HP LaserJet P3010 Series - User's Guide

Table Of Contents
Tabel 10-2 Voorbeelden van afdrukproblemen (vervolg)
Probleem Voorbeeld Oplossing
Kreukels en vouwen 1. Druk nog enkele pagina's af om te kijken of het probleem vanzelf wordt opgelost.
2. Controleer of aan de omgevingsvereisten van het apparaat is voldaan. Zie
Omgevingsvereisten op pagina 214.
3. Draai de stapel papier in de lade om. Probeer het opnieuw nadat u het papier 180
graden hebt gedraaid.
4. Controleer of het papier correct is geladen en of alle aanpassingen zijn doorgevoerd.
Zie Laden vullen op pagina 79.
5. Controleer of de papiersoort en –kwaliteit voldoet aan de HP specicaties. Zie Papier
en afdrukmateriaal op pagina 71.
6. Als de enveloppen gekreukt zijn, moet u proberen de enveloppen zo te bewaren dat
ze plat liggen.
7. Wanneer het papier licht van gewicht en glad is, opent u het menu APPARAAT
CONFIGUREREN op het bedieningspaneel. In het submenu AFDRUKKWALITEIT
selecteert u FUSER MODI en vervolgens selecteert u de papiersoort die u gebruikt.
Wijzig de instelling in LAAG. Hiermee verlaagt u de hitte van het fuser-proces. Zie
Menu Afdrukkwaliteit op pagina 23. U moet ook de papiersoort instellen voor de lade
die u gebruikt. Zie Laden congureren op pagina 84.
Verticale witte strepen 1. Druk nog enkele pagina's af om te kijken of het probleem vanzelf wordt opgelost.
2. Controleer of de papiersoort en –kwaliteit voldoet aan de HP specicaties. Zie Papier
en afdrukmateriaal op pagina 71.
3. Misschien moet de printcartridge worden vervangen.
Bandensporen
A
A
A
A
A
B
B
B
B
B
C
C
C
C
C
a
a
a
a
a
c
c
c
c
c
b
b
b
b
b
Dit probleem treedt gewoonlijk op als de inktcartridge veel langer is gebruikt dan de
geschatte levensduur. Bijvoorbeeld als u een groot aantal pagina's afdrukt met een erg
lage tonerdekking.
1. Misschien moet de printcartridge worden vervangen.
2. Verlaag het aantal pagina's dat u afdrukt met een erg lage tonerdekking.
Witte vlekken op zwart 1. Druk nog enkele pagina's af om te kijken of het probleem vanzelf wordt opgelost.
2. Controleer of de papiersoort en –kwaliteit voldoet aan de HP specicaties. Zie Papier
en afdrukmateriaal op pagina 71.
3. Controleer of aan de omgevingsvereisten van het apparaat is voldaan. Zie
Omgevingsvereisten op pagina 214.
4. Misschien moet de printcartridge worden vervangen.
184 Hoofdstuk 10 Problemen oplossen NLWW