Operation Manual

Blz. 1-30
Eigenschappen van de regeleditor selecteren
Druk eerst op de toets H om het invoervenster REKENMACHINE MODI te
activeren. Druk in het invoervenster REKENMACHINE MODI op de
softmenutoets @@DISP@ om het invoervenster BEELDSCHERM MODI weer te geven.
Druk een keer op de toets pijltje omlaag, ˜, om naar de Edit-regel te gaan.
In deze regel staan drie eigenschappen die kunnen worden aangepast. Als
deze eigenschappen zijn geselecteerd (aangevinkt), worden de volgende
effecten actief:
_Small Het lettertype wordt gewijzigd naar klein
_Full page De cursor wordt aan het eind van de regel geplaatst
_Indent Automatische inspringing van de cursor bij een
regelterugloop wordt ingevoerd
In Hoofdstuk 2 van deze handleiding vindt u aanwijzingen over het gebruik
van de regeleditor.
Eigenschappen van het stapelgeheugen selecteren
Druk eerst op de toets H om het invoervenster REKENMACHINE MODI te
activeren. Druk in het invoervenster REKENMACHINE MODI op de
softmenutoets @@DISP@ om het invoervenster BEELDSCHERM MODI weer te geven.
Druk een keer op de toets pijltje omlaag, ˜, om naar de Edit-regel te gaan.
In deze regel staan drie eigenschappen die kunnen worden aangepast. Als
deze eigenschappen zijn geselecteerd (aangevinkt), worden de volgende
effecten actief:
_Small Het lettertype wordt gewijzigd naar klein. Zo staat er zoveel
mogelijk informatie op het scherm. Let op, deze selectie
overschrijft het lettertype voor de stapelgeheugen-weergave.
_Textbook De wiskundige uitdrukkingen worden in grafische wiskundige
notatie weergegeven.
Ter illustratie van deze instellingen, zowel in de algebraïsche modus als de
RPN-modus, kunt u de vergelijkingenschrijver gebruiken om de volgende
definitieve integraal in te voeren:
‚O…Á0™„虄¸\x™x`