Operation Manual

Tijdens het ontladen van de accu moet de computer ingeschakeld blijven. De accu wordt ontladen,
ongeacht of de computer in gebruik is. Wanneer u de computer gebruikt, verloopt het ontladen
echter sneller.
Als u de computer onbeheerd wilt achterlaten tijdens het ontladen, slaat u uw gegevens op
voordat u de ontladingsprocedure start.
Als u de computer incidenteel gebruikt tijdens de ontladingsprocedure en u wachttijden voor
energiebesparing heeft ingesteld, kunnen de volgende verschijnselen optreden tijdens het
ontladingsproces:
De monitor wordt niet automatisch uitgeschakeld.
De snelheid van de vaste schijf neemt niet automatisch af wanneer de computer inactief
is.
De hibernationstand wordt niet automatisch geactiveerd.
4. Laad de accu op. Ga als volgt te werk om de accu op te laden:
a. Zorg dat de computer op de externe voedingsbron aangesloten blijft totdat de accu volledig
is opgeladen.
U kunt de computer gewoon gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen, maar het opladen
gaat sneller wanneer de computer is uitgeschakeld.
b. Als de computer is uitgeschakeld, schakelt u deze in wanneer de accu volledig is opgeladen.
5. Schakel de energiebesparende voorzieningen weer in. Ga als volgt te werk om de
energiebesparende voorzieningen weer in te schakelen:
VOORZICHTIG: Als u de hibernationvoorziening niet opnieuw inschakelt nadat u de accu hebt
gekalibreerd, kan de accu volledig worden ontladen.
a. Klik op het pictogram Accumeter in het systeemvak en klik vervolgens op Meer opties.
– of –
Klik op Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging > Energiebeheer.
b. Klik onder het huidige energiebeheerschema op Instellingen voor schema wijzigen.
c. Voer de instellingen in die u hebt opgeschreven voor de items in de kolom Op accu.
d. Klik op Geavanceerde energie-instellingen wijzigen.
e. Klik op het plusteken naast Slaapstand en klik vervolgens op het plusteken naast
Hibernationstand na.
f. Voer de instelling in die u hebt opgeschreven voor Op accu.
g. Klik op OK.
h. Klik op Wijzigingen opslaan.
52 Hoofdstuk 5 Energiebeheer