Operation Manual
Blz. 11-46
Met de variabele λ om eigenwaarden weer te geven, dient deze karakteristieke
polynoom geïnterpreteerd te worden als
λ
3
-2λ
2
-22λ +21=0.
De functie EGVL
De functie EGVL (Eigenwaarden) produceert de eigenwaarden van een
vierkante matrix. De eigenwaarden van de matrix hieronder worden
bijvoorbeeld berekend in de ALG-modus met de functie EGVL:
De eigenwaarden λ = [ -√10, √10 ].
In de exacte modus bijvoorbeeld geeft de volgende oefening een lege lijst als
oplossing:
Verander de modus in Approx en herhaal de invoer om de volgende
eigenwaarden te krijgen: [(1.38,2.22), (1.38,-2.22), (-
1.76,0)].
Opmerking: in sommige gevallen kan het zijn dat u de ‘exacte’ oplossing
voor de karakteristieke polynoom niet kunt vinden en dan krijgt u als uitkomst
een lege lijst na het toepassen van de functie EGVL. Verander de berekenings-
modus in Approx in het CAS, wanneer dit gebeurt, en herhaal de berekening.