HP Color LaserJet CM6040 / CM6030 MFP Series - User's Guide

Een brochure maken van een kopie
Documenten kunnen worden gekopieerd via de automatische documentinvoer (ADF) of door het
document op de glasplaat van de scanner te leggen.
1. Raak Kopiëren op het bedieningspaneel aan.
2. Blader naar Brochure-indeling en raak deze optie aan.
3. Selecteer Brochure aan.
4. Raak voor Zijden origineel de optie Enkelzijdig of Dubbelzijdig aan.
5. Raak OK en vervolgens Start aan.
De werkmodus van het accessoire configureren
De werkmodus selecteren via het bedieningspaneel
U kunt de werkstand voor de nietmachine/stapelaar of de brochuremaker instellen via het
bedieningspaneel van het apparaat.
1. Raak op het bedieningspaneel Beheer en vervolgens Werking apparaat aan
2. Raak MBM-3 bak nietapp. of Multif. afw.eenh. aan.
3. Raak Werkstand aan en selecteer de gewenste werkstand.
Als u de postbusmodus gebruikt, wordt elke bak aan een gebruiker of groep gebruikers
toegewezen. Als een gebruiker een afdruktaak verzendt, wordt de taak naar de toegewezen
bak geleid.
Wanneer u de stapelaarmodus gebruikt en de optionele nietmachine/stapelaar met drie
bakken hebt geïnstalleerd, functioneren de drie bakken als één grote bak. Wanneer een bak
vol raakt, worden de taken automatisch naar de volgende bak geleid. Wanneer u de
stapelaarmodus gebruikt en de brochuremaker/afwerkeenheid hebt geïnstalleerd,
functioneren de twee bovenste bakken als één bak en wordt de derde bak voor brochures
gereserveerd.
Wanneer de functiescheidingsmodus (alleen nietmachine/stapelaar met drie bakken) wordt
gebruikt, wordt elke bak aan een specifiek type taak toegewezen. Doorgaans is dit bak 1 voor
kopieën, bak 2 voor faxen en bak 3 voor afdrukken. Deze instellingen kunnen worden
gewijzigd in het menu Standaard taakopties voor kopiëren, faxen en afdrukken.
OPMERKING: Via de geïntegreerde webserver kunt u uitvoerbakken aan gebruikers of groepen
gebruikers toewijzen. Zie
Geïntegreerde webserver op pagina 197 voor meer informatie.
De werkstand selecteren in de printerdriver
1. Klik op de knop Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers (Windows 2000) of Printers en
faxapparaten (Windows XP).
U klikt op uw Vista-computer op Start, Configuratiescherm en vervolgens in de categorie
Hardware en geluiden op Printer.
2. Rechtsklik op het HP productpictogram en klik vervolgens op Eigenschappen of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
NLWW Een uitvoerlocatie selecteren 125