Operation Manual
Computeralgebrasysteem (CAS) 14-25
Als u het volgende typt:
krijgt u (na even wachten):
OPMERKING: Het symbool ∞ wordt verkregen door
SHIFT 0 te typen.
Om –∞ te krijgen, typt u:
(–)∞
Om +∞ te krijgen, typt u:
(–)(–)∞
U kunt het symbool ∞ tevens vinden in het menu
Constant onder MATH.
PREVAL Een primitieve evalueren
PREVAL heeft drie parameters: een uitdrukking F(VX) die
afhankelijk is van de variabele in VX, en twee
uitdrukkingen A en B.
Als VX bijvoorbeeld X bevat en F een functie is, geeft
PREVAL (F(X),A,B) het resultaat F(B)-F(A).
PREVAL wordt gebruikt om een integraal te berekenen die
is gedefinieerd op basis van een primitieve: het evalueert
deze primitieve tussen de twee limieten van de integraal.
Als u het volgende typt:
PREVAL(X
2
+X,2,3)
krijgt u:
6
RISCH Primitieve en gedefinieerde integraal
RISCH heeft twee parameters: een uitdrukking en de
naam van een variabele.
RISCH geeft een primitieve van de eerste parameter,
uitgedrukt in de variabele die is opgegeven in de tweede
parameter.
lim XXX++ X ∞+,–
⎝⎠
⎛⎞
1
2
---
HP 40gs Dutch.book Page 25 Friday, December 9, 2005 2:36 AM










