Operation Manual

Blz. 6-14
™ ‚í Voert een komma in
³ ‚@I©YR@ Voert variabelennaam 1%YR in
™ ‚í Voert een komma in
³ ‚@@PV@@ Voert variabelennaam PV in
™ ‚í Voert een komma in
³ ‚@@PMT@@ Voert variabelennaam PMT in
™ ‚í Voert een komma in
³ ‚@@PYR@@ Voert variabelennaam PYR in
™ ‚í Voert een komma in
³ ‚@@FV@@. Voert variabelennaam FV in
` Voert PURGE commando uit
De volgende twee beeldschermen tonen het commando PURGE voor het
verwijderen van alle variabelen in de directory en de resultaten na het
uitvoeren van het commando.
In de RPN-modus wordt het commando uitgevoerd met de volgende
toetsencombinaties:
J „ä Bereid een lijst van de te verwijderen variabelen
voor
@@@n@@ Voert variabelennaam N in
@I©YR@ Voert variabelennaam 1%YR in
@@PV@@ Voert variabelennaam PV in
@@PMT@@ Voert variabelennaam PMT in
@@PYR@@ Voert variabelennaam PYR in
@@FV@@ Voert variabelennaam FV in
` Voert een variabelenlijst in het stapelgeheugen in
I@PURGE Verwijdert de variabelen van de lijst
Voordat het commando PURGE wordt ingevoerd, ziet het RPN-stapelgeheugen
er als volgt uit: