Operation Manual

Blz. 3-2
RAD : radialen, 2π radialen in een volledige cirkel
GRD : rangordeninggraden, 400 rangordeninggraden in een
volledige cirkel
3/ Specificatie van het coördinatensysteem (XYZ, R
Z, R∠∠). Symbool
duidt een hoekcoördinaat aan.
XYZ : Cartesiaans of rechthoekig (x,y,z)
R
Z : cilindrische poolcoördinaten (r,θ,z)
R
∠∠ : sferische coördinaten (ρ,θ,φ)
3. Specificatie van de getalbasis (HEX, DEC, OCT, BIN)
HEX : hexadecimale getallen (basis 16)
DEC : decimale getallen (basis 10)
OCT : achttallige getallen (basis 8)
BIN : binaire getallen (basis 2)
4. Specificatie van reële of complexe modus (R, C)
R : reële getallen
C : complexe getallen
5. Specificatie van exacte of benaderingsmodus (=, ~)
= exacte (symbolische) modus
~ (numerieke) benaderingsmodus
6. Onafhankelijke standaard CAS-variabele (bijv. ‘X’, ‘t’, enz.)
De rekenmodus nagaan
Indien de RPN-modus is geactiveerd, worden de verschillende niveaus van het
stapelgeheugen weergegeven aan de linkerzijde in het beeldscherm. Indien
voor de ALGEBRAIC-modus wordt gekozen, is er geen sprake van genummerde
niveaus in het stapelgeheugen en verschijnt het woord ALG in de bovenste regel
aan de rechterzijde in het beeldscherm. Het verschil tussen beide modi werd
uitgelegd in Hoofdstuk1.
Berekeningen met reële getallen
Bij berekeningen met reële getallen kan het CAS het beste worden ingesteld op
de modus Real (en niet Complex). In sommige gevallen kan er een complex
resultaat verschijnen en de rekenmachine zal u dan vragen over te schakelen
op de modus Complex. De modus Exact is de standaardmodus voor de meeste
bewerkingen. Daarom is het aan te raden uw berekeningen in deze modus te
beginnen. Indien een wijziging nodig is naar de modus Approx om een
complexe bewerking te kunnen maken, zal de rekenmachine u hierom vragen.
Voor de hoekmetingen of de specificaties voor de getalbasis zijn er geen