Operation Manual
Blz. 22-17
Voorbeelden van interactieve plots met het PLOT menu
Probeer de volgende voorbeelden van interactieve diagrammen met het menu
PLOT om beter te begrijpen hoe een programma werkt met de commando’s en
variabelen PLOT.
Voorbeeld 1 – Een functie-diagram:
„ÌC Activeert het menu PLOT (*)
diagramtype
@)PTYPE @FUNCT Kiest FUNCTION als het
‘√r’ `„ @@EQ@@ Slaat de functie ‘√r’ op in EQ
@)PPAR Toont de parameters van het diagram
~„r` @INDEP Definieert ‘r’ als de onafh. variabele
~„s` @DEPND Definieert ‘s’ als de afhankelijke
variabele
1 \# 10 @XRNG Definieert (-1, 10) als het x-bereik
1 \# 5 @YRNG L Definieert (-1, 5) als het y-bereik
{ (0,0) {.4 .2} “Rs” “Sr”} ` Definitielijst van de assen
@AXES Definieert het midden van de assen,
de merkstreepjes en de labels
L @)PLOT Keert terug naar het menu PLOT
@ERASE @DRAX L @LABEL Wist diagram, tekent assen en labels
L @DRAW Tekent de functie en toont hetdiagram
@)EDIT L@MENU Wist de menulabels
LL@)PICT @CANCL Keert terug naar het normale
beeldscherm van de rekenmachine
Voorbeeld 2 – Een parametrisch diagram (Gebruik RAD als hoek)
:
„ÌC Activeert het menu PLOT
@)PTYPE @PARAM Kiest PARAMETRIC als het diagramtype
{ ‘SIN(t)+i*SIN(2*t)’ } ` Definieert de complexe functie X+iY
„ @@EQ@@ Slaat de complexe functie op in EQ
@)PPAR Toont de parameters van het diagram
{t 0 6.29} ` @INDEP Definieert ‘r’ als de onafh. variabele
~y` @DEPND Definieert ‘Y’ als de afhankelijke
variabele
(*) Het menu PLOT is beschikbaar via de door de gebruiker gedefinieerde
toets C zoals eerder in dit hoofdstuk weergegeven.