwerk.
Het ticket wordt vervolgens opgenomen in berichten om de
afzender te identificeren.
NLWW Aansluiten op een netwerk 63