HP Color LaserJet CM1312 MFP Series - User's Guide

Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
annuleringsproces wordt de ADF niet
automatisch vrijgemaakt.
vervolgens het materiaal uit de ADF-lade en
begin opnieuw.
Scannerfout #, Schakel uit/in Er is een fout opgetreden in de subeenheid
van de scanner van het product.
Schakel het product uit met de
hoofdschakelaar, wacht minimaal
30 seconden, schakel het product weer in en
wacht tot het product is geïnitialiseerd.
Als u een spanningsbeveiliging gebruikt,
koppelt u deze los. Sluit het product
rechtstreeks aan op het stopcontact. Schakel
het product in met de hoofdschakelaar.
Neem contact op met HP als de fout zich blijft
voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/support/
CM1312series of de
ondersteuningsbrochure in de verpakking
van het apparaat.
Scanner gereserv voor pc Een computer gebruikt het product om te
scannen.
Wacht tot de computerscan is voltooid of
annuleer de scantaak vanuit de
computersoftware of door op Annuleren te
drukken.
Storing in (gebied), Open de klep en
verhelp de storing
Er is een papierstoring in de
afdrukpapierbaan of de uitvoerbak.
Verhelp de storing die wordt weergegeven op
het bedieningspaneel van het product en volg
de instructies op het bedieningspaneel. Zie
Storingen verhelpen op pagina 206.
Verst. geannul. Verwijder doc. U hebt op de knop Annuleren gedrukt om de
huidige taak te annuleren terwijl pagina's
vanuit de ADF-lade werden ingevoerd.
Tijdens het annuleringsproces wordt de ADF
niet automatisch vrijgemaakt.
Verwijder het vastgelopen materiaal. Zie
Storingen verhelpen in de ADF (alleen bij
fotokaartmodellen) op pagina 208. Verwijder
vervolgens het materiaal uit de ADF-lade en
begin opnieuw.
Storingen verhelpen
Oorzaken van papierstoringen
Tijdens een afdruktaak kan papier of ander afdrukmateriaal vast komen te zitten. De problemen worden
mogelijk veroorzaakt door de volgende omstandigheden:
De invoerladen zijn niet goed geladen of bevatten te veel papier, of de papiergeleiders zijn niet
goed ingesteld.
Afdrukmateriaal wordt toegevoegd aan of verwijderd uit een invoerlade tijdens een afdruktaak of
een invoerlade wordt verwijderd uit het product tijdens een afdruktaak.
De cartridgeklep wordt geopend tijdens een afdruktaak.
Er zijn te veel vellen in een uitvoergedeelte of een uitvoergedeelte is geblokkeerd.
Het gebruikte afdrukmateriaal voldoet niet aan de specificaties van HP. Zie
Papier en
afdrukmateriaal op pagina 55.
Het papier is beschadigd of heeft vreemde voorwerpen, zoals nietjes of paperclips.
Tabel 15-1 Berichten op het bedieningspaneel (vervolg)
206 Hoofdstuk 15 Probleemoplossing NLWW