User manual
Meer informatie over printcartridges
Printcartridges van HP geven het beste resultaat. Lees de volgende tips voor het
onderhouden van HP-printcartridges als u verzekerd wilt zijn van een consistente
afdrukkwaliteit.
• Haal printcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig hebt.
•
• Als de beschermende tape van de printcartridge is verwijderd, moet u de tape niet
opnieuw bevestigen. Als u de plastic tape opnieuw op de printcartridge bevestigt, kunt
u hem beschadigen. Plaats de printcartridge direct na het verwijderen van de plastic
tape in de HP All-in-One. Als dat niet mogelijk is, bewaart u de printcartridge in een
printcartridgedoos of in een luchtdichte plastic verpakking.
• Wij adviseren u de printcartridges niet uit de HP All-in-One te verwijderen als u nog
geen nieuwe printcartridges hebt om te installeren.
• Schakel de HP All-in-One uit vanaf het bedieningspaneel. Schakel het apparaat niet
uit door een stekkerdoos uit te schakelen of door het netsnoer uit de HP All-in-One
te trekken. Als de HP All-in-One verkeerd is uitgeschakeld, wordt de wagen met
printcartridges niet op juiste positie teruggezet en kunnen de printcartridges
uitdrogen.
• Open de klep van de printcartridges alleen als dat echt nodig is. Hierdoor worden de
printcartridges aan lucht blootgesteld, waardoor de levensduur ervan wordt verkort.
Opmerking Als u de klep van de printcartridges gedurende lange tijd openlaat,
zal de HP All-in-One de printcartridges weer sluiten om deze te beschermen tegen
blootstelling aan lucht.
• Reinig de printcartridges wanneer u een duidelijke vermindering van afdrukkwaliteit
constateert.
Tip Als de printcartridges lange tijd niet zijn gebruikt, kunt u een vermindering
van de afdrukkwaliteit constateren.
• Reinig de printcartridges alleen als dat echt nodig is. U verspilt zo geen inkt en de
printcartridge heeft een langere levensduur.
• Wees voorzichtig met de printcartridges. Als u ze laat vallen, blootstelt aan schokken
of kracht gebruikt bij het plaatsen, kan dat zorgen voor tijdelijke afdrukproblemen. Als
de afdrukkwaliteit slecht is nadat u een printcartridge hebt geplaatst, wacht u een half
uur zodat de printcartridge kan herstellen.
Zie voor meer informatie:
"
Problemen met printcartridges oplossen" op pagina 93
Hoofdstuk 12
100 Probleemoplossing
Probleemoplossing
Bewaar printcartridges bij kamertemperatuur (15,6 - 26,6 °C of 60 - ).
78 °F