Operation Manual
Blz. 21-7
KEYS: Om door de gebruiker gedefinieerde toetsen te definiëren en te
activeren (Hoofdstuk 20)
MENU: Om eigen menu’s te definiëren en activeren (Hoofdstuk 20)
MISC: Overige modusveranderingen (geluidssignalen, klok, enz.)
IN: Functies voor de programmainvoer
OUT: Functies voor de programmainvoer
TIME: Functies gerelateerd aan de tijd
ALRM: Bewerken van het alarmsignaal
ERROR: Functies voor het bewerken van foutmeldingen
IFERR: IFERR-THEN-ELSE-END-constructie voor foutbehandeling
RUN: Functies voor het uitvoeren en debuggen van programma’s
Navigeren door RPN submenu’s
Start met de toetsencombinatie „°, druk daarna op de bijbehorende
softmenutoets (bijvoorbeeld @)@MEM@@). Als u een submenu wilt activeren binnen dit
submenu (bijvoorbeeld @)@DIR@ binnen het submenu @MEM@), druk op de
overeenkomstige toets. Druk op de toets L om naar boven te bewegen in
een submenu tot u de verwijzing vindt naar het bovenste submenu (bijvoorbeeld
@)@MEM@ binnen het submenu @)@DIR@@) of het menu PRG (d.w.z. @)@PRG@).
Lijst van functies per submenu
Hierna volgt een lijst van alle functies in het menu PRG, gerangschikt volgens
submenu.
STACK MEM/DIR BRCH/IF BRCH/WHILE TYPE
DUP PURGE IF WHILE OBJ
SWAP RCL THEN REPEAT ARRY
DROP STO ELSE END LIST
OVER PATH END STR
ROT CRDIR
TEST
TAG
UNROT PGDIR
BRCH/CASE
== UNIT
ROLL VARS CASE
≠
CR
ROLLD TVARS THEN < RC
PICK ORDER END > NUM
UNPICK
≤
CHR
PICK3
MEM/ARITH BRCH/START
≥
DTAG
DEPTH STO+ START AND EQ