Operation Manual

Blz. 18-10
Een diagram van frequentietelling, f
i
, vs. klassenmiddens, xM
i
, noemen we een
frequentiepolygoon. Een diagram van de cumulatieve frequentie vs. de bovenste
grenzen noemen we een cumulatieve frequentieogief. U kunt puntgrafieken
produceren die deze twee diagrammen simuleren door de juiste gegevens in
de kolommen 1 en 2 van een nieuwe
ΣDAT-matrix in te voeren en het Type: te
wijzigen in
SCATTER in het scherm PLOT SETUP.
Gegevens in een functie y = f(x) plaatsen
Het programma 3. Fit data.., als optie 3 beschikbaar in het menu STAT, kan
gebruikt worden om lineaire, logaritmische, exponentiële en machtfuncties in
gegevensverzamelingen te plaatsen (x,y) die worden opgeslagen in de
kolommen van de
ΣDAT-matrix. Dit programma is alleen effectief als er
tenminste twee kolommen in uw
ΣDAT-variabele staan.
Voorbeeld 1
– Geef een lineaire relatie aan de gegevens uit de onderstaande
tabel:
Voer eerst de twee kolommen met gegevens in de ΣDAT-variabele in met de
matrixschrijver.
Gebruik de volgende toetsencombinatie om het programma 3. Fit data.. te
activeren: ‚Ù˜˜@@@OK@@@. Het invoerscherm toont de huidige
ΣDAT
die al geladen is. Verander indien nodig het instellingenscherm in de
volgende parameters voor een lineaire aanpassing:
Druk op @@OK@@ om de gegevens aan te passen. De uitvoer van dit
programma, dat hieronder voor onze gegevensverzameling wordt getoond,
bestaat in de RPN-modus uit de volgende drie lijnen:
3: '0.195238095238 + 2.00857242857*X'
2: Correlation: 0.983781424465
1: Covariance: 7.03
x 012345
y 0.5 2.3 3.6 6.7 7.2 11