Operation Manual

Blz. 21-25
Resultaat: “:a:2”
@SST
@ Resultaat: a:2
@SST
@ Resultaat: maakt stapelgeheugen leeg, is a
aan het uitvoeren
@SST
@ Resultaat: maakt stapelgeheugen leeg,
activeert het subprogramma «
Op dit moment zijn we binnen het subprogramma
Ç 2*a^2+3» dat de lokale
variabele a gebruikt. Gebruik het volgende om de waarde van a te bekijken:
~„aμ Dit toont inderdaad dat de locale variabele a = 2
Laten we de debugger hier afbreken aangezien we toch het resultaat kennen
dat we zullen krijgen. Druk op @KILL om de debugger af te breken. U krijgt de
melding
<!> Interrupted die aangeeft dat u de debugger afbreekt. Druk op
$ om terug te keren naar het normale scherm van de rekenmachine.
Het programma herstellen
De enig mogelijke oplossing voor het weigeren van het programma om een
numeriek resultaat weer te geven, is het ontbreken van het commando NUM
na de algebraïsche uitdrukking ‘2*a^2+3’. Bewerk het programma bewerken
door de ontbrekende functie EVAL aan toe te voegen. Na het bewerken zou het
programma er als volgt uit moeten zien:
« Enter a: {:a: {2 0} V } INPUT
OBJ→→ a « 2*a^2+3 NUM » »
Opmerking: in de debugging modus wordt, iedere keer dat we op @SST
@
drukken, het scherm weergegeven van de programmastap die wordt
uitgevoerd. De softtoetsfunctie @@SST@ is ook beschikbaar in het submenu @)RUN in
het PRG menu. Dit kan worden gebruikt om elk subprogramma direct uit te
voeren dat is geactiveerd vanuit het hoofdprogramma. Voorbeelden van de
toepassing van @@SST@ zullen later worden getoond.