Operation Manual
Blz. 21-56
De verklaringen CASE, THEN en END zijn beschikbaar voor selectief invoeren
via de toetsencombinatie „°@)@BRCH@ @)CASE@ .
Indien u in het menu BRCH staat, („°@)@BRCH@ ) kunt u de volgende
sneltoetsen gebruiken om uw CASE-constructie in te voeren (De positie van de
cursor wordt aangegeven door het symbool ):
• „@)CASE@: Start de case-constructie met de prompts: CASE THEN END
END
• ‚@)CASE@: Maakt een lijn in CASE door de partikels THEN END toe te
voegen
Voorbeeld – programma f
3
(x) met gebruik van de CASE-verklaring
De functie wordt gedefinieerd door de volgende 5 uitdrukkingen:
Door de CASE-verklaring te gebruiken in de RPL-gebruikerstaal, kunnen we
deze functie als volgt coderen:
« → x « CASE ‘x<3‘ THEN ‘x^2‘ END ‘x<5‘ THEN ‘1-x‘ END ‘x<3*π‘
THEN ‘SIN(x)‘ END ‘x<15‘ THEN ‘EXP(x)‘ END –2 END EVAL » »
Sla het programma op in een variabele met de naam @@f3c@. Probeer daarna de
volgende oefeningen:
⎪
⎪
⎪
⎩
⎪
⎪
⎪
⎨
⎧
−
<≤
<≤
<≤−
<
=
elsewhere
xifx
xifx
xifx
xifx
xf
,2
153),exp(
35),sin(
53,1
3,
)(
2
3
π
π