Operation Manual

Blz. 3-16
Γ(α) = (α−1) Γ(α−1)
, voor α > 1.
Daarom kan deze functie in relatie gebracht worden met het factorieel van een
getal, m.a.w.
Γ(α) = (α−1)
!, als α een positief heel getal is. We kunnen de
factoriële functie ook gebruiken om de Gamma-functie te berekenen, en
viceversa. Bijvoorbeeld,
Γ
(5) = 4! of 4~‚2`. De factorieelfunctie
kan geactiveerd worden met optie 7. P R O BA B I L IT Y. . in het menu MTH.
De PSI-functie:
Y(x,y) stelt de y-ste afgeleide voor van de digamma-functie,
d.w.z. , waar y(x) bekend is als de digamma-functie, of
de Psi-functie. Bij deze functie moet y een positief heel getal zijn.
De Psi-functie
, y(x) of de digamma-functie, wordt als volgt weergegeven
.
Voorbeelden van deze speciale functies worden hier weergegeven, zowel in de
ALG-modus als in de RPN-modus. Ga als oefening het volgende na:
GAMMA(2.3) = 1.166711…, PSI(1.5,3) = 1.40909.., en Psi(1.5) =
3.64899739..E-2.
Deze berekeningen worden hieronder weergegeven:
Constanten van de rekenmachine
Van de volgende mathematische constanten maakt uw rekenmachine gebruik:
e: de basis van de natuurlijke logaritmen.
I: de denkbeeldige eenheid, i
i 2
= -1.
π
: de verhouding van de lengte van de cirkel en zijn diameter.
MINR: het kleinste reële getal beschikbaar op de rekenmachine.
MAXR: het grootste reële getal beschikbaar op de rekenmachine.
Selecteer optie 11. CONSTANTS.. in het menu MTH om deze constanten te
activeren.
)(),( x
dx
d
xn
n
n
ψ
=Ψ
)](ln[)( xx Γ=
ψ