HP Color LaserJet CM6040 / CM6030 MFP Series - User's Guide
Menu Afdrukkwaliteit
Beheer > Afdrukkwaliteit
Tabel 2-16 Menu Afdrukkwaliteit
Menuoptie Submenuoptie Waarden Omschrijving
Kleur aanpassen Highlights Dichtheid cyaan.
Dichtheid magenta.
Dichtheid geel. Dichtheid
zwart
+5 tot –5. De
standaardinstelling is 0.
Stel de dichtheid van lichte vlakken (donkerder of
lichter) op een afgedrukte pagina bij. Lagere waarden
geven lichtere highlights en hogere waarden geven
donkerdere highlights op een afgedrukte pagina.
Middentinten Dichtheid cyaan.
Dichtheid magenta.
Dichtheid geel. Dichtheid
zwart
+5 tot –5. De
standaardinstelling is 0.
Stel de dichtheid van de middentonen (donkerder of
lichter) op een afgedrukte pagina bij. Lagere waarden
geven lichtere middentonen en hogere waarden geven
donkerdere middentonen op een afgedrukte pagina.
Schaduwen Dichtheid cyaan.
Dichtheid magenta.
Dichtheid geel. Dichtheid
zwart
+5 tot –5. De
standaardinstelling is 0.
Stel de dichtheid van de schaduwen (donkerder of
lichter) op een afgedrukte pagina bij. Lagere waarden
geven lichtere schaduwen en hogere waarden geven
donkerdere schaduwen op een afgedrukte pagina.
Kleurwaarden herstellen Hiermee stelt u alle dichtheidswaarden in op de
fabrieksinstellingen.
Registratie instellen Testpagina Afdrukken Verschuif de marge-uitlijning zodat de afbeelding op de
pagina zowel horizontaal als verticaal wordt
gecentreerd. U kunt ook de afbeelding op de voorzijde
uitlijnen ten opzichte van de afbeelding die op de
achterzijde is afgedrukt.
Druk een testpagina af om de kalibratie in te stellen.
Bron Alle laden
Lade <X>: <inhoud> (kies
een lade)
Selecteer de broninvoerlade om de pagina Registratie
instellen af te drukken.
Lade <X> aanpassen Schuif van -20 tot 20
langs de X- of Y-as. 0 is
de standaard.
X1-verschuiving
X2-verschuiving
Y-verschuiving
Voer de uitlijningsprocedure voor elke lade uit.
Wanneer een afbeelding wordt gemaakt, scant het
apparaat de pagina van de ene zijde naar de andere
terwijl het vel van boven naar beneden door het
apparaat wordt ingevoerd.
De scanrichting wordt aangeduid als X. X1 is de
scanrichting voor de eerste zijde van een 2-zijdige
pagina. X2 is de scanrichting van de tweede zijde van
een dubbelzijdige pagina. De invoerrichting wordt Y
genoemd.
Afdrukmodi <Papiersoort> Geef op welke modus bij welke papiersoort hoort.
50 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW