Operation Manual
Blz. 2-51
De lijst geeft een reële variabele (|R) aan met de naam A en 10.5 bytes aan
geheugen. Druk op L@VIEW@ om de inhoud van de variabele op dit
beeldscherm te zien.
• Druk op de softmenutoets @GRAPH om de inhoud in een grafische opmaak te
bekijken.
• Druk op de softmenutoets @TEXT om de inhoud in een tekstopmaak te
bekijken.
• Druk op @@OK@@ om naar de variabelenlijst terug te keren.
• Druk opnieuw op $ om naar het normale beeldscherm terug te keren.
De variabele A moet nu weergegeven worden in de labels van de
softmenutoetsen:
Via het commando STO
Een eenvoudigere manier om een variabele aan te maken is met het
commando STO (d.w.z. de toets K). Wij laten voorbeelden zien in de ALG-
modus en in de RPN-modus, door de overige hierboven gegeven variabelen
aan te maken, nl.:
• Algebraïsche modus:
Naam Inhoud Type
α
-0.25 Reël
A12 3
×10
5
Reël
Q ‘r/(m+r)' algebraïsch
R[3,2,1]vector
z1 3+5i complex
p1 <<
→ r 'π*r^2' >> programma