Operation Manual
Matrices 18-5
Met matrices werken
Een matrix
bewerken
Markeer in de Matrixcatalogus de naam van de matrix
die u wilt bewerken en druk daarna op .
Matrixbewerkings-
toetsen
De volgende tabel bevat de handelingen van de matrix-
bewerkingstoetsen.
Een matrix
weergeven
• In de Matrixcatalogus ( MATRIX) markeert u de
matrixnaam en drukt u op .
• Voer in HOME de naam van de matrixvariabele in en
druk op .
Eén element
weergeven
Voer in HOME de matrixnaam(rij,kolom) in. Als
bijvoorbeeld M2 [[3,4],[5,6]]is, dan retourneert
M2(1,2) 4.
Toets Betekenis
Kopieert het gemarkeerde element
naar de bewerkingsregel.
Voegt een rij van nullen boven, of
een kolom van nullen links van de
gemarkeerde cel in. (U wordt
gevraagd een rij of kolom te
kiezen.)
Een driewegschakelaar voor de
cursorbeweging in de Matrixeditor.
beweegt naar rechts, ¸
beweegt naar beneden en
beweegt helemaal niet.
Schakelt tussen grotere en kleinere
tekengrootten.
Verwijdert de gemarkeerde cellen,
rij of kolom (u wordt gevraagd een
keuze te maken).
CLEAR Wist alle elementen uit de matrix.
Gaat respectievelijk naar de eerste
rij, laatste rij, eerste kolom of laatste
kolom.
HP 40gs Dutch.book Page 5 Friday, December 9, 2005 2:36 AM










