Operation Manual
Matrices 18-7
matrixvariabelen invoeren. De matrices kunnen reëel of
complex zijn.
Voor de volgende voorbeelden, slaat u [[1,2],[3,4]] op
in M1 en [[5,6],[7,8]] op in M2.
Voorbeeld 1. De eerste matrix
creëren.
MATRIX
1 2
3 4
2. De tweede matrix
creëren.
creëerde
matrices
toevoegen.
creëerde matrices toevoegen. creëerde
matrices toevoegen. creëerde matrices
toevoegen. creëerde matrices
toevoegen.
3. De gecreëerde matrices
toevoegen.
M1
M2
Vermenigvuldigen
met of delen door
een scalair
Voor het delen door een scalair, dient u eerst de matrix
in te voeren, daarna de operator en daarna de scalair.
Voor vermenigvuldiging is de volgorde van de
operanden niet belangrijk.
De matrices en de scalair kunnen reëel of complex zijn.
Druk op de volgende toetsen om bijvoorbeeld het
resultaat van het vorige voorbeeld te delen door 2:
2
HP 40gs Dutch.book Page 7 Friday, December 9, 2005 2:36 AM










