HP LaserJet P3010 Series - User's Guide

Table Of Contents
3. Druk op de pijl omlaag om een taaknaam te markeren en druk vervolgens op OK.
De optie AFDR. of AFDR. EN VERW. wordt gemarkeerd.
4. Druk op OK om de optie AFDR. of AFDR. EN VERW. te selecteren.
5. Als er een pincode nodig is voor de taak, gebruikt u het numerieke toetsenblok of drukt u op de pijl omhoog
of omlaag om de pincode in te voeren. Druk vervolgens op OK.
OPMERKING: Als u de pijl omhoog of omlaag gebruikt om de pincode in te voeren, drukt u na ieder
cijfer op OK.
6. Als u het aantal exemplaren wilt afdrukken dat in de driver werd opgegeven toen de taak werd opgeslagen,
drukt u op OK.
-of-
Als u een ander aantal exemplaren wilt afdrukken dan in de driver werd opgegeven toen de taak werd
opgeslagen, gebruikt u het numerieke toetsenblok of drukt u op de pijl omhoog of omlaag om het
aantal exemplaren te selecteren. Vervolgens drukt u op OK.
Opgeslagen taken verwijderen
OPMERKING: Wanneer u een opgeslagen taak verstuurt onder dezelfde gebruikersnaam en taaknaam als de
vorige taak, wordt een volgnummer aan de taaknaam toegevoegd. Als u de vorige taak wilt overschrijven,
selecteert u de optie Bestaand bestand vervangen in de printerdriver. Als een taak nog niet is opgeslagen onder
dezelfde gebruikers- en taaknaam en als het apparaat extra ruimte nodig heeft, kunnen andere opgeslagen
taken automatisch worden verwijderd, te beginnen met de oudste taak. In het menu SYSTEEMINSTELLINGEN op
het bedieningspaneel van het apparaat kunt u het aantal taken wijzigen dat kan worden opgeslagen.
Een taak kan worden verwijderd via het bedieningspaneel, de geïntegreerde webserver of HP Web Jetadmin. Ga
als volgt te werk om een taak te verwijderen via het bedieningspaneel:
1. Als het apparaat is uitgerust met een numeriek toetsenblok, drukt u op de knop Map om het menu
TAAK OPHALEN te openen.
-of-
Druk op de knop Menu . Druk op de pijl omlaag om het menu TAAK OPHALEN te markeren en druk op
OK.
2. Druk op de pijl omlaag om uw gebruikersnaam te markeren en druk vervolgens op OK.
3. Druk op de pijl omlaag om een taaknaam te markeren en druk vervolgens op OK.
4. Druk op de pijl omlaag om de optie VERWIJDEREN te markeren en druk op OK.
5. Als er een pincode nodig is voor de taak, gebruikt u het numerieke toetsenblok of drukt u op de pijl omhoog
of omlaag om de pincode in te voeren. Druk vervolgens op OK.
OPMERKING: Als u de pijl omhoog of omlaag gebruikt om de pincode in te voeren, drukt u na ieder
cijfer op OK.
6. Bij taken waarvoor een pincode nodig is, drukt u op de knop OK om te bevestigen dat u de taak wilt
verwijderen.
94 Hoofdstuk 7 Functies van het product gebruiken NLWW