Operation Manual
18-2 Matrices
Het maken en opslaan van matrices
In de Matrixcatalogus kunt
u matrices maken,
bewerken, wissen,
verzenden en ontvangen.
Om de Matrixcatalogus te
openen, drukt u op
MATRIX.
U kunt ook in HOME matrices – met of zonder naam –
maken en opslaan. Bijvoorbeeld, de opdracht:
POLYROOT([1,0,–1,0])XM1
slaat de wortel van de complexe vector van lengte 3 op
in de M1-variabele. M1 bevat nu drie wortels van
Toetsen voor de
matrixcatalogus
De onderstaande tabel toont de bewerkingen van de
menutoetsen in de Matrixcatalogus, evenals het gebruik
van Delete (verwijderen) ( ) en Clear (wissen)
(
CLEAR).
x
3
x–0=
Toets Betekent
Opent de gemarkeerde matrix voor
bewerking.
Vraagt naar een matrixtype, opent
daarna een lege matrix met de
gemarkeerde naam.
Verzendt de gemarkeerde matrix
naar een andere HP 40gs of een
schijfstation. Zie “Aplets verzenden
en ontvangen” op pagina 22-5.
Ontvangt een matrix van een
andere HP 40gs of een schijfstation.
Zie “Aplets verzenden en
ontvangen” op pagina 22-5.
Wist de gemarkeerde matrix.
CLEAR Wist alle matrices.
of Gaat naar het einde of het begin
van de catalogus.
HP 40gs Dutch.book Page 2 Friday, December 9, 2005 2:36 AM










