Operation Manual

Blz. 11-2
Optellen en aftrekken
Neem enkele matrices als A = [a
ij
]
m×n
en B = [b
ij
]
m×n
als voorbeeld. Optellen
en aftrekken van deze twee matrices is alleen mogelijk als ze hetzelfde aantal
rijen en kolommen hebben. De resulterende matrix C = A ± B = [c
ij
]
m×n
heeft de
elementen c
ij
= a
ij
± b
ij
. Hieronder ziet u enkele voorbeelden in de ALG-modus
met de hierboven opgeslagen matrices (e.g., @A22@ + @B22@)
In de RPN-modus moet u de volgende stappen volgen:
22 ` B22`+ 22 ` B22`-
23 ` B23`+ 23 ` B23`-
32 ` B32`+ 32 ` B32`-
Het omzetten van de ALG-voorbeelden naar de RPN-modus is eenvoudig, zoals
u hieronder kunt zien. De overige voorbeelden van matrixbewerkingen zullen
alleen in de ALG-modus uitgevoerd worden.
Vermenigvuldiging
Er zijn vele mogelijke vermenigvuldigingsbewerkingen met matrices. Ze worden
hieronder beschreven.
Vermenigvuldiging met een scalair
Vermenigvuldiging van de matrix A = [a
ij
]
m×n
met een scalair k leidt tot de
matrix C = kA = [c
ij
]
m×n
= [ka
ij
]
m×n
. De negatieve waarde van een matrix in het
bijzonder wordt omschreven door de bewerking -A =(-1)A = [-a
ij
]
m×n
. Enkele
voorbeelden van vermenigvuldiging van een matrix met een scalair worden
hieronder getoond.