Operation Manual
13-2 Wiskundige functies gebruiken
Een functie
selecteren
1. Om het MATH-menu te openen drukt u op .
De categorieën verschijnen in alfabetische volgorde.
Druk op of om door de categorieën te rollen.
Om rechtstreeks naar een categorie te springen, drukt
u op de eerste letter van de categorienaam.
Opmerking: U hoeft niet eerst op te drukken.
2. De functielijst (rechts) heeft betrekking op de huidige
gemarkeerde categorie (links). Gebruik en
om tussen de categorielijst en de functielijst te
schakelen.
3. Markeer de naam van de gewenste functie en druk
op . Hierdoor wordt de functienaam (en een
haakje, indien van toepassing) naar de
bewerkingsregel gekopieerd.
OPMERKING
Als u op drukt terwijl het menu MATH is geopend,
worden de CAS-functies en -commando's weergegeven.
U selecteert een CAS-functie of -commando op dezelfde
wijze als een functie in het menu MATH (door
achtereenvolgens op de pijltoetsen en te drukken).
De geselecteerde functies of commando's verschijnen op
de bewerkingsregel in HOME (eventueel met een haakje
aan het begin).
Functiecategorieën
Wiskundige functies volgens categorie
Syntaxis Elke definitie van een functie bevat zijn eigen syntaxis.
Dat wil zeggen, de exacte volgorde en spelling van een
functienaam, de scheidingstekens (interpunctietekens) en
de argumenten. Merk op dat de syntaxis voor een functie
geen spaties vereist.
• Calculus
• Complexe
getallen
• Constante
• Converteren
• Hyperbolische
trigonometrie
(Hyperb.)
• Lijsten
• Loop (lus)
• Matrices
(Matrices)
• Veelterm
(Veelterm)
• Waarschijnlijkhei
d
(Waarsch.)
• Reële getallen
(Reëel)
• Statistieken met
twee
variabelen
(Stat-Twee)
• Symbolisch
• Tests
• Trigonometrie
(Trig)
HP 40gs Dutch.book Page 2 Friday, December 9, 2005 2:36 AM










