Operation Manual

Blz. 21-20
Een nieuwe variabele @@@hv@@@ moet nu in uw softtoetsenmenu. (Druk op J om
uw lijst met variabelen te zien Het programma dat is achtergebleven in het
stapelgeheugen kan worden geëvalueerd met de functie EVAL. Het resultaat
zou, zoals voorheen, 0.228174… moeten zijn. Het programma is tevens
beschikbaar voor toekomstig gebruik in de variabele @@@hv@@@. Gebruik
bijvoorbeeld voor Q = 0.5 m
3
/s, g = 9.806 m/s
2
, b = 1.5 m en y = 0.5 m:
0.5 # 9.806 #1.5 # 0.5 @@@hv@@@
Het resultaat is nu 2.26618623518E-2, dus hv = 2.26618623518×10
-2
m.
Zoals al eerder gezegd, zijn de twee types programma’s die in deze sectie
worden voorgesteld, sequentiële programma’s in de zin dat het programma
een enkelvoudig pad, dus INPUT OPERATION OUTPUT. Het vertakken
van de programmaloop is mogelijk door de commando’s te gebruiken in het
menu „°@)@BRCH@ . Meer gegevens over het vertakken van programma’s
wordt hieronder gegeven
Interactieve invoer in programma’s
In de voorbeelden van sequentiële programma’s in de vorige paragraaf is de
volgorde waarin de variabelen in het stapelgeheugen moeten worden geplaatst
alvorens het programma wordt uitgevoerd, niet altijd even duidelijk voor de
gebruiker. In het geval van het programma @@@q@@@, geschreven als
«
Cu n y0 S0 ‘Cu/n*y0^(5/3)*S0’ »,
is het altijd mogelijk de programmadefinitie op te roepen naar het
stapelgeheugen (@@@q@@@) om de volgorde te zien waarin de varabelen
moeten worden ingevoerd, namelijk
Cu n y0 S0. Echter, in het geval van het
programma
@@hv@@, geeft de definitie
Opmerking: #is hier gebruikt als een alternatief voor ` bij het
invoeren van invoergegevens.
Opmerking: aangezien de vergelijking in @@hv@@@ dimensioneel consistent is,
kunnen we eenheden in de invoer gebruiken.