Operation Manual

17-8 Variabelen en geheugenbeheer
Aplet-
variabelen
In de meeste aplet-variabelen worden waarden
opgeslagen die uniek zijn voor een bepaalde aplet.
Hieronder vallen symbolische uitdrukkingen en
vergelijkingen (zie onder), instellingen voor de plot- en
numerieke weergaven, en de resultaten van sommige
berekeningen, zoals wortels en snijpunten.
Zie het hoofdstuk Referentie-informatie voor meer
informatie over apletvariabelen.
Bibliotheek Variabelen van de apletbibliotheek
kunnen door u gemaakte aplets
opslaan, door een kopie van een
standaardaplet op te slaan, of door
een aplet vanaf een andere bron te
downloaden.
Lijst L0 tot L9
Bijvoorbeeld, {1,2,3}
L1.
Matrix M0 tot M9 kunnen matrices of
vectoren opslaan.
Bijvoorbeeld, [[1,2],[3,4]] M0.
Modi Modivariabelen slaan de modi-
instellingen op die u kunt configureren
door MODES.
Kladblok Kladblokvariabelen slaan
opmerkingen op.
Programma Programmavariabelen slaan
programma’s op.
Reëel A tot en met Z en θ.
Bijvoorbeeld, 7,45 A.
Categorie Beschikbare naam (Vervolg)
Categorie Beschikbare namen
Functie F0 tot F9 (Symbolische weergave).
Zie “Functie-apletvariabelen” op
pagina R-13.
HP 40gs Dutch.book Page 8 Friday, December 9, 2005 2:36 AM