HP LaserJet P3010 Series - User's Guide

Table Of Contents
Functies van de Windows-printerdriver gebruiken
OPMERKING: De volgende informatie geldt voor de HP PCL 6-printerdriver.
De printerdriver openen
Taak Stappen
De printerdriver openen Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op
Afdrukken. Selecteer de printer en klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
Hulp krijgen bij een afdrukoptie Klik op ? in the rechterbovenhoek van de printerdriver en klik
vervolgens op een willekeurig item in de printerdriver. Er wordt een
pop-upbericht weergegeven, met daarin informatie over het
desbetreende item. Of klik op Help om de online-Help te openen.
Afdruksnelkoppelingen gebruiken
Voor het uitvoeren van de volgende taken opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad
Afdruksnelkoppelingen.
Taak Stappen
Een afdruksnelkoppeling gebruiken Selecteer een van de snelkoppelingen en klik vervolgens op OK om
de taak af te drukken met de vooraf ingestelde instellingen.
OPMERKING: Selecteer altijd eerst een snelkoppeling voordat u
een van de instellingen aan de rechterkant van het scherm aanpast.
Als u eerst de instellingen aanpast en vervolgens een snelkoppeling
selecteert, gaan al uw aanpassingen verloren.
Een aangepaste afdruksnelkoppeling maken a) Selecteer een bestaande snelkoppeling als basis. b) Selecteer de
afdrukopties voor de nieuwe snelkoppeling. c) Klik op Opslaan als,
typ een naam voor de snelkoppeling en klik op OK.
OPMERKING: Selecteer altijd eerst een snelkoppeling voordat u
een van de instellingen aan de rechterkant van het scherm aanpast.
Als u eerst de instellingen aanpast en vervolgens een snelkoppeling
selecteert, gaan al uw aanpassingen verloren.
Papier- en kwaliteitsopties instellen
Voor het uitvoeren van de volgende taken opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad Papier/Kwaliteit.
Taak Stappen
Een papierformaat selecteren Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papierformaat een papierformaat.
Een aangepast papierformaat selecteren a) Klik op Aangepast. Het dialoogvenster Aangepast papierformaat
wordt geopend. b) Typ een naam voor het aangepaste formaat,
geef de afmetingen op en klik op OK.
Een papierbron selecteren Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papierbron een lade.
Een papiersoort selecteren Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort een papiersoort.
NLWW Functies van de Windows-printerdriver gebruiken 99