Operation Manual

Blz. 22-7
twee eerste elementen van de variabele PPAR. Standaardwaarden voor x
min
en
x
max
zijn respectievelijk -6.5 en 6.5. Standaardwaarden voor x
min
en x
max
zijn
respectievelijk -3.1 en 3.2.
RES (e)
Het commando RES (RESolution) specifieert de interval tussen de waarden van
de onafhankelijke variabele bij het maken van een specifiek diagram. De
resolutie kan worden uitgedrukt in gebruikerswaarden als reëel getal of in pixels
als een binair heel getal (getallen beginnend met #, bijv. #10). De resolutie
wordt als vierde item opgeslagen in de variabele PPAR.
CENTR (g)
Het commando CENTR neemt als argument een geordend paar (x,y) of een
waarde x, en past de eerste twee elementen in de variabele PPAR, d.w.z. (x
min
,
y
min
) en (x
max
, y
max
) aan, zodat het midden van het diagram respectievelijk
(x,y) of (x,0) is.
SCALE (h)
Het commando SCALE bepaalt de schaal van het diagram vertegenwoordigd
door het aantal gebruikerseenheden per merkstreepje. De standaardschaal is 1
gebruikerseenheid per merkstreepje. Wanneer het commando SCALE wordt
gebruikt, neemt het als argumenten twee getallen x
scale
en y
scale
, die staan voor
de nieuwe horizontale en verticale schaal. Het resultaat van het commando
SCALE is om de parameters (x
min
, y
min
) en (x
max
, y
max
) in PPAR aan te passen
aan de gewenste schaal. Het midden van het diagram blijft hetzelfde.
SCALEW (i)
Bij een factor x
factor
vermenigvuldigt het commando SCALEW de horizontale
schaal met die factor. De W in SCALEW staat voor 'width' (breedte). De
uitvoering van SCALEW verandert de waarden van x
min
en x
max
in PPAR.
SCALEH (j)
Bij een factor y
factor
vermenigvuldigt het commando SCALEH de verticale
schaal met die factor. De H in SCALEH staat voor 'height' (hoogte). De
uitvoering van SCALEH verandert de waarden van y
min
en y
max
in PPAR.