Operation Manual

Computeralgebrasysteem (CAS) 14-39
Druk vervolgens op ENTER. Het volgende wordt
vervolgens naar de Equation Writer geschreven:
SOLVE Vergelijkingen oplossen
SOLVE heeft twee parameters:
(1) een gelijkheid tussen twee uitdrukkingen, of één
uitdrukking (waarbij wordt uitgegaan van = 0), en
(2) de naam van een variabele.
SOLVE lost de vergelijking in reële modus op in R, en in
complexe modus in C (waarbij REALASSUME wordt
genegeerd).
Als u het volgende typt:
SOLVE(X
4
-1=3,X)
krijgt u in reële modus:
(x = −√2) OR (x = 2)
of in complexe modus:
(x = −√2) OR (x = 2) OR (x = i · 2) OR (x = i2)
Systemen oplossen
Met SOLVE kunt u tevens een systeem van niet-lineaire
vergelijkingen oplossen als het om polynomen gaat. (Als
het niet om polynomen gaat, gebruikt u MSOLV op het
scherm HOME om een numerieke oplossing te krijgen.)
Er wordt voorondersteld dat de diverse vergelijkingen in
de vorm uitdrukking = 0 staan.
SOLVE heeft als argumenten de eerste leden van de
diverse vergelijkingen gescheiden door AND, en de
namen van de diverse variabelen gescheiden door AND.
Als u het volgende typt:
SOLVE(X
2
+Y
2
-3 AND X-Y
2
+1,X AND Y)
krijgt u:
(x = 1) AND (y = −√2) OR (x = 1) AND (y = 2)
x
1
2
---
=
⎝⎠
⎛⎞
AND y
5
2
---
=
⎝⎠
⎛⎞
AND z
1
2
---
=
⎝⎠
⎛⎞
HP 40gs Dutch.book Page 39 Friday, December 9, 2005 2:36 AM